Lichaam van 27 jaar geleden verdwenen journalist is nooit teruggevonden

In een tuin in La Louvière zijn bij graafwerken beenderen gevonden van een man. Op de botten, die in het beton zaten, zouden sporen te zien zijn van één of twee kogelinslagen. Het parket van Bergen geeft voorlopig geen commentaar maar heeft het dossier Stéphane Steinier van onder het stof gehaald. De Waalse journalist werd in 1989 ontvoerd en vermoord door de koppelbazenmaffia.

tg

Het was bij grondwerken in de avenue Rêve d’Or in La Louvière dat arbeiders vorige week menselijke beenderen hebben aangetroffen in het beton. Het labo en het Slachtoffer Identificatieteam van de federale politie (DVI) kwamen ter plaatse. Wetenschappelijk onderzoek moet nu uitwijzen hoe oud de botten zijn. Via dna-onderzoek wordt ook geprobeerd om het slachtoffer te identificeren. Maar dat onderzoek kan volgens het parket van Bergen wel even duren.

Vanmiddag zei een bron dicht bij het onderzoek dat de gevonden beenderen mogelijk nog niet lang genoeg begraven lagen om van de journalist te kunnen zijn. Maar pas als het labo-onderzoek is afgerond kan men dat met zekerheid zeggen. De familie van Steinier hoopt alleszins dat ze het lichaam ooit zullen kunnen begraven en echt afscheid nemen. Of dat nu zal zijn, is plots weer twijfelachtig.

De beloftevolle Waalse journalist van de krant La Nouvelle Gazette schreef eind jaren tachtig een reeks artikels over het milieu van de koppelbazen in Wallonië. Dat werd hem niet in dank af genomen. Toch zou dat niet de hoofdreden geweest zijn waarom hij moest sterven. Maar het had er wel onrechtstreeks mee te maken. Steinier moest dood wegens een geheime liefdesaffaire. En het koppelbazenmilieu wilde maar al te graag met hem afrekenen.

Steinier ging na zijn studies rechten aan de slag op de redactie van La Nouvelle Gazette. Hij bracht er onder meer verslag uit over ongevallen en moorden. Vooral voor zijn reeks over de koppelbazenmaffia in Wallonië kreeg hij veel lof.

Vrienden van BOB’er afgepakt

Op dezelfde redactie werkte een jonge secretaresse met wie hij erg goed kon opschieten. Te goed, blijkbaar. De twee begonnen stiekem een relatie. De knappe Chantal C. was de ex-vriendin van een adjudant bij de BOB van de rijkswacht van La Louvière en moeder van zijn kind.

C. had de rijkswachter de bons gegeven. Adjudant Michel D. was woest en koesterde enorme wraakgevoelens tegen de journalist omdat hij hem de schuld gaf voor zijn relatiebreuk.

Het deed bij hem een paar keer de stoppen doorslaan. Zo drong hij op een nacht het huis van zijn ex-vriendin binnen en plaatste zijn dienstwapen op haar hoofd en op dat van de kleine. ‘Als je mij verlaat, schiet ik hem dood’, schreeuwde hij.

Een andere keer loste hij een schot in het plafond van de rijkswachtkazerne. Uit pure frustratie.

© BELGA

Toch zou hij nooit zelf afrekenen met zijn liefdesrivaal Steinier, die zelf ook vriendin had en op trouwen stond.

Daar had hij zijn mannetjes voor. De Italiaanse koppelbazen bijvoorbeeld tegen wie al een tijd een onderzoek liep maar met wie de rijkswachter toch goede contacten onderhield. Zij wilden maar al te graag Steinier de rekening presenteren voor de artikelenreeks die hij maakte over het koppelbazenmilieu. Want na de publicatie hielden politie en sociale inspectie al een paar keer een razzia op werven en keken ze tegen hoge boetes aan.

Verwittigd door informant

De rijkswacht en de BOB van La Louvière kregen op 24 januari 1989 een telefoontje van een informant die in Griekenland verbleef. Hij had belangrijke informatie over de op til zijnde moord op een journalist. Maar er gebeurde niets mee omdat hij niet wist over welke journalist het ging. Adjudant D. wist dat natuurlijk wel, maar hij deed alsof zijn neus bloedde.

Vrijdagnamiddag 27 januari 1989 werd in de buurt van het station van Bergen de rode Peugeot 205 van de journalist gevonden. Steinier was verdwenen. In zijn auto werd bloed gevonden, een kogelhuls en een baseballknuppel.

Er werd nog dezelfde avond een opsporingsbericht verspreid op tv, maar zonder resultaat. Later zou blijken dat de maffia hem had doodgeschoten en zijn lichaam had opgelost in een zuurbad en wat overbleef in het beton verstopt. De daders waren twee Italianen en een Turk.

© VUM

Twee weken later werden de drie verdachten gearresteerd. Een van hen, een zekere Giuseppe C.; bekende dat ze Steinier hadden ontvoerd maar volgens hem wisten ze niet dat het om een journalist ging en dat hij vermoord moest worden.

Als opdrachtgever wees spijtoptant Giuseppe C. de Italiaan Carmelo B. aan, ondernemer maar vooral koppelbaas en maffiafiguur. Hij liet de journalist uit de weg ruimen om rijkswachter Michel D. een dienst te bewijzen.

Koppelbazen

De clan rond maffiabaas B. was in de jaren ‘80 actief in het wereldje van de aannemers waar ze door oneerlijke concurrentie collega-ondernemers kapot maakten. Toch haalden ze tal van grote projecten binnen in ons land. Omdat ze door personeel veel te weinig te betalen en hen in het zwart te laten werken prijsoffertes konden maken waar eerlijke ondernemers niet konden aan tippen. Tenzij ze met verlies zouden werken.

Het koppelbazenmilieu stond in die periode sterk in Wallonië en vreesde niemand. Omdat ze ‘goed stonden’ met politie en rijkswacht.

Zo beloofde de rijkswacht Giuseppe C. honderd procent anonimiteit. Maar enkele dagen later gooiden onbekenden een handgranaat naar het huis van zijn vriendin. En een week later werd de bar van zijn vader in de as gelegd. Duidelijk om te tonen dat ze wisten dat hij het was die de omerta had verbroken.

Op het assisenproces over de moord op Steinier kregen de koppelbaas en de rijkswachtadjudant levenslang. Maar nog voor het lichaam van hun slachtoffer werd gevonden, waren ze al terug op vrije voeten.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen