Direct naar artikelinhoud
televisie

Wim Lybaert: “Mensen hebben behoefte aan programma’s die écht zijn”

Wim Lybaert.Beeld rv

Wim Lybaert is de ambassadeur van het goede leven. En daar hoort ook een behoorlijke portie tv bij. “Er kunnen wat mij betreft geen talentenjachten genoeg zijn.” 

Echte televisie. Het zijn twee woorden die vaak terug komen, wanneer Wim Lybaert, de man achter het stuur van De Columbus, zijn licht laat schijnen over het voorbije televisiejaar. Het zijn die echte programma’s die hij zelf het liefste maakt. “Uit noodzaak”, bekent hij. “Je hoeft bij mij niet met een scenario aan komen zetten. Ik kan toch nooit onthouden wat erin staat.” Maar het zijn ook het soort programma’s waar hij graag naar kijkt. “Ik hou ervan wanneer mensen op tv een andere kant van zichzelf laten zien.” 

Naar een voorbeeld is het niet lang zoeken. Lybaert: “Ik was een beetje bezorgd toen ik hoorde dat Philippe Geubels een programma als Taboe zou maken. Ik ken Philippe. Hij heeft meegereden met de Columbus en we hebben een gezamenlijk verleden bij Woestijnvis. Maar toch zag ik hem vooral als comedyman. In Taboe toont hij dat hij eigenlijk een heel warme, empathische mens is. Iemand die oprecht geïnteresseerd is in de anderen. De aflevering over depressies heb ik bekeken samen met mijn stiefvader, die manisch-depressief is. Ik was daar echt van aangedaan. Heel straffe televisie.”

Talentenjachten

Niet alleen Taboe valt bij Lybaert in de categorie echte televisie. Ook Down the Road, het programma waarin Dieter Coppens Europa doorkruist met een groep jongeren met het syndroom van Down, verdient die stempel. “Omdat het ook weer om echte mensen gaat. Mensen die niet acteren.” Om diezelfde reden was Boer zkt vrouw een wekelijkse afspraak ten huize Lybaert. “Ik heb altijd al een zwak voor boeren gehad, omdat dat meestal heel oprechte mensen zijn. Ze spelen geen komedie. Logisch ook, ze zitten dag in dag uit in de natuur en daar heb je niets aan dat soort spelletjes.” 

Dat net die programma’s ook hoog scoren in de kijkcijferlijstjes is geen toeval, denkt Lybaert. “We hebben heel slimme kijkers. Ze zien wat echt is en wat niet. Neem nu een programma als Het lichaam van Coppens. Ook al is dat een strak geregisseerd studioprogramma, toch heb je ook daar weer die echtheid. Je voelt dat die broederband niet gespeeld is, dat die gasten elkaar echt graag hebben. Mensen hebben behoefte aan dat soort programma’s.” 

Wat niet betekent dat het  het enige genre is waar Lybaert voor gaat zitten. Niet alleen wat moestuinieren betreft, ook qua televisiekijken blijkt hij behoorlijk fanatiek. “Ik probeer van elk nieuw programma minstens één aflevering mee te pikken. Dat moet ook als televisiemaker, vind ik. Bij sommige dingen blijf ik hangen, bij andere haak ik af.” 

Welk scenario het wordt, hangt onder andere af van de kinderen. Lybaert heeft er drie, variërend in leeftijd van 8 tot 14 jaar, en die bepalen mee het programmaschema. Lybaert: “Dat heeft er onder meer voor gezorgd dat ik een liefde voor talentenjachten heb opgevat. The VoiceBelgium’s Got Talent, zelfs America’s Got Talent heb ik gevolgd. En dat niet alleen omdat de kinderen willen kijken. Ik betrap me erop dat ook wanneer zij al gaan slapen zijn, ik toch blijf zitten. Er kunnen wat mij betreft geen talentenjachten genoeg zijn.” 

‘Tieners en jonge twintigers hebben er geen idee van wie ik ben. die gasten kijken gewoon geen tv meer’
Wim Lybaert

Doorspoelen

Die gezamenlijke televisieavonden worden wel steeds schaarser, stelt Lybaert vast. “Mijn kinderen kijken amper nog lineaire tv. Mijn oudste zoon is grote fan van Netflix. Hij heeft dit jaar Friends ontdekt. Hoewel die reeks twintig jaar oud is, heeft ze weinig last van ouderdomsverschijnselen. Als ik een aflevering met hem mee kijk, moet ik daar nog steeds om lachen. De middelste durft nog eens een voetbalmatch meepikken, maar mijn dochter van acht is amper nog voor de tv te vinden. Ze kijkt liever naar slecht gemaakte YouTube-filmpjes.”

Dat baart Lybaert zorgen. “Ik maak programma’s voor een zo breed mogelijk publiek. Maar tegenwoordig schieten die programma’s een steeds grotere groep mensen gewoon voorbij. Tieners en jonge twintigers hebben er geen idee van wie ik ben. Toen ik in het Woestijnvis-programma De klas les kwam geven over de klimaatopwarming wist niemand van die leerlingen van waar ze me zouden moeten kennen. Die gasten kijken gewoon geen tv meer.” 

‘Mijn dochter van acht is amper nog voor de tv te vinden. Ze kijkt liever naar slecht gemaakte YouTube-filmpjes’
Wim Lybaert

Bijkomend probleem: diegenen die wel nog tv kijken hebben een steeds grotere hekel aan commerciële boodschappen. Lybaert: “Ik snap niet hoe commerciële zenders hun reclameblokken nog verkocht krijgen. Iedereen spoelt die reclame toch door? De slimste mens haalt 900.000 kijkers, maar hoe kijken die mensen naar zo’n programma. Allemaal op dezelfde manier, zeker? Tien minuten later inschakelen, zodat je alle reclameblokken kan doorspoelen.” 

Blinde vlek

Waarom grijpt niemand in, vraagt Lybaert zich af. Dit jaar deed mediaminister Sven Gatz (Open Vld) een schuchtere poging om zo’n doorspoelverbod op tafel te leggen. Maar even snel werd dat idee, wegens te onpopulair, weer afgevoerd. “We zetten onze tv aan en denken dat alles wat daar te zien is gratis en voor niets is. Maar zo werkt het niet.” 

Dat Lybaert voor de openbare omroep werkt, die veel minder afhankelijk is van reclame-inkomsten, maakt het probleem er niet minder op. “We hebben die commerciële zenders nodig. Van concurrentie worden we allemaal beter. Ik wil over een paar jaar niet voor de enige overgebleven zender van het land werken.”

‘Van concurrentie worden we allemaal beter. Ik wil niet voor de enige overgebleven zender van het land werken’
Wim Lybaert

Lybaert somt nog een aantal programma’s op waar hij dit jaar bij is blijven hangen. De rechtbank en Topdokters, bijvoorbeeld. Maar ook Hotel Römantiek, De klas en Last Days van fotograaf Lieve Blancquaert. “Allemaal programma’s waarvan ik de makers ken, merk ik nu. Blijkbaar geeft dat me toch het extra duwtje in de rug dat ik nodig heb om de tv aan te zetten. Op zich is daar niets mis mee, alleen creëert het ook een soort blinde vlek. Hoe zal ik het zeggen is bijvoorbeeld helemaal aan mij voorbijgegaan. Ik hoor overal hoe fantastisch dat programma is, maar omdat ik Tim Van Aelst niet persoonlijk ken, heb ik zijn programma geskipt. Ook Dezelfde deur, 20 jaar later van Martin Heylen heb ik gemist. Terwijl ik als monteur nochtans aan veel van die oude Man bijt hond-reportages heb meegewerkt. Maar toen dat programma werd uitgezonden, toerde ik met de Columbus rond. Ik probeer zo veel mogelijk te volgen. Alleen vragen zowel televisie kijken als televisie maken heel veel tijd. En die twee zijn niet altijd even makkelijk met elkaar te combineren.”

Lees ook:

Deze tv-programma’s uit eigen land mocht u dit jaar niet missen