Raad van State verwerpt vraag van Vlaams Belang

Filip Dewinter © BELGA

De Raad van State verwerpt de vraag van Kamerlid Filip Dewinter (Vlaams Belang). Hij vorderde dat de beslissing van de federale regering om het VN-Migratiepact te onderschrijven, geschorst zou worden.

De vorderingen die Dewinter had ingesteld, zijn maandag in twee arresten verworpen. De Raad van State bevestigt ook dat de beslissing in de schoot van de zogenaamde CoorMulti volstond om het Belgische standpunt te bepalen. De bespreking en de goedkeuring van het pact door de ministerraad waren dus niet nodig.

De beslissing om het ‘Global Compact for Migration’ te onderschrijven viel op 12 september, tijdens een vergadering van de bevoegde kabinetten en administraties van de federale en deelstaatregeringen, samen de CoorMulti genoemd. Op 3 oktober zond minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders vervolgens een instructienota aan de Belgische permanente vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties, waarin formeel gesteld werd dat ons land het migratiepact zou goedkeuren op de Conferentie van Marrakech op 10 en 11 december.

Nadat vorige week de N-VA uit de federale regering verdwenen was uit onvrede over de Belgische steun voor het pact, diende Filip Dewinter twee schorsingsverzoeken bij de Raad van State in. In de eerste vordering vroeg hij de schorsing van de instructienota van 3 oktober, van de beslissing van premier Charles Michel om de nota de handhaven nadat een wisselmeerderheid in de Kamer zich voor het pact had uitgesproken, en van de ‘akten en/of handelingen’ van de premier in Marrakech die in de feiten neerkomen op de goedkeuring van het pact. In de tweede vordering vroeg Dewinter om de schorsing van de beslissing van de CoorMulti op 12 september.

Geen enkele van de verzoeken van de Dewinter zijn door de Raad van State ingewilligd, blijkt dinsdag uit twee arresten. De Raad van State bevestigt dat niet elke regeringsbeslissing een voorafgaand overleg in de ministerraad vereist. Met andere woorden: eens de beslissing door de CoorMulti genomen was om het VN-Migratiepact te steunen, hoefde de regering zich er niet nog eens over uit te spreken. Er bestaat geen enkele (grond)wettelijke bepaling die dat voorschrijft.

Tegelijk gaat voor de Raad van State de redenering niet op dat de regering zich sinds het ontslag van vijf N-VA-ministers en -staatssecretarissen en de daaropvolgende herschikking van bevoegdheden in lopende zaken bevindt en het migratiepact dus niet kan goedkeuren.