Teleurgesteld. Dat is minister De Block naar eigen zeggen in de voetbalwereld. Toen Operatie ‘schone handen’ het Belgisch voetbal op zijn grondvesten deed daveren, besliste De Block om een versnelling hoger te schakelen. ‘Meteen toen deze zaak naar buiten kwam, heb ik de sector de wacht aangezegd’, klinkt het zaterdag in Het Nieuwsblad en De Standaard. ‘Het voetbal moest orde op zaken stellen, zo niet moet de politiek het RSZ-voordeel in twijfel durven te trekken. Iedereen lijkt overtuigd dat er iets moet gebeuren, maar ik wil ook daden zien. Wat we deze week gezien hebben, stemt me allerminst hoopvol.’

‘Ik vroeg een signaal, maar ik heb het niet gekregen’, concludeert De Block ontgoocheld. ‘Omdat concrete resultaten uitblijven, heb ik mijn diensten gevraagd een voorstel uit te werken om het RSZ-voordeel af te schaffen of af te bouwen.’

‘Grote bereidheid om stappen te doen’

Vicepremier Kris Peeters is het oneens met de uitspraken van De Block. Aan VRT omschrijft hij zaterdag dat hij eerder het omgekeerde ziet van wat De Block concludeert: ‘Ik zie een grote bereidheid bij de sociale partners (de voetbalclubs, red.) om stappen vooruit te doen. (...) Zij zijn zeer goed geplaatst om voorstellen te doen over hoe die gunstregimes (zoals de RSZ-korting, red.) terug naar de oorsprong kunnen gaan, en ook kunnen afgebouwd worden.’