Wesley V. kampte met een cocaïneverslaving en zat voor 50.000 euro in de schulden. Hij zocht zijn tante op en vertelde haar dat hij aan een ernstige bloedziekte leed. De behandeling kostte hem wekelijks 500 euro, die niet werd terugbetaald door het ziekenfonds. Hij zei dat hij blut was en als ze hem niet zou helpen, dan ging hij een langzame, gruwelijke dood sterven.

De vrouw wilde de dood van haar neefje niet op haar geweten hebben en schreef geregeld geld naar hem over of overhandigde het hem cash. Tussen juni 2016 en januari 2017 wist de beklaagde haar zo 70.500 euro afhandig te maken. Haar huisdokter trok uiteindelijk aan de alarmbel. Toen het slachtoffer de betalingen stopzette en een klacht indiende, verbrak haar neef alle contact met haar.

Tijdens zijn verhoor bij de politie beweerde Wesley V. dat hij had voorgesteld om een leningsovereenkomst op te stellen, maar dat het slachtoffer hem gezegd zou hebben dat hij het geld cadeau kreeg. De rechtbank vond die uitleg ongeloofwaardig. De beklaagde liet verstek gaan op zijn proces.