Nationale Bank: Belgische economie blijft komende jaren achterop hinken
De Belgische economie zal de komende jaren trager blijven groeien dan in de rest van Europa. Dat zegt de Nationale Bank. Dat België het slechter doet dan het Europese gemiddelde heeft volgens de Nationale Bank onder meer te maken met het feit dat heel wat vacatures niet ingevuld raken. De volgende regering zal moeten blijven hervormen, zegt de Nationale Bank.
“In het beste geval denken we dat we 1,5 à 1,75 procent groei mogen verwachten”. Die hoop sprak VBO-topman Pieter Timmermans vorige week nog uit. Maar zulke groeicijfers zullen we de komende jaren bijlange na niet halen. Volgens berekeningen van de Nationale Bank zal de groei van de Belgische economie de komende jaren geleidelijk afnemen en telkens onder het Europese groeiritme blijven.
Vorig jaar ging de Nationale Bank er nog van uit dat de Belgische economie in 2018 1,6 procent zou groeien. Maar die voorspelling is iets te rooskleurig gebleken, want de groei zal dit jaar blijven steken op 1,5 procent. Daarmee zitten we behoorlijk onder het gemiddelde van 1,9 procent van de eurozone.
Het wordt er de komende jaren ook niet beter op: volgend jaar zakt de groei in België naar 1,4 procent en tegen 2021 zal de groei nog maar 1,2 procent bedragen. En dan mogen er nog geen grote tegenvallers zijn, zoals een brexitdeal die op niets uitdraait of een impasse in de Belgische politiek.
(Lees verder onder de grafiek.)
De Nationale Bank wijst een aantal oorzaken aan voor de groeivertraging. Zo speelt de krapte op de arbeidsmarkt - veel jobs die niet ingevuld raken - een belangrijke rol. Daarnaast dalen de binnenlandse bestedingen relatief: bedrijven beginnen minder te investeren dan de afgelopen jaren. Anderzijds geven de gezinnen meer uit doordat de koopkracht de afgelopen tijd is toegenomen.
Door de groeivertraging en door ingrepen die slechts op korte termijn effect hebben, zal het overheidsbudget de komende jaren tot slot ook onder druk komen te staan: tegen 2021 dreigt het begrotingstekort op te lopen tot 2 procent van het bruto binnenlands product, nu is dat 0,8 procent. Ondertussen loopt de staatsschuld terug, maar blijft die toch nog groter dan het bbp.
Herbekijk hieronder de reportage uit "Het Journaal":
