Leer je kind met geld omgaan

© BART SCHOOFS

Wie wil voorkomen dat zijn kind later een gat in zijn hand heeft, begint beter zo snel mogelijk met zakgeld. ‘Zodra een kind kan tellen, vanaf een jaar of vijf, is zakgeld zinvol.’

Financiële opvoeding kan heel snel beginnen. Met de verhalen van Jip en Janneke, bijvoorbeeld. Wanneer Jips oma ziek is, besluit hij haar te verrassen met een kilo druiven. Zijn partner in crime Janneke merkt op dat hij geen geld heeft. ‘Maar bij de groenteman kost het niets’, merkt Jip doodleuk op. Tot moeder de rekening gepresenteerd krijgt en Jip, welja, óók. Moraal van het verhaal: voor niets gaat de zon op.

Ook Yves Coemans, die op de studiedienst van de Gezinsbond rond geldthema’s werkt, maakte onlangs iets vergelijkbaars mee. ‘Ik zat met mijn vijfjarige kleindochter Elien televisie te kijken, en we zagen beelden van kinderen in hongersnood. “In café De Valk kun je toch gratis pannenkoeken eten?” zei ze spontaan. Om maar te zeggen: het is belangrijk om kinderen van kleinsaf te laten zien dat de dingen niet gratis zijn. Door hen eens 2 euro in de hand te stoppen wanneer de ijskar langskomt. Of door hen mee te nemen naar de supermarkt.’

Zakgeld is een goede manier om de theorie om te zetten in praktijk. Volgens Coemans kun je daar al heel snel mee beginnen. ‘Zodra een kind kan tellen, vanaf een jaar of vijf dus. Dan kun je hen een wekelijks bedrag geven dat ze zelf mogen besteden. Al mag het nooit een blanco cheque worden, of het nu om 1 euro gaat of om 50 euro bij oudere kinderen. Het houdt niet op bij geld geven, je moet je kinderen ook begeleiden. Uit een van onze onderzoeken blijkt dat veel ouders niet eens weten of hun kinderen tevreden zijn met het zakgeld dat ze krijgen en of ze al dan niet sparen. Geld is nog veel te vaak een taboe. Praat er dus over: vinden ze het genoeg, wat krijgen hun vriendjes… En maak duidelijke afspraken.’ Want zakgeld kan ouders ook onzeker maken: zal mijn tienjarige al dat geld niet vergooien aan snoep, of zal mijn zestienjarige er misschien zelfs een brommer mee kopen? ‘Tot op zekere hoogte is het goed om kinderen zelfstandig te laten beslissen, je moet er niet bovenop zitten. Maar je kunt wel afspreken dat bepaalde uitgaven echt niet kunnen.’

Op is op?

De hamvraag is natuurlijk: hoeveel moet je geven? Daarover kan Coemans geen duidelijke uitspraken doen. ‘Alles is afhankelijk van je eigen inkomen en mogelijkheden. En van de vraag wat een kind met dat zakgeld allemaal moet doen. Is het ook voor kleren en eten? Of alleen voor extraatjes?’ Gezinsbond hield enkele jaren geleden een enquête bij 950 ouders en kinderen. ‘Een twaalfjarige kreeg gemiddeld 50 euro per maand. Al geeft dat wel een vertekend beeld, want de mediaan lag op 26 euro. De bedragen schommelden tussen de 4 en de 261 euro. Bij zestienjarigen ligt het bedrag gemiddeld op 75 euro, bij achttienplussers op 207 euro. Al is ook hier de vraag: wat moet zo’n kind of jongere daarmee betalen?’ Coemans pleit ervoor om jongeren ook (een deel van) hun eigen kledingbudget te laten beheren, vanaf 12 jaar, bijvoorbeeld. ‘Uit onderzoek blijkt dat wanneer kinderen alleen geld uitgeven aan leuke dingen, ze later soms voor verrassingen komen te staan. Ze zijn dan geneigd om hun loon volledig te spenderen aan luxezaken, maar ze vergeten de vaste kosten. Dat is voor veel jongeren ook de reden waarom ze in Hotel Mama blijven wonen: ze sparen niet en geven alles uit aan reizen, uitgaan, dure gadgets… Door hen van jongsaf ook nuttige zaken te laten kopen, of bijvoorbeeld de gsm-rekening te laten betalen, leren ze plannen en sparen. En ze mogen ook eens stommiteiten begaan: een veel te duur T-shirt kopen, bijvoorbeeld, waardoor er te weinig geld is voor een broek. Ook daar is het als ouder natuurlijk belangrijk om alles goed op te volgen en erover te praten.’

Maar is op dan ook op? Betekent de aankoop van dat dure T-shirt echt dat je kind met een broek vol gaten naar school moet? Of mag je als ouder bijpassen? ‘Praat over die tekorten. Als het een eenmalig probleem is, kun je wel eens bijpassen. Maar je kunt er bijvoorbeeld ook een klusje tegenover stellen. Meehelpen in de tuin om wat bij te verdienen. Al mag je daar nooit mee overdrijven: voor je het weet, horen kinderen de kassa al rinkelen wanneer ze de tafel moeten afruimen.’ En nog een laatste tip voor ouders: praat over je eigen inkomen. ‘Dat moet je natuurlijk niet met een zevenjarige doen, maar doe het wél als je kind bijna op eigen benen staat. Veel starters overschatten hun loon, doordat ze bij hun vakantiejob weinig of geen sociale lasten en belastingen hoeven te betalen. Maar in het echte leven staat bruto helaas niet gelijk aan netto.’

DOOR STEFANIE VAN DEN BROECK, ILLUSTRATIE BART SCHOOFS

‘Laat je kind niet alleen leuke dingen kopen met zakgeld, maar bijvoorbeeld ook kleren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content