2.750 mensen vroegen in ons land in oktober asiel aan. Dat is amper de helft van in september 2015, toen de vluchtelingencrisis een piek bereikte. Toch zitten we volgens staatssecretaris Theo Francken (N-VA) weer 'in crisismodus'.

De regering besliste eerder al om enkele opvangcentra die zouden sluiten, langer open te laten en om bufferplaatsen te openen. Bij de Dienst Vreemdelingenzaken werd ook het weekendwerk weer ingevoerd, om alle nieuwe asieldossiers te kunnen verwerken.

Nu beperkt Francken ook de registratie van asielaanvragen tot 50 à 60 per dag, met voorrang voor de meest kwetsbaren (zoals vrouwen en kinderen). Sinds gisteren laat de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), die de asielaanvragen registreert, dus maar 50 à 60 mensen meer binnen in de wachtzaal.

De gevolgen laten zich al voelen. Gisteren moest de DVZ een vijftigtal kandidaat-asielzoekers wandelen sturen omdat de wachtzaal vol zat, zegt de woordvoerder van de DVZ. Vandaag werden een zestigtal mensen niet toegelaten. Zij hebben geen recht op opvang, en staan dus op straat. (Het Rode Kruis heeft het over 40 asielzoekers die donderdag werden wandelen gestuurd en dertig op vrijdag.)

Traditioneel staan na het weekend altijd meer mensen in de rij aan te schuiven om asiel te vragen. Door de limiet dreigt het aantal mensen dat op straat belandt dus nog verder toe te nemen.

In september 2015 stelde Francken ook al een limiet in. Toen waren er veel meer asielaanvragen, en lag de limiet aanvankelijk op 250 per dag, pas veel later op 60 per dag.

Vluchtelingenwerk Vlaanderen verwijt de staatssecretaris dat hij de opvang het voorbije jaar veel te snel heeft afgebouwd. 'We zitten weer op hetzelfde punt van de crisis in 2015, maar deze keer is het een zelfgeorganiseerde crisis', zegt directrice Charlotte Vandycke. 'Als de opvang niet was afgebouwd, dan was het vandaag niet nodig een limiet in te voeren.'