Eenpersoonskamer weer zes procent duurder

© Erik Van Eycken

In Antwerpen en Vlaams-Brabant betaal je het meest voor een ziekenhuisverblijf in een eenpersoonskamer, in West-Vlaanderen en Limburg het minst. Maar overal is het duurder geworden, gemiddeld zes procent in een jaar.

Simon Grymonprez

De Socialistische Mutualiteiten presenteren vandaag hun jaarlijkse ziekenhuisbarometer, een studie die de ziekenhuiskosten in kaart brengt op basis van 529.345 ziekenhuisfacturen. Daarbij focussen de mutualiteiten op de factuur van eenpersoons­kamers.

Artsen en ziekenhuizen rekenen voor een eenpersoonskamer extra kosten aan, de zogenaamde ‘ereloonsupplementen’. Niet alle hospitalisatieverzekeringen dekken die kosten en vaak zijn er specifieke voorwaarden aan verbonden of werkt men met een maximumbedrag. Zo stelde verzekeraar DKV recent bij een bepaalde hospitalisatieverzekering een voorwaarde op: hij betaalt de factuur voor een eenpersoonskamer terug, behalve in ­ziekenhuizen waar de ereloonsupplementen in een jaar tijd te sterk (max. 1% bovenop indexatie) zijn gestegen (DS 9 maart).

Uit de barometer van de SocMut blijkt dat de eenpersoonskamers in België in 2017 met 4% zijn gestegen tegenover 2016, in Vlaanderen zelfs met 6%. Een eenpersoonskamer kost in België 7,5 keer meer dan een twee- of meerpersoonskamer.

De regionale verschillen zijn groot: een gemiddeld verblijf in een eenpersoonskamer kost in Vlaanderen 1.426 euro, in Wallonië 2.000 euro en in Brussel zelfs 2.747 euro. Binnen Vlaanderen betaal je gemiddeld meer in Antwerpen en Vlaams-Brabant. Voor zowel een- als twee persoonskamers betaal je het minst in Limburg en West-Vlaanderen. In Limburg zijn de ereloonsupplementen in een jaar tijd dan wel weer spectaculair gestegen: van 671 naar 777 euro.

Harde woordenDe SocMut dringen aan op ‘een gezondheidszorg zonder ereloonsupplementen’, omdat dit ‘de patiënt een veel betere bescherming zou geven, ongeacht of deze een hospitalisatieverzekering heeft. De patiënt mag niet de dupe zijn.’

Eind 2017 kwamen de ziekenfondsen en de artsen overeen om de stijging van de ereloonsupplementen te bevriezen. Maar de supplementen worden bepaald in samenspraak tussen de artsen én het ziekenhuis. De ziekenhuizen werden na het principiële akkoord tot bevriezing betrokken bij de gesprekken over een concreet voorstel, maar dat overleg is gestrand.

Het akkoord om de ereloonsupplementen te bevriezen, ligt dus aan diggelen. De SocMut vrezen dat het effect op de factuur in 2018 groot zal zijn. ‘Die standstill had gerealiseerd moeten worden,’ reageert Marc Moens van het artsensyndicaat BVAS, ‘maar het is er niet gekomen. Ik betreur dat.’ Volgens Moens zijn er bij de laatste vergadering harde woorden gevallen. Het dossier zit muurvast.

De ziekenhuizen innen zelf een significant deel van de ereloonsupplementen, dat ze delen met de artsen. Voor de ziekenhuizen is het een belangrijke bron van inkomen, gezien hun moeilijke financiële situatie. ‘Men heeft in het regeerakkoord een betere financiering beloofd, maar dat is niet gerealiseerd’, reageert Margot Cloet, gedelegeerd bestuurder van de koepelorganisatie van de ziekenhuizen, Zorgnet-Icuro. ‘Als men de financiering niet grondig aanpakt, vrees ik dat de stijging van de ereloonsupplementen blijft bestaan.’