Direct naar artikelinhoud
Opinie

Het nieuwe AfricaMuseum is een evolutie, maar geen revolutie

Nadia Nsayi.Beeld rv

Nadia Nsayi is beleidsmedewerker Congo bij Broederlijk Delen en Pax Christi Vlaanderen.

Zondag is het eindelijk zover: dan opent het AfricaMuseum – zoals de instelling herdoopt werd – opnieuw de deuren voor het grote publiek, na een renovatie van vijf jaar. De officiële opening vindt een dag eerder plaats in aanwezigheid van ministers, journalisten en genodigden. Koning Filip zal niet komen opdagen in ‘zijn’ Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. Een gemiste kans. Het was een moment om in naam van het koningshuis – waar ooit de omstreden Leopold II op de troon zat – excuses aan te bieden voor het koloniale terreurbewind, en een boodschap van verzoening te brengen. 

Ik hoop dat de koning dit signaal alsnog op een ander moment geeft, bijvoorbeeld naar aanleiding van de zestigste verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo in 2020.

Uiteraard waren er mensen die zich met goede bedoelingen inzetten voor het ‘beschavingsproject’. Maar is dat een reden om de Belgische kolonisatie in Congo goed te praten? Neen

De renovatie van het museum heeft, samen met de Canvasreeks Kinderen van de kolonie, het maatschappelijke debat over de Belgische kolonisatie in Congo opnieuw aangewakkerd. De toon van het debat is bovendien een stuk kritischer. Dat is een verdienste. De directeur van het AfricaMuseum, Guido Gryseels, spreekt zich duidelijk uit tegen kolonialisme. Jonge Belgen van Afrikaanse afkomst brengen nieuwe perspectieven in een debat dat tot recent bijna uitsluitend gevoerd werd door blanke Belgen. 

Uiteraard waren er mensen die zich met goede bedoelingen inzetten voor het ‘beschavingsproject’. Maar is dat een reden om de Belgische kolonisatie in Congo goed te praten? Neen. Want het was een fundamenteel onrechtvaardig systeem gebaseerd op militaire bezetting, economische uitbuiting en racistische betutteling.

Een nieuwe richting

Het AfricaMuseum stond voor de revolutionaire opdracht om een koloniaal gebouw te transformeren tot een hedendaags instituut over Afrikaanse landen waarmee België een koloniale band had: Congo, Rwanda en Burundi. Is het museum daarin geslaagd? Ik trok naar Tervuren.

In het AfricaMuseum kom je voortaan niet louter voor artefacten, maar ook voor de stem van Afrikanen en Afro-Belgen.Beeld BELGA

Er werd tijdens mijn bezoek nog hard gewerkt om de renovatie te voltooien tegen zaterdag. Het blijft een museum met Afrikaanse maskers. Een plek met opgezette dieren die vandaag geen deel meer uit maken van de leefwereld van de Afrikanen. Maar ik kwam ook vernieuwende elementen tegen. Het gaat om belangrijke realisaties in samenwerking met de Afrikaanse diaspora. Twee veranderingen lieten een positieve indruk na.

Leopold II bracht voor de wereldtentoonstelling van 1897 meer dan 200 Congolezen naar ‘zijn’ museum. De zwarte mannen werden als koloniale propaganda in de tuin tentoongesteld aan het blanke publiek. Zeven van hen stierven door het extreem koude weer – ze liggen begraven naast het museum. Deze doden krijgen nu eindelijk een herdenkplaat(s). Bezoekers krijgen de gelegenheid om stil te staan bij deze twintigers die ver van huis stierven. Bij de pijn van de nabestaanden, die hun overleden dierbaren nooit hebben kunnen begraven.

Ik ben blij dat het museum met de ‘diasporazaal’ de Afrikaanse migratie een stem geeft

Nog een hele weg te gaan

Het koloniale verleden van België in Congo, en ruimer van Europa in Afrika, laat erfenissen na die tot vandaag aanwezig zijn. De Afrikaanse diaspora in steden zoals Brussel en Antwerpen is een zichtbaar voorbeeld. Ik ben blij dat het museum met de ‘diasporazaal’ de Afrikaanse migratie een stem geeft. De bezoekers kunnen er kennismaken met de geschiedenis van Afrikanen – vooral Congolezen – in België. Ze kunnen er ook getuigenissen beluisteren van Afro-Belgen zoals muzikant Ronny Mosuse. Het is onder andere deze zaal die het museum een meer hedendaags karakter geeft.

De renovatie is geen revolutie. Dat kan ook niet, met de zware geschiedenis die het AfricaMuseum met zich meedraagt. Toch is de minder eurocentrische invalshoek een positieve evolutie. Het instituut staat voor de uitdaging om het dekolonisatieproces oprecht voort te zetten. Daar is een verdere uitbouw van de structurele dialoog en samenwerking met experts uit Afrika en de Afrikaanse diaspora voor nodig. Alleen op die manier kan het in een superdiverse samenleving relevant blijven, als culturele en wetenschappelijke instelling met een koloniale verleden.