© foto’s: Kris Van Exel

Stig Broeckx praat 2,5 jaar na zware val over wonderbaarlijk herstel en maandenlange coma: “Ik hoop niet, ik plan”

Zelfs geen topdokter die geloofde dat hij dit ooit weer zou kunnen. Tweeënhalf jaar nadat hij een doodsmak maakte in de Ronde van België en wegzonk in wat een uitzichtloze coma leek, stapt en fietst wielrenner Stig Broeckx (28) weer. En hij praat: soms nog een beetje moeizaam, maar met een glasheldere boodschap. “Ik moet niet meer voortdurend geholpen worden. Integendeel. ’s Morgens sta ik op vóór mijn vriendin.”

WIM VOS

Omdat de simpelste vraag soms de beste is: hoe gaat het met je?

Stig Broeckx: “Eigenlijk heel goed. Het stappen gaat steeds beter. En het praten ook. In het begin van mijn revalidatie was dat nog van (wauwelend):aah-oh-aah. De spieren rond mijn mond deden het niet meer. Hadden we toen met mekaar gesproken, je zou er niks van verstaan hebben. Begrijp je mij nu wel?”

Absoluut. Af en toe moet ik goed luisteren, maar ik versta je best.

“Raar, hé. Ik ben de hele dag bezig, maar logopedie was lange tijd het vermoeiendst. Terwijl dat eigenlijk geen inspanning is, maar gewoon wat babbelen. En nu moet ik zelfs speechen. In Luik organiseert dokter Steven Laureys (neuroloog, bekend van het Vier-programma ‘Topdokters’, nvdr.) binnenkort een ‘comadag’. Zo’n bijeenkomst met allerlei dokters. Hij wil tonen hoe hersenen zich na een lange coma kunnen herstellen. Ik ben zijn voorbeeld. Een studieobject. Kort na mijn val zagen ze op scans dat er nog amper hersenactiviteit was. In het beste geval zou ik nog met een spraakcomputer kunnen communiceren. Hij is ook verbaasd over de vooruitgang die ik heb geboekt.”

Je vader noemt het een mirakel.

(knikt) “Ik heb chance gehad.”

***

We zijn in Dessel, diepe Kempen. Anderhalf uur eerder is Stig Broeckx op eigen houtje de fitnesszaak in de Hannekesstraat binnengewandeld. Zijn tred is hoekig en niet altijd even gecontroleerd. Maar hij stapt wel. En hij praat. Mét humor. “Als je foto’s trekt, zorg dan dat dit er opstaat”, wijst hij naar het opschrift op de muur. “iGo4fit”, lezen we. Het is de naam van de zaak waar hij één keer in de week extra komt oefenen. De eigenaar is een oude schoolkameraad, Wouter Moors. “Dan krijgt hij hier wat reclame”, lacht Stig. “En het is waar: ik wil weer fit worden.”

Tweeënhalf jaar is het intussen geleden. De feiten: 28 mei 2016. Motard valt in Ronde van België en richt ravage aan in peloton. De gevolgen: Stig Broeckx, renner van Lotto-Soudal, in kritieke toestand naar ziekenhuis. Tot slot het dramatische nieuws: Broeckx in diepe coma. Maandenlang domineren sombere berichten. De term “vegetatieve coma” valt. Zelfs als hij in december 2016 toch ontwaakt, blijft de grootste voorzichtigheid heersen. “Alleen in de film worden mensen wakker uit coma en kunnen ze alles weer”, wordt zijn ouders onomwonden duidelijk gemaakt.

Maar beetje bij beetje komen de eerste optimistische signalen. Een blik van herkenning. Een duim die omhoog gaat. Maar vooral: Broeckx werpt zich met een ongeziene gretigheid op zijn revalidatie. Dat doet hij twee jaar later nog altijd.

© Kris Van Exel

“Hoe mijn dag eruitziet?” herhaalt hij onze vraag. “Om zes uur sta ik op. Ik ontbijt, drink koffie en wens mijn vriendin goedemorgen. Dan vertrek ik. Om kwart na 8 ben ik in Overpelt voor mijn dagelijkse revalidatie. Eerst een half uurtje oefeningen. Dan ergotherapie. Psycho – daar leren ze je twee dingen tegelijk doen. Logo. En weer oefeningen. Rond twaalf uur ben ik thuis, om nadien weer te vertrekken naar het Prinsenpark in Retie. De ene dag om te stappen. De andere dag om te fietsen. En af en toe komt er nog iets extra bij. Zoals dit.”

“Dit” is waarvoor we nu in Dessel zijn. Een extra revalidatiesessie onder leiding van Wouter Moors en Paul Van Den Bosch, de topsportcoach. Op de achtergrond zet die laatste alvast enkele toestellen klaar. Een uur lang wordt dit het terrein van Stig Broeckx.

© BELGA

Herinner je je iets van je maanden in coma?

“Helemaal niets.”

Raar?

“Heel raar. Je wordt wakker en je weet werkelijk niets meer. Ze vertelden mij wel dat ik in coma had gelegen. Maar wat dat wilde zeggen? Het was alsof ik opnieuw geboren was. Zo voelde het aan. Ik kende geen gezichten, wist niet dat ik coureur geweest was. Niks.”

Om bang van te worden.

“Het is veranderd toen mijn vriendin Tilly foto’s en brieven meenam en die aan een koord tegen de muur ophing. Dan zijn er beetje bij beetje zaken beginnen terug te komen. Maar van de laatste vijf jaar voor mijn val ben ik nog altijd veel vergeten. En sommige dingen weet ik vreemd genoeg dan weer wel. Zo wist ik niet meer dat mijn vriendin en ik een huis gekocht hadden. Ze spraken over naar huis gaan en ik dacht altijd maar dat het over de boerderij van mijn ouders ging. Toen ik voor het eerst weer in mijn eigen huis kwam, voelde dat heel vreemd aan. Maar ik had wel altijd mijn eigen plaats in de zetel gehad, in de hoek, en dat wist ik op de een of andere manier nog wel. Het was de enige plek waar ik wilde zitten. Hetzelfde aan tafel bij mijn ouders. Ik zat altijd naast ons moeke. Toen ik er voor het eerst terugkwam, wist ik direct: dat is mijn plaats hier. Raar, hé?”

***

In de trainingszaal in Dessel werkt Stig Broeckx zich in het zweet. Dit is anders dan zijn dagelijkse revalidatiesessies in Overpelt. Als hij een metalen slee over een afstand van veertien meter moet voortduwen, wordt de chronometer erbij gehaald. “8 seconden 93 honderdsten”, horen we Van Den Bosch juichen. Een nieuw record, weet Broeckx meteen. “Vorig jaar deed ik daar nog 30 seconden over.” Daarom komt hij hier zo graag. “Hier wordt alles getimed en gemeten. Die competitie, daar hou ik van.” Van Den Bosch én Broeckx zelf zien er zelfs de grote reden in van dat wonderbaarlijke herstel. “Topsporters hebben dat in zich”, aldus Van Den Bosch. “Die willen grenzen verleggen.” Al jaagt de drive van Broeckx Van Den Bosch ook een beetje angst aan. “Omdat veel mensen hem als voorbeeld gaan nemen. Ik vrees dat dat voor teleurstellingen kan zorgen. Niet iedereen kan wat hij kan. Sterker: wat Stig doet, is niet normaal.”

© Kris Van Exel

Wat is het lastigste?

“Beperkt zijn. Ik haat het om beperkt te zijn. Dat was vooral in het begin. Ik zat in een rolstoel en stapte traag met rollator. Ik kon amper iets zeggen. Daarom is dat praten en stappen zo belangrijk. Hoe meer ik kan, hoe meer ik opnieuw de oude Stig word. Stilaan kan ik weer doen waar ik goesting in heb. Ik moet niet meer voortdurend geholpen worden. Integendeel. ’s Morgens sta ik op vóór mijn vriendin. Ik maak de afwasmachine leeg, ik maak de havermout klaar. Pas dan staat zij op.”

Toen je vorig jaar je ploegmaats van Lotto-Soudal bezocht, weigerde je met je rollator de kamer binnen te rijden. Je moest en zou de kamer binnenstappen.

(glimlacht) “Dat was mijn trots.”

Je vader noemt je optimisme nu al legendarisch. “Stig heeft nooit eens een slechte dag”, beweert hij.

“Iedereen zegt dat, maar ik vind dat normaal. De wereld is al triestig genoeg. Ik heb af en toe wel ogenblikken dat ook ik denk: Pfff, shit. Maar ik laat dat niet toe. Op datzelfde moment zit ik mezelf alweer te motiveren. Een nieuwe dag, een nieuwe uitdaging. Waarom somber doen? Het leven kan zo voorbij zijn. En ik kan het weten. Dan kan je er beter het beste van maken.”

***

Een paar keer zien we in een flits de oude Stig. Eerst als hij zich probleemloos 36 keer opdrukt. Een tweede keer als Van Den Bosch op zijn beurt aan het opdrukken gaat en Stig toekijkt. Hij zit zachtjes voorover gebogen, de ellebogen op de knieën, een doodgewone jongen van 28. Plots lijken de tegenpruttelende spieren ver weg. Zoals ze dat ook twee weken geleden waren, toen Stig op Instagram zelf uitpakte met die verrassende foto: Broeckx, ooit comapatiënt, nu vlotjes fietsend op een mountainbike.

© Kris Van Exel

Hoe was het om opnieuw op de fiets te zitten?

“Onbeschrijflijk. Het plezantste dat er is. Dat gevoel van vrijheid. Ook al had ik bij het opstappen en stoppen nog wat hulp nodig. Die liefde voor de fiets was onmiddellijk terug. Ik merkte het meteen aan mijn lichaam: dit was iets wat ik vroeger goed kon. Alsof mijn lijf dat nog wist.”

Nu nog met een echte koersfiets kunnen rijden.

“Dat doe ik nu al, maar alleen op de rollen. En op zo’n manier dat ik niet kan vallen. Maar die koersfiets komt wel weer. Dat hoop ik toch. (corrigeert zich) Nee, ik hoop dat niet. Dat staat op mijn planning. Hoop is zo… onzeker. Ik weet dat het gaat lukken. De vraag is alleen wanneer.”

En – we vragen het aarzelend – koersen zelf?

“Als ik eerlijk ben, weet ik dat dat niet meer gaat lukken. Toen ik uit de coma kwam, woog ik nog 45 kilogram. Dat werden er eerst 88. Ik at aanvankelijk alles op wat ik tegenkwam. Brachten vrienden in het revalidatiecentrum pralines mee, ik at de doos leeg. Of fruit. Dat lag in mijn ijskast. Ik kon nog niet stappen, maar kroop uit mijn bed om alles op te eten: kiwi’s met schil en al. Het voordeel: daar zagen de dokters voor het eerst mijn zelfredzaamheid. Intussen weeg ik weer 73 kilogram, na veel sporten en diëten. Maar dan weet je van hoever ik kom. Dus koersen? Nee, dat wordt lastig. Onmogelijk.”

***

Het uurtje intensief revalideren zit het erop. Paul Van Den Bosch is al vertrokken. Het interview is uitgelopen. Of we hem even bij zijn ouders kunnen afzetten? Stig gidst ons feilloos door de velden rond Dessel en laat ons stoppen bij een piekfijne hoeve. Vanop het erf zie je koeien in de stal staan. Ook dat kan hij weer: de koeien melken. “Maar ik heb hier vooral weer leren stappen”, zegt hij. “Het was winter. In de stal bij de koeien oefende ik. Moeizaam, maar als ik viel, was het in het voer van de koeien. Dat deed geen zeer. Handig.”

Als Stig uitstapt, kijkt zijn moeder vanuit de keuken toe. Het portier opendoen, de gordel losmaken, uitstappen: we moeten niet helpen. Zelfs dat vervoer is nog een kwestie van tijd, leren we. “Volgend jaar wil ik ook weer mijn rijbewijs halen. Het staat op de planning.”

© BELGA

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer