Syrische regering en rebellen beschuldigen elkaar van mogelijke chloorgasaanval in Aleppo
Aleppo, de tweede stad van Syrië, ligt na een gevechtspauze van bijna twee jaar plotseling opnieuw aan de frontlijn. Zaterdag belandden tientallen mensen met ademhalingsproblemen in ziekenhuizen na een mogelijke chloorgasaanval. De Syrische regering, zelf gebruiker van chemische wapens, beschuldigt rebellen.
Op zaterdagavond landden mortiergranaten in twee woonwijken aan de westkant van Aleppo. Het is de eerste keer in bijna twee jaar tijd dat Aleppo door ernstig oorlogsgeweld werd opgeschrikt. In Aleppo was het rustig sinds de herovering van de stad door het Syrische leger van president Bashar al-Assad eind 2016.
Kort na het bombardement liepen de ziekenhuizen van Aleppo vol met gewonden die dreigen te stikken. 94 slachtoffers, stelt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten (SOHR), een eenmanspersbureau dat geldt als een van de betrouwbaarste bronnen op de lijn van de oppositie. Meer dan honderd slachtoffers, stelt het Syrische staatspersbureau SANA.
Wie vuurde mortierengranaten gevuld met mogelijk chloorgas af op Aleppo, waar de oorlog al twee jaar voorbij is? Rebellen in de nabijgelegen provincie Idlib, stelt het Assad-regime, hierin bijgevallen door de Russische regering. Rusland is een militaire bondgenoot van president Assad. Zondag voerden Russische straaljagers als vergelding luchtaanvallen uit boven Idlib.
Laatste toevluchtsoord
Idlib is het laatste toevluchtsoord voor rebellen in Syrië. Assad wil de provincie terugveroveren. De internationale gemeenschap verzet zich hiertegen, uit vrees voor een bloedbad onder circa drie miljoen burgers die in Idlib klem zitten. Een kwetsbaar bestand, na onderhandelingen door Turkije en Rusland, wordt door alle partijen regelmatig geschonden. Hoewel je de oorlog in Idlib vanuit Aleppo goed kan horen, trof de strijd in deze provincie de stad nog niet eerder zo hard.
Als rebellen zo’n grote aanval met chloorgas hebben uitgevoerd, zou dat een nieuwe ontwikkeling zijn in de Syrische oorlog. Een consortium van relatief gematigde rebellengroepen, de afgelopen jaren gesteund door Nederland en andere Europese landen, ontkent betrokkenheid. “Wij denken dat de overheid erachter zit”, zegt hun woordvoerder, Omar Huthayfa, tegen de Qatarese tv-zender Al Jazeera.
Het Syrische regeringsleger zélf geldt voor de VN en westerse landen als het brein achter talloze aanvallen met chemische wapens. In april onderging het Assad-regime zelfs nog een symbolisch Amerikaans vergeldingsbombardement vanwege een mogelijke gifgasaanval vlakbij de hoofdstad Damascus. De Syrische regering heeft rebellen al vaker beschuldigd van gebruik van chemische wapens – zonder overtuigend bewijs.
Al Qaida
Maar in Aleppo ligt de zaak complex. Juist in dit deel van Syrië zijn er aanwijzingen dat rebellen beschikken over chloorgas. Mogelijk experimenteerden ze hiermee ook al eerder, bij het beleg van Aleppo eind 2016. En hoewel gematigde rebellen zich distantiëren van de aanval, geldt dat vooralsnog niet voor terreurbeweging Hayat Tahrir al-Sham, ook wel bekend als Al Qaida in Syrië, in Idlib oppermachtig.