Direct naar artikelinhoud
Concertrecensie

Skepta heerst in AB: ongekroonde royalty

Skepta in New York in juni van dit jaar.Beeld AP

“I’m your fitness instructor!”, gilde Skepta, de koning van de grime, in de Brusselse AB. “On your toes!” Daarop barstte de zaal uit zijn voegen en zagen wij dat het meer dan goed was.

Skepta beende het podium op als een bokser. Dikke hoodie aan, kap op, klaar voor de strijd. Hij rapte ‘Praise the Lord (Da Shine), de zomerhit van A$AP Rocky, en dat was veelzeggend. De grimmige Britse hiphopvariant grime werd de voorbije jaren immers binnengehaald door Amerikaanse rappers als Drake en Kanye West. Waar het sinds de late jaren 90 een exclusief Britse aangelegenheid was, wordt het nu eindelijk geadopteerd door de kanonnen uit de bakermat van de hiphop. Opmerkelijk, want grime kwam in de begindagen moeizaam de Londense underground uit, wegens te weerbarstig en te fel in zichzelf gekeerd. Enkel artiesten die de crossover met pop aandurfden, zoals Wiley en Dizzee Rascal, braken een beetje door. Maar ook hun hype ging halverwege de noughties liggen.

Dat u Skepta bij ons amper op de radio hoort, heeft ten dele te maken met het feit dat een hoop Belgische radiostations het nog steeds in zijn broek doet bij hiphop

We danken de veranderende perceptie tegenover grime onder meer aan Skepta’s neus voor pop. Witte raven als hij zijn vooralsnog in de minderheid. In de AB werd hij voorafgegaan door zijn collega’s Frisco en LD, getalenteerde rappers die evenwel zwoeren bij een hermetische, industriële klankesthetiek. Wat een verschil met de muziek van Skepta die warmer, ronder en dieper geproduceerd aandeed. In ‘Energy (Stay Far Away)’ haakte hij prachtig in op de Britse clubcultuur van de voorbij dertig jaar die op haar beurt de mosterd haalt bij de Jamaicaanse soundsystems. In ‘No Security’ spitte hij onvermoeibaar over een dubby, Massive Attack-achtige groove. ‘That’s Not Me’ werd verfraaid met nerveuze gameboybliepjes, zo frenetiek dat de opgezweepte fans allemaal hun gsm in de lucht staken om de waanzin te filmen.

Fuck the media

Zelf ijsbeerde Skepta kordaat langsheen een woud van zuilen vol snelstromende LED-lampjes. Dan weer wurmden geluidsfrequenties zich als gloeiend weerlicht over de hele lengte van voornoemde smalle videoschermen. Het voegde het broodnodige likje showbizz toe aan een concert dat in wezen heel rigide en no-nonsens was. Slechts bijgestaan door een dj beet Skepta zich door een resem tracks die zijn uniciteit, zijn wereldwijze teksten en zijn onweerlegbare rapskills in de verf zetten. “I’m a Nigerian eagle / In London smoking illegal / Nah, we are not so equal / them man are cloning people”, ratelde hij in ‘Hipocrisy’. Of hij stak zijn middelvinger op naar de traditionele media die hem jarenlang negeerden, zoals in ‘Ace Hood Flow’: “Last week I did five shows in five different countries / The supports have still got love for me / Middle finger to the media / Hypocrites can’t touch me.”

Een foto die is geplaatst door null (@skeptagram) op

Dat u Skepta bij ons amper op de radio hoort, heeft ten dele te maken met het feit dat een hoop Belgische radiostations het nog steeds in zijn broek doet bij hiphop. Ze beschikken niet over de know-how om het genre en de bijbehorende cultuur te doorgronden of te duiden, kennen de klassiekers niet en spotten zelden de juiste trends, tenzij die hen op een gouden dienblaadje worden aangeboden door Spotify-playlists of door de gespecialiseerde hiphopmedia. Skepta’s singles worden dan ook niet zelden naar de avonduren verbannen of worden simpelweg niet gedraaid. Er is nooit een referentiekader voor gecreëerd.

Volksliederen

Skepta heeft de radio niet nodig, zo bleek in de bomvolle, uitverkochte AB waar het dolle publiek nagenoeg elke track woord voor woord meescandeerde: een erg jonge fanbase trouwens, vol fervente genreliefhebbers die je wel eens tegen het lijf loopt op concerten van Amerikaanse trap-rappers of op het Nederlandse hiphopfestival Woo Hah! Die hondstrouwe fans houden er zo hun eigen gedragscodes op na en kiezen rapklassiekers die worden meegebruld alsof het volksliederen zijn. Zij baren de dominante taal in het huidige discours van de popmuziek. Wie de aanstormende generatie popcultuurvreters beter wil leren kennen, pikt dus best af en toe eens een Skepta’tje mee.

In Brussel gooide de rapper sowieso de hoogste ogen. Met het militante ‘Neighbourhood Watch’, begeleid door felle, roterende laserlichten en prikkelende marihuanawalmen. Of in het rotaanstekelijke ‘It Ain’t Safe’ waarvan het refrein lang na het stilvallen van de song ongevraagd werd herhaald door Skepta’s oververhitte apostelen in de zaal: “It ain’t safe for the block / not even for the cops!” 

Een foto die is geplaatst door null (@nero_santadora) op

Tijdens ‘Man’ brak er nét geen polonaise los – dat zou nog eens een gezicht zijn – en voor ‘Shutdown’ was het kot te klein. Laatstgenoemde nummer is zo’n beetje de ‘Say It Loud, I’m Black and I’m Proud’ van de grime geworden: een opkikkertje voor de immer benadeelde straatschoffies met een kleurtje, van welke Europese stad dan ook. “Sittin’ at the front, it’s like Rosa Parks / Trust me, you don’t wanna see me get dark”, blafte Skepta terwijl zijn volgelingen door elkaar kolkten. De boodschap? Kijk naar mij want ik ben zoals jij en als ik het kan maken, dan jij ook. Simpel en doeltreffend.

Skepta was ongekroonde royalty in Brussel. “African man, you see the jewels on my neck / Black James Bond, that’s the new silhouette.” Wat een baas.

Gezien op 2 december in de AB, Brussel