Direct naar artikelinhoud
Politiek

Jo Vandeurzen stopt, maar strijkt 136.000 euro op: “Dit krijg je niet meer uitgelegd aan de burger”

Jo Vandeurzen stopt, maar strijkt 136.000 euro op: “Dit krijg je niet meer uitgelegd aan de burger”
Beeld BELGA

136.000 euro krijgt Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) na zijn uittreding als vergoeding. Meteen klinkt kritiek. “Is zo’n vergoeding echt nodig?”

Jo Vandeurzen kondigde afgelopen weekend aan dat hij met actieve politiek stopt en op 26 mei geen lijsttrekker zal zijn. De VRT berekende dat Vandeurzen, door zijn lange loopbaan, recht heeft op 136.000 euro uittredingsvergoeding.

Vandeurzen zelf kon het exacte bedrag niet bevestigen – dat moest hij zelf nog even narekenen – maar zei in De zevende dag dat hij zijn vergoeding zal opnemen. Het geld moet hem als 60-jarige helpen om zijn overstap naar een nieuwe professionele loopbaan te vergemakkelijken.

Hij wijst er ook op dat de uittredingsvergoedingen voor parlementsleden en ministers al een aantal keren zijn aangepast en dat de bedragen naar onderen zijn bijgesteld. 

Zijn uitspraak kreeg meteen felle kritiek. “Beseffen politici niet dat het zichzelf regelingen toestaan die voor niemand anders gelden, met publiek geld, indruist tegen fairness-principe?” tweette Isabel Albers, redactiedirecteur van de krant De Tijd.

‘Laten we wel wezen: een politicus op dat niveau en met die ervaring heeft doorgaans ook een bomvol adresboekje. Meestal loopt die overgang wel los’
Stijn BaertProfessor Arbeidseconomie (UGent

Bal spelen

Ook professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent) heeft zo zijn vragen, al wil hij niet de man spelen maar de bal. “Het klopt dat de genereuze vergoedingen van vroeger er ondertussen uit zijn. Er zijn ministers geweest die veel hogere vergoedingen kregen. En je kunt een individu als minister Vandeurzen zeker niet verwijten dat hij gebruikmaakt van een bestaand systeem. Vergelijk het met het brugpensioen. Zolang die mogelijkheid er is, kun je het een werkgever niet verwijten dat hij ze inroept.”

Maar het systeem moet volgens hem wel op de schop. De uittredingsvergoeding is moeilijk te verantwoorden in tijden van algemene schaarste, waarin burgers voortdurend de boodschap krijgen dat het met minder moet.

136.000 euro is voor veel mensen een gigantisch bedrag, stelt Baert. “Dat bedrag is veel te hoog. Dat krijg je niet verantwoord tegenover de burger.”

De vergoeding kwam er vanuit de redenering dat een minister na zijn ambt in zekere zin ‘verbrand’ is en niet meteen een andere job in de privésector vindt. “Het is dus een soort overgangsvergoeding, zoals de minister zelf aangeeft. Om hem te helpen bij de overstap.”

Maar we moeten ons de vraag stellen of dat wel nodig is, meent Baert. “Laten we wel wezen: een politicus op dat niveau en met die ervaring heeft doorgaans ook een bomvol adresboekje. Meestal loopt die overgang wel los.”

En mocht het echt zo zijn dat een ex-minister in de problemen komt omdat hij nergens terechtkan, dan zijn er volgens Baert nog een paar andere mogelijkheden. “Bijvoorbeeld de uittredingsvergoeding in maandelijkse schijven uitbetalen, waarbij de uitbetaling stopt als de persoon in kwestie een nieuwe job vindt. Dat lijkt me een fair systeem.”

Er is ook het bestaande systeem van de werkloosheidsvergoeding. “Het lijkt me dus nergens voor nodig om een grote zak geld te geven.”

Lees ook

Lees ook
Beeld vrt

DM zapt: Is Jo Vandeurzen een wollige wasbeer of toch een gespierde cheeta?