Verdediging vraagt vijf jaar cel met uitstel voor uitbater Diestse frituur: “Niet de intentie om vriendin te vermoorden”

Filip L. wordt beschuldigd van poging tot moord op zijn toenmalige partner in frituur ‘t Lekkerbekje langs de Halensebaan in Webbekom, deelgemeente van Diest. In de nacht van 8 op 9 augustus 2015 stichtte hij daar brand die bijna het leven kostte aan de vrouw. De beklaagde leerde zijn vriendin kennen in de frituur die hij van zijn ouders had overgenomen. Amper zes maanden later is ze bij hem ingetrokken.

Volgens de verdediging had de vrouw psychische problemen die neigden naar borderline. “Zij was er de oorzaak van dat mijn cliënt zijn dochter niet meer ziet. Ook de relatie met zijn ouders verwaterde door haar toedoen. Zij moest alle aandacht krijgen. Hij dreigde ook nog eens zijn zaak kwijt te spelen omdat de klanten wegbleven”, zei Tim Smet.

De advocaat citeerde uit het verslag van toxicoloog Jan Tytgat van KU Leuven. Die concludeerde dat er voldoende wetenschappelijke bewijzen waren voor de aanwezigheid van een grote hoeveelheid toxische stoffen bij Filip L. op het moment van de feiten. “Hij had zeker dertig pillen genomen. Van slaappillen tot antidepressiva. Volgens Tytgat hebben die zijn gedrag en bewustzijn beïnvloed en een rol gespeeld bij de feiten. Hij was niet helder toen hij zijn gewraakte uitlatingen deed in de ziekenwagen.”

Volgens Smet zat zijn cliënt in een tunnel waarin alle logica verdwenen was. “Zijn enige intentie was om een einde te maken aan zijn eigen leven. Acht dagen voor de feiten gaf hij op de crisisafdeling van het Universitair Psychiatrisch Centrum (UPC) van KU Leuven te kennen dat hij het absoluut niet meer zag zitten. De herhaaldelijke conflicten met zijn partner werden hem te veel. Hij verzocht het UPC om een opname maar zijn vriendin nam hem mee naar huis. Daar begonnen de problemen opnieuw. Een sms’je van een andere man volstond om hem weer te doen wankelen.”

Dat het hem menens was om zelfdoding te plegen blijkt volgens de advocaat uit het feit dat hij zelf in de brandende woning bleef. “Hij werd zwaar geïntoxiceerd door de rook gevonden. In het ziekenhuis in Genk werd hij behandeld in een speciale zuurstofkamer. Hij heeft ook zijn polsen overgesneden in het toilet.”

De raadsman pleitte schuldig voor de brandstichting. “Hij heeft zijn eigen huis in brand gestoken. Daarvoor verdient hij een straf.” Maar een celstraf van vijftien jaar zoals de procureur vorderde, noemde Smet disproportioneel. “Ik vraag om die strafmaat te laten zakken tot vijf jaar cel, met uitstel onder voorwaarden. En onder controle van een justitieassistent. Ik vraag niet om een blanco cheque.”