Direct naar artikelinhoud
Lezersbrieven

“Het is te gemakkelijk de discussie te beperken tot een rondje dokter-bashing”

“Het is te gemakkelijk de discussie te beperken tot een rondje dokter-bashing”
Beeld Eleni Debo / Jan Straetmans

Hieronder leest u een eerste selectie uit de reacties op ons onderzoeksdossier over de verloning van dokters. Reacties blijven welkom op dokterslonen@demorgen.be.

Binnen de regels kleuren en rendabel zijn: een ziekenhuis kan dat

Ik werk als anesthesist voltijds in het meest rendabele (5,91 procent) ziekenhuis van Wallonië . Het is tevens een van de goedkoopste ziekenhuizen voor de patiënt. De artsen beperken contractueel de supplementen op de honoraria tot 100 procent.

In de beheerraad van het ziekenhuis zit geen enkele vertegenwoordiger van om het even welke mutualiteit. Ons ziekenhuis heeft sinds jaar en dag samenwerkingsverbanden met Kortrijk, Tourcoing, Brugge, Doornik, UCL en Namen met oog op een kwaliteitsvolle en betaalbare zorg en dit lang voor er van de fameuze netwerkverbinding sprake was.

Na afdrachten aan het ziekenhuis, betalen van belastingen, mijn pensioen, mijn beroepsverzekering , mijn verzekering gewaarborgd inkomen bij ziekte en sociale bijdrage verdien ik netto 8.600 euro per maand. Dat is veel geld, maar daar werk ik ook hard voor. Ik vind niet dat ik mijn inkomen steel van de overheid en dus van ons allen. Mijn bruto-inkomen ligt iets onder de premiernorm, maar ik weet niet of die daarvan ook zijn pensioen en allerhande verzekeringen moet betalen...

Lees meer:

Lees meer:
Beeld DM

De Morgen is erin geslaagd om voor het eerst inzicht te krijgen in de lonen van ziekenhuisartsen. Lees er hier meer over.
     

Een beetje ten oosten van ons ziekenhuis is er in een provinciestad een ziekenhuis waar men zonder schroom 200 procent supplement op de erelonen vraagt en dit op alle prestaties. De beheerraad van dat ziekenhuis telt wel vertegenwoordigers van de mutualiteiten. Het zijn trouwens niet de artsen van het ziekenhuis die beslissen hoeveel het supplement mag bedragen. Het is uiteraard zo dat hoe meer erelonen gegenereerd worden , hoe meer er via afdracht naar het ziekenhuis stroomt.

‘Ik denk dat ons ziekenhuis aantoont dat je binnen de regels kan kleuren en rendabel zijn’
Wim Bruyneel

Wat mij in de debatten over de betaalbaarheid van de gezondheidszorg meer en meer stoort, is dat dezelfde organisaties die onmiddellijk de ‘schandelijke’ verloning van de artsen aan de kaak stellen, zelf deels verantwoordelijk zijn voor de ontspoorde honoraria door het aanvaarden van hoge supplementen in ziekenhuizen waarvan zij zelf beheerder zijn. Het is te gemakkelijk de discussie te beperken tot een rondje dokter-bashing.

Ik denk dat ons ziekenhuis aantoont dat je binnen de regels kan kleuren en rendabel zijn.

Wim Bruyneel, diensthoofd anesthesie CH Mouscron

Er mag wat veranderen

Ik kan jullie onderzoek naar dokterslonen (DM 1/12) alleen maar toejuichen. Veel artsen vinden hun inkomen dubbel en dik verdiend, maar realiseren zich inderdaad niet altijd volledig dat hun salaris (deels) met belastinggeld wordt gefinancierd. Bovendien zijn de verschillen tussen de artsengroepen die veel met patiënten praten en zij die meer technische prestaties leveren gigantisch groot. Dat mag grondig veranderen.

Toch wil ik kleine nuances toevoegen. De gemiddelde arts presteert best veel uren per week, met onregelmatige begin- en einduren en regelmatig werk in het weekend en ‘s nachts. Ik vind het dus een beetje misleidend zonder deze nuance de artsenlonen te vergelijken met het jaarinkomen van de gemiddelde Belg.

Ten tweede lees ik dat veel ziekenhuizen niet wensen te reageren omdat de erelonenkwestie ook te maken heeft met de spaak lopende ziekenhuisfinanciering. Wat gezegd wordt, klopt. Artsen moeten een deel van hun inkomen afdragen aan het ziekenhuis voor de logistieke organisatie (consultatieruimte, OK-zalen, verpleeg- en zorgkundigen, enz) en zullen hier hun ereloonsupplementen/honoraria op afstemmen. 

Het debat over de artsenlonen moet gevoerd worden, maar is onlosmakelijk verbonden met de ziekenhuisfinanciering en de begroting voor zorg en gezondheid in het algemeen

Diensten die zéér veel consultaties per dag kunnen uitvoeren (zoals orthopedie) hebben een gunstigere onderhandelingspositie tegenover hun ziekenhuisdirectie en zullen vaak procentueel minder moeten afdragen dan bijvoorbeeld pediaters. Hoeveel een ziekenhuis wil dat de artsen moeten afdragen, hangt dan weer af van haar eigen uitgavenkosten en schuldenberg, die blijkbaar onvoldoende gedekt wordt door de ziekenhuisfinanciering door de overheid.

Kortom, het debat over de artsenlonen moet gevoerd worden, maar is onlosmakelijk verbonden met de ziekenhuisfinanciering en de begroting voor zorg en gezondheid in het algemeen.

T.N., laatstejaarsstudent geneeskunde

Belgisch systeem leidt tot overconsumptie

Ik werk al mijn hele loopbaan in Nederland in de gezondheidszorg, in het middenkader. Ik verbaas me er al jaren over dat de huidige financieringsstructuur – lees: inkomen per prestatie – in België gehandhaafd blijft. Dit systeem kan alleen maar overconsumptie in de hand werken.

In Nederland wordt er al geruime tijd met DBC’s gewerkt, Diagnose Behandel Combinatie. Hierbij krijg je een vaste vergoeding voor een diagnose met behandeling. Bijvoorbeeld: een patiënt krijgt de diagnose liesbreuk, dit betekent een vergoeding voor de operatie en twee polikliniekbezoeken; een voor het eerste polikliniekbezoek, en een voor nacontrole na de operatie. Laat je de patiënt vaker terugkomen, prima, maar daar krijg je geen extra vergoeding voor.

‘Ik verbaas me er al jaren over dat de huidige financieringsstructuur – lees: inkomen per prestatie - in België gehandhaafd blijft’

Ondertussen hebben ze ‘DOT’, DBC’s op weg naar transparantie, waarbij het aantal DBC’s teruggebracht is van 30.000 naar 4.000.

Nederlandse ziekenhuizen werken ook met benchmarks. Ze vergelijken zich met een tiental vergelijkbare ziekenhuizen op de uitgaven die ze doen voor de diverse zorgproducten. Zo kunnen ze zien op welk onderdeel ze te veel kosten maken. Kortom, voortdurend sturen op kosten.

Ik vind het een goede zaak dat dit ter tafel komt!

Tonny Van der Ha

Job in geneeskunde: roeping

In tijden van polarisering gaat men zich nu richten op de specialisten. Deze mensen zijn minstens 30 jaar vooraleer ze überhaupt geld verdienen. Al die jaren hebben ze overleefd met hulp van derden. Hun carrière hangt af van beschikbare plaatsen (velen zijn geroepen, weinigen uitverkoren).

Dat hun loon beperkt zou moeten blijven tot dat van een politicus is van de pot gerukt. CEO’s en politici hebben naast hun loon riante afscheidspremies als ze beslissen om het schip te verlaten. Dokters hebben die enkel na hun carrière als alles goed is verlopen in de 30 jaar dat ze als specialist werkten. Eén fout en het kan voorbij zijn, dit is absoluut niet het geval voor politici of CEO’s, zij dienen geen verantwoording af te leggen.

‘Een job in de geneeskunde is in de eerste plaats een roeping en vergt jaren van opoffering en determinatie’
Robrecht Steenhout

Als men deze mensen wil verliezen aan het buitenland, moet men maar verder polariseren. Een job in de geneeskunde is in de eerste plaats een roeping en vergt jaren van opoffering en determinatie.

Robrecht Steenhout

Transcendente bezoldigingen

Dankzij het dossier dokterslonen hoef ik het niet meer te doen met dooddoeners van collega’s specialisten: ‘Oei, maar dat weet ik niet, hoor’, ‘Ja maar, dat zou ik eens moeten nakijken’ of ‘Jaja, maar dat is bruto hé, en besef je wel hoeveel we aan de kliniek moeten afdragen?’

Dank u wel, De Morgen, voor de transparantie in verband met deze transcendente bezoldigingen!

R. Dockx, huisarts