Direct naar artikelinhoud
Interview

Historicus Adam Hochschild: “Belgische excuses voor wandaden in Congo zouden goede zaak zijn”

Adam Hochschild, auteur van ‘King Leopold’s Ghost’, klaagde eind jaren 90 de vroegere collectie van het AfricaMuseum aan. Nu ziet hij beterschap maar hoopt op zoveel mogelijk Afrikaanse participatie.Beeld Tim Dirven

Auteur Adam Hochschild klaagde twintig jaar geleden als eerste aan dat het oude Afrika-museum in Tervuren koloniale wandaden verzweeg. Zonder zijn bestseller De geest van koning Leopold II was het museum mogelijk nooit vernieuwd. Nu pleit hij voor vorstelijke verontschuldigingen. ‘En laat die maar gevolgd worden door hersteldaden.’ 

“Ik herinner me mijn eerste bezoek aan het oude Afrika-museum (sinds dit weekend opnieuw open als AfricaMuseum) in 1995 levendig. Ik was volop bezig met het onderzoek voor mijn boek De geest van koning Leopold II en de plundering van Congo, dat drie jaar later zou verschijnen. Wat me toen het meest choqueerde was wat er níét was”, vertelt de Amerikaan Adam Hochschild (76) als we hem bellen in Berkeley, Californië, waar hij nu doceert aan de School of Journalism.

“Ik zag er prachtige Afrikaanse kunst, beelden en opgezette dieren maar las nergens dat al die schatten er terechtkwamen dankzij een systeem van dwangarbeid in de rubberplantages van Leopold II’s Congo Vrijstaat. Stelt u zich mijn verbazing voor toen ik zelfs rubberlianen zag hangen bij de fauna en flora, zonder vermelding van de miljoenen mensen die het leven lieten tijdens het oogsten daarvan (einde 19de, begin 20ste eeuw, MR).”

Lees ook

AfricaMuseum heropent: “Was er een genocide? Misschien onbedoeld, maar het resultaat was hetzelfde”

“Het nieuwe AfricaMuseum is een evolutie, maar geen revolutie”, schrijft Nadia Nsayi die beleidsmedewerker Congo is bij Broederlijk Delen en Pax Christi Vlaanderen.

Hochschild was gefascineerd geraakt door Congo Vrijstaat toen hij het verhaal las van de Britse scheepsbediende Edmund Dene Morel, die eind 19de eeuw op zijn eentje een succesvolle globale mensenrechtencampagne begon om de wandaden onder Leopold II aan te kaarten. Hochschilds boek maakte na publicatie in België veel emoties los maar kreeg uiteindelijk erkenning toen bleek dat hij zich ook baseerde op onderbelichte, maar degelijke, Belgische historici die de hoge dodenaantallen beaamden.

“Nu ben ik benieuwd om te zien hoe het museum er deze keer zal uitzien,” zegt hij, “want toen ik er terugkeerde in 2005 toonde het nog steeds onderschatte slachtoffercijfers.” 

We mailen Hochschild een aantal foto’s van hoe het museum er zal uitzien als het dit weekend na vijf jaar renovatie heropent, onder andere met Afrikanen die op beeldschermen commentaar geven op de bloedige koloniale geschiedenis en de rijke cultuur. Er staan ook provocerende werken van Congolese kunstenaars, zoals over de moord op Lumumba.

“Ik zie enkele goede ideeën, zoals die African Voices”, zegt hij aan de telefoon over zijn eerste indrukken. “Een museum over Afrika móét eigenlijk vooral uit Afrikaanse stemmen bestaan, op zoveel mogelijk verschillende manieren geuit. Dit is dus een stap in de juiste richting.”

Het controversiële borstbeeld van Leopold II, dat vroeger centraal stond, is nu naar een hoekkast verbannen. Is dat voldoende of hoort het niet meer in het museum thuis?

“Ik ben niet iemand die gelooft dat beelden of relikwieën uit oude tijden vernield moeten worden omdat ze slechte mensen uitbeelden. Als we dat zouden doen, dan zouden we wereldwijd koningen, koninginnen en generaals van hun sokkel moeten halen. Wat we wel moeten doen, is duidelijk zeggen waarom ze controversieel zijn, verklaren waarom ze zo lang als helden zijn vereerd en hoe we er nu tegen aankijken. Wat het ivoren borstbeeld van Leopold II in Tervuren betreft: ik zou dat zelf liefst naast een Congolees zien staan die op hem commentaar geeft.”

‘De eigenlijke verontschuldiging zou gevolgd moeten worden door concrete hersteldaden’
Adam Hochschild

Een Congolees historicus vraagt nu in een videoboodschap in het museum af of er een genocide werd gepleegd, en besluit dat dit misschien niet het doel was maar hetzelfde resultaat had. Vindt u dat België het slachtofferaantal officieel moet erkennen, wat nog niet gebeurde?

“Uiteraard moet de omvang van de dodenaantallen erkend worden, en er moet over gepraat worden. (Hochschild wees in zijn boek op onderzoek van wijlen antropoloog Jan Vansina waaruit bleek dat de Congolese bevolking tussen 1880 en 1920 halveerde van 20 naar 10 miljoen mensen, door geweld, barbaarse levensomstandigheden én omdat de dwangarbeid geboortes onmogelijk maakte, MR). Ik hou wel niet van het woord genocide in deze context, want dat betekent dat iemand intentioneel een bevolkingsgroep ombrengt zoals Hitler dat deed, de Turken met de Armeniërs, of recenter in Rwanda. Je zou wel kunnen stellen dat er toen in Congo doden vielen op een genocidaire schaal, als gevolg van een systeem van slavenarbeid. Je kan ook het woord holocaust gebruiken maar dan letterlijk met kleine h – omdat de hoofdletter nu verwijst naar het uitroeien van de Joden in WOII.

“Dit debat moet overigens gevoerd worden in alle Europese landen die kolonies hadden, Frankrijk, Duitsland, Portugal… Het is belangrijk te vermelden dat het aantal doden in rubberplantages en de inkrimping van de bevolkingsgroei daar ongeveer op hetzelfde niveau lag als in Congo Vrijstaat. Ook in Duits Kameroen halveerde de bevolking, maar dit kreeg minder aandacht dan de ‘persoonlijke kolonie’ van Leopold II.”

De huidige Belgische koning Filip komt niet naar de heropening van het museum. Officieel omdat het museum nog niet helemaal af is maar men vermoedt ook dat hij protesten vreest.

“Ik ken zijn precieze reden niet maar koningen kiezen doorgaans niet-controversiële optredens. Dit gespannen thema brengt uiteraard sterke gevoelens teweeg, aan beide zijden. Naast de vele Afrikanen in België, die familiebanden hebben met mensen die leden onder de kolonisatie, zijn er ook nog veel Belgen familie van oud-kolonialen die overtuigd waren dat ze vrede en welvaart gingen brengen. Er moeten manieren worden gevonden om te praten over wat er gebeurde, zonder dat men de indruk geeft dat alle voorouders onteerd worden omdat het koloniaal systeem als dusdanig onrechtvaardig was.”

Moeten onze monarchie, en de regering, historische excuses aanbieden voor het Congolese leed uit het verleden?

“Elke wijze waarop je zo eerlijk mogelijk over deze geschiedenis praat is belangrijk. Als er nu excuses komen via een rede van de koning of de premier, waarin ze de vreselijke daden erkennen die een eeuw geleden tijdens de kolonisatie gebeurden, dan zou dat een goede zaak zijn.”

Hoe maak je zo’n excuses concreet?

“De eigenlijke verontschuldiging zou gevolgd moeten worden door concrete hersteldaden. Een excuus is makkelijk uit te spreken, maar heeft ook als risico dat men zegt: ‘we hebben sorry gezegd, het probleem is opgelost en nu denken we er niet meer aan.’”

‘Je zou programma’s kunnen opzetten om meer Congolese beursstudenten een kans te geven om aan Belgische universiteiten en in instellingen als het Africamuseum te studeren’
Adam Hochschild

Aan welke hersteldaden denkt u dan?

“Elk land dat profiteerde van kolonialisme en slavernij heeft een morele verantwoordelijkheid om het weer goed te maken, van België tot Frankrijk en de VS. Die geschiedenis moet niet enkel weerspiegeld worden in musea. Je zou bijvoorbeeld meer programma’s kunnen opzetten om meer Congolese beursstudenten een kans te geven om aan Belgische universiteiten en in instellingen als het AfricaMuseum te studeren. En je moet investeren in het ombuigen van de voortdurende gevolgen van het kolonialisme in Congo vandaag.”

Welke koloniale gevolgen zijn er vandaag het meest voelbaar?

“Toen men het koloniaal bewind ervoer, leerde men dat de overheid een georganiseerd plundersysteem was. Het enige doel was om natuurlijke rijkdommen naar België en Europa te brengen. Het bestuur stond niet ten dienste van het volk. Het is dus niet verwonderlijk dat de Congolezen ook nadien bewindslui kregen die dit diefstalsysteem kopieerden, eerst decennia Mobutu, daarna Kabila Sr. en nu Joseph Kabila.

“Het huidig denkpatroon omvormen over de rol van de overheid is nu in Congo een enorme en moeilijke uitdaging. Uiteindelijk moeten de Congolezen dat zelf doen, maar België en andere landen met ex-kolonies kunnen ook hier helpen door opleidingen aan te bieden. Dit gezegd zijnde, er zijn ook nu weer Belgen die de Congolese bevolking ter plaatse goed helpen – zoals artsen en onderwijzers.”

‘Ook restitutie van gestolen kunst is een belangrijke, symbolische, manier waarop landen zich kunnen verontschuldigen’
Adam Hochschild

Er is ook nog altijd controverse over tentoongestelde voorouderbeelden die na plundering door Belgische militairen in Tervuren terechtkwamen. Congolezen eisen ze terug.

“Ook restitutie is een belangrijke, symbolische, manier waarop landen zich kunnen verontschuldigen voor onrechtvaardigheden uit het verleden. Het is een realistische vraag die ernstig moet worden genomen. Het is wel maar een goed idee als ze ondergebracht en tentoongesteld kunnen worden op een veilige manier. Je kan ze niet terugsturen naar de plek waar ze vandaan kwamen zonder dat daar nu een goed geleid museum is.”

Moet men in tussentijd inzetten op samenwerking met musea van en voor Afrikanen elders – zoals het nieuwe Museum for Black Civilisations dat opende in Dakar?

“Ik denk dat het een uitstekende zaak zou zijn als musea als het AfricaMuseum hun expertise lenen aan zo’n nieuwe musea in Afrika. Tegelijk moet je ook Afrikanen zoveel mogelijk betrekken in het beleid van het museum in Tervuren, zeker nu er ook veel Afrikaanse intellectuelen in Europa wonen.”

‘Het museum zou, wat mij betreft, gedurfd mogen tonen in wiens zakken de winsten van Congo’s rijkdommen eindigen’
Adam Hochschild

Het AfricaMuseum stelt ook terug Congo’s rijkdommen voor, van allerlei ertsen tot de biodiversiteit. Maar die worden ook vandaag nog geplunderd.

“Congo ziet zijn onmetelijke rijkdom – van goud, diamant, uranium, tin, hardhout,... tot coltan nu – al meer dan een eeuw wegsijpelen naar de buitenwereld zonder dat de lokale bevolking er ook maar iets voor terugkrijgt. Ik hoop dat de nieuwe tentoonstelling er in zal slagen om dat te reflecteren. Ze zouden wat mij betreft zelfs een gedurfde stap verder mogen gaan en tonen in wiens zakken de winsten eindigen…”

Is dat ook niet tot in de zakken van de bezoekers, want er zit coltan in onze smartphones? Moet ook de publieke opinie bewuster druk uitoefenen op bedrijven en regeringen om ethisch te ontginnen?

“Klopt. Het zou goed zijn als consumenten dat doen. Alleen stelde ik zelf mijn illusies over de afdwingbaarheid bij. Toen ik in 2009 een goudmijn bezocht in Congo kregen we te horen dat dit een goed voorbeeld was omdat de artisanale delvers niet gecontroleerd werden door een krijgsheer maar door het Congolese leger… dat natuurlijk even omstreden handelt. Het is erg moeilijk om de oorsprong onafhankelijk te controleren.

“Toch kan het. Een positief voorbeeld in Afrika vind ik Botswana. Zij bezitten veel diamantmijnen maar sloten akkoorden met grote handelaren als De Beers opdat de regering de helft van de mijn blijft bezitten. Ze kwamen ook overeen dat een deel van de verwerking lokaal moet gebeuren, waardoor er duurzame jobs werden opgericht.”

Tot slot, hét symbool van het AfricaMuseum blijft intussen de opgezette olifant… naast andere beschermde dieren, terwijl de jacht daarop streng verboden is. Een anachronisme?

“Daar ben ik niet van overtuigd. Je kan de olifant ook tonen en er bij zeggen: dit is vandaag een bedreigde diersoort en de jacht op olifanten en andere wilde dieren is nu zeer schadelijk. Het goede van opgezette dieren is dat kinderen er graag naar kijken en eruit kunnen leren. Maar, geef mij persoonlijk maar zoveel mogelijk Afrikaanse stemmen in het AfricaMuseum. Musea en instellingen veranderen vooral als de direct betrokkenen als groep een inbreng krijgen. Zo hebben ook wij in Washington nog maar net een museum van onze Afro-Amerikaanse geschiedenis. Dat was er nooit gekomen zonder het lobbyen door de nazaten van onze eigen slavernij en burgerrechtenbeweging”.