Direct naar artikelinhoud
Muziek

Op muzikale reis met de Toeareg in Niger: “Ik tour liever in eigen land, veel beter dan al die stress in Europa”

Toeareg-band TisDass.Beeld Bas Bogaerts

In Niger maken Toeareg-muzikanten niet zonder risico muziek. En toch kunnen ze het niet laten. Wij trokken naar de oevers van de majestueuze Niger-rivier voor een muzikale date met de Toeareg-band TisDass. 

Zonsondergang met uitzicht op de Niger. Drie Toeareg-muzikanten strijken neer op de bruine aarde van de heuvel aan de oever. “Ideale plek voor een privéconcertje”, grijnst zanger en gitarist Kildjate Moussa Albadé (34). “We komen hier graag om muziek te maken en te genieten van de rust.”

We zitten op een half uur rijden van Niamey, hoofdstad van Niger en havenstad aan de gelijknamige rivier. Het is oktober en nog altijd gloeiend heet. Families met kinderen baden in het water en genieten van de koelte, van de nijlpaarden verderop trekken ze zich weinig aan.

Albadé richtte het trio TisDass op nadat hij zich in 2014 afsplitste van de bekende Toeareg-band Bombino. “Met Bombino waren we vaak maanden onderweg op tournee, in Europa en de VS. Dan kwamen we thuis en vertrokken we heel snel opnieuw. Dat vele reizen zag ik niet meer zitten.”

Waar de Sahel in de Sahara overloopt

TisDass betekent ‘pilaren’ in de Toeareg-taal Tamasheq, een verwijzing naar de houten stokken die de Toeareg-tenten recht moeten houden. De groep bestaat, naast Albadé, uit bassist Ousmane Emoud (28) en percussionist Mohamed Emoud (32). Tegenwoordig wonen ze in de buitenwijken van Niamey maar de drie zijn afkomstig uit het noorden, waar de uitgestrekte Sahel overloopt in de nog uitgestrektere Sahara. Dag en nacht verschil met de groene velden hier aan de oevers van de Niger.

De drie muzikanten zetten een kleine versterker naast zich neer, nemen gitaren en slaginstrument, en steken van wal voor een publiek van nog geen tien man groot. Onder hen de bezitter van het stukje land op de heuvel en een paar jongens die bezoekers met een bootje de rivier mee opnemen en hopen dat wij daar straks op ingaan.

We worden meteen gegrepen door de meeslepende tonen van de bezwerende woestijnblues, golvend over de heuvel, met de traag stromende Niger als het perfecte achtergronddecor.

Waar de Sahel in de Sahara overloopt
Beeld Bas Bogaerts

De Toearegs zijn een oud nomadenvolk uit de Sahara en de Sahel, afkomstig van de Berbers. Ze domineerden eeuwenlang de karavaanhandel in de centrale Sahara en vormden de belangrijkste politieke macht. Met de komst van de Fransen in het begin van de 20ste eeuw, moesten de vrije Toeareg-geesten zich plots onderwerpen aan de Franse heerschappij. Dat leidde tot opstanden die telkens door de Fransen werden neergeslagen.

Na de onafhankelijkheid van Frankrijk werd het grondgebied van de Toearegs opgesplitst in Libië, Algerije, Mali, Niger en Burkina Faso. Dit was tegen de wens van de Toearegs – ze wilden zich niet laten begrenzen en ze wilden al helemaal niet bestuurd worden door een bepaald land. Opnieuw brak een revolutie uit, begin jaren 90. Ook in Niger waren opstanden, voornamelijk in het gebied ten noorden van de karavaanstad Agadez. De Toearegs eisten meer autonomie en als het kon ook het beheer over een eigen grondgebied. Het Nigerese leger sloeg hard toe: honderden Toearegs werden gevangengenomen, gemarteld en gedood. Halverwege de jaren 90 kwam het tot een akkoord tussen de regering en de Toearegs.

Kritische stem

De vrede duurde niet lang – in 2003 werd het opnieuw onrustig in Niger. De Toeareg-rebellen beschuldigden de overheid ervan zich niet te houden aan de afspraken na de vorige revolte. Niger is een straatarm land met een geschiedenis van diverse staatsgrepen. Nepotisme en corruptie zijn er diepgeworteld. De oorzaak van de Toeareg-opstanden in de jaren 2000 lag vooral bij economische en politieke problemen. Er werd een nieuw akkoord gesloten met de regering, en sindsdien is de relatie tussen overheid en Toearegs een stuk verbeterd. Toch moeten Toeareg-muzikanten met een kritische stem nog altijd op hun tellen passen. Kildjate Moussa Albadé ondervond het aan den lijve, vertelt hij.

“Ik was elf jaar toen de revolutie uitbrak. Muziek was een middel om boodschappen en nieuwtjes door te geven aan onze bevolking. We namen muziek en zang op en stuurden cassettes naar alle uithoeken van het land. In de teksten werd uitgelegd wat zich afspeelde op maatschappelijk en politiek vlak. Mijn vader was muzikant. Hij luisterde naar Bob Marley en Tinariwen (bekende Toeareg-band uit Mali, red.) en liet zich door hen inspireren. Als kind vond ik dat enorm spannend; de muzikale communicatie tussen de mensen, de invloeden uit het buitenland, de spanningen op straat. Ik wilde eraan bijdragen, heb een gitaar genomen en droomde ervan om professioneel muzikant te worden.”

TisDass.Beeld Bas Bogaerts

Als jonge snaak van zestien begon Albadé, net als zijn vader, met het schrijven van kritische teksten. Zijn eerste song bracht hij uit in het woelige jaar 2003, tijdens een nieuwe opstand.

“Ik schreef over het lot van onze mensen in de woestijn. Onze kinderen konden nog steeds niet naar school, er was een groot tekort aan water en ook de Toearegs die uit nood naar de steden waren verhuisd, hadden een hard leven. We werden achtergesteld op de Nigerese bevolking, behandeld als tweederangsburgers. Terwijl we al eeuwen in de Sahel en Sahara wonen, het is ons thuis.”

Albadé verhuisde in die periode met zijn ouders naar Niamey, in het verre zuiden. Een paar dagen na het uitbrengen van zijn song stonden er twee militaire voertuigen voor de deur. “De militairen brachten me naar het politiebureau. Het eerste wat ik daar te horen kreeg was het verwijt dat wij Toearegs te veel klaagden, en dat iedereen in Niger het moeilijk had. Wij hadden geen recht van spreken, we waren tenslotte niet van Nigerese afkomst. Ik protesteerde. Ik was jong en een vurig pleitbezorger van onze zaak. Als beginnende protestzanger nam ik mijn taak heel ernstig op. Met als gevolg dat ik in de gevangenis belandde.”

De volgende dag stond de voltallige Toeareg-populatie van Niamey voor de gevangenispoort te demonstreren voor de vrijlating van Albadé. Ook op de lokale overheid werd druk gelegd om de zestienjarige jongen te laten gaan. Toen Albadé de gevangenis mocht verlaten, volgde een huiszoeking.

‘Als beginnende protestzanger nam ik mijn taak heel ernstig op. Met als gevolg dat ik in de gevangenis belandde’
Zanger en gitarist Kildjate Moussa Albadé

“De cassette met het bewuste protestnummer werd in beslag genomen, en de politie dreigde ermee dat ik geen muziek meer mocht maken. Anders zou ik de rest van mijn leven achter de tralies verdwijnen. We namen het serieus, want we wisten hoe wreed de politie tegen de Toearegs kon zijn. Als we in Agadez zelfs maar speelden op een bruiloftsfeest, viel de politie al binnen om ons te doen stoppen.”

Na omzwervingen in Burkina Faso en Mali keerde Albadé terug naar Niger, naar de diepe Sahara in het noorden. Hij speelde gitaar, dronk hele dagen liters thee en verzoende zich met het leven. Uiteindelijk werd het toch een beetje té rustig en keerde hij terug naar Niamey, waar hij een paar jaar later in zee ging met Bombino. Zijn band TisDass bestaat inmiddels vier jaar. Ook met hen trekt hij regelmatig door Europa (België incluis), “maar meestal niet langer dan drie weken”, zegt Albadé. Percussionist Mohamed Emoud knikt instemmend. Hij vindt drie weken al te lang: “Ik tour liever in eigen land, zodat ik tijd overhoud voor mijn vrienden. Muziek maken, discussiëren, naar de zonsondergang boven de Niger kijken. Veel beter dan al die stress in Europa.”

TisDass.Beeld Bas Bogaerts

De scherpe kantjes zijn er vanaf in zijn teksten, vertelt Albadé. Tegenwoordig zingt hij over vrede in plaats van opstand. De afgelopen jaren bleef het relatief rustig tussen de overheid en de Toeareg-rebellen in Niger. Toch zijn er nog altijd heel wat problemen. Het afgelopen jaar liepen de spanningen op in de regio’s Tillaberi en Tahoua, in de grensstreek met Mali. De Fulani, een nomadische herdersstam, is regelmatig in conflict met lokale boeren, waaronder ook facties van de Toearegs, omwille van graasland en vee. Af en toe duiken ook IS-strijders op uit Mali. Het leger voert grootschalige operaties uit in de grensstreek en krijgt steun van de Franse troepen. De Amerikanen zijn eveneens actief in de regio; vorig jaar werden in Tillaberi vier Amerikaanse commando’s gedood door IS-strijders. In het westen van Niger zijn ondertussen meer dan 42.000 inheemse vluchtelingen.

Eén volk

“De vrede is zeer broos in Niger”, bevestigt Albadé. “Daarom vind ik het belangrijk om hier te zijn. Ik maak me zorgen om de verschillende Toeareg-facties die elkaar bekampen om wie recht heeft op welk stuk land. We worden zo in het nauw gedreven dat we tegen elkaar beginnen te strijden. Terwijl we toch één volk zijn. Een van de zaken die ons nog altijd verbindt, is muziek. Gelukkig. Wist je dat de oorsprong van de Toeareg-muziek van onze vrouwen komt? Zij zijn het die op de tendi speelden, een percussie-instrument, terwijl de mannen op het ritme dansten. De vrouwen zongen over oorlog, liefde en heldenmoed. Wij mannen zijn pas later begonnen met muziek, en hoewel er vandaag de dag veel meer mannelijke muzikanten zijn, blijft muziek een vrouwelijk voorrecht in onze cultuur. We eren onze vrouwen, we aanbidden ze.”

Albadé hoopt volgend jaar opnieuw naar België te komen. “We hebben zelfs een speciale Toeareg-versie van een Vlaamse song. Hoe gaat ‘ie ook weer?” Waarop hij een perfect verstaanbare versie brengt van de Kreuners: “Ik wil je, blijf bij me, hou van me, ga nooit meer weg.”

Op 11 december speelt de Nigerese Toeareg-band Les Filles de Illighadad in de AB – traditionele woestijnblues, gebracht door Toeareg-vrouwen.