Openbaar Ministerie ontkent partijdigheid bij "minder Marokkanen"-proces tegen Wilders

Wilders staat terecht wegens uitspraken over Marokkanen in 2014. Samengevat kwamen die erop neer dat hij minder Marokkanen wenst in Nederland. De rechtbank veroordeelde Wilders voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie van Marokkanen, maar hij kreeg geen straf opgelegd. Zowel Wilders als het OM gingen in beroep tegen het vonnis.

In mei wraakte Wilders het gerechtshof in Den Haag, omdat dit de schijn van partijdigheid over zich had afgeroepen. Hij kreeg daarin gelijk, waardoor het hof nieuwe rechters op de zaak moest zetten, met maanden vertraging als gevolg. 

Geert-Jan Knoops, de advocaat van PVV-leider Geert Wilders, denkt dat het gerechtshof in Den Haag al snel tot de conclusie kan komen dat de strafvervolging van zijn cliënt ongeldig is. Politieke bemoeienis met het besluit van het Openbaar Ministerie (OM) zou daarvoor de reden kunnen zijn.

Knoops drong vandaag bij het hof aan op nader onderzoek naar de rol van voormalig minister van Justitie en Veiligheid Ivo Opstelten (van de rechtsliberale VVD). Die zou in 2014 hebben aangedrongen Wilders strafrechtelijk aan te pakken wegens diens omstreden uitspraken over Marokkanen. Daarmee zou het principe van de scheiding der machten zijn geschonden en krijgt de PVV-leider geen eerlijk proces.

Uit recente beantwoording van Kamervragen door de huidige minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus blijkt volgens Knoops dat er in weerwil van beweringen van het OM wel degelijk sprake is geweest van overleg tussen het ministerie en het OM over de zaak-Wilders. Knoops wil naast oud-minister Opstelten ook voormalig OM-topman Herman Bolhaar en oud-topambtenaar Gerard Roes als getuige horen om zijn stellingen hard te maken.