Direct naar artikelinhoud
Welzijn

Professor Laurie Santos geeft ‘happiness-colleges’ aan Yale: “Gelukkig zijn kun je leren”

Professor Laurie Santos geeft ‘happiness-colleges’ aan Yale: “Gelukkig zijn kun je leren”
Beeld The Washington Post/Getty Images

Veel van haar studenten zijn ongelukkig, merkte Laurie Santos, hoogleraar psychologie aan de Amerikaanse universiteit Yale. Om hen te helpen zette ze de collegereeks ‘The Science of Well-Being’ op, die een groot succes werd.

Het Silliman College, een van de campussen van Yale, doet denken aan Harry Potters Zweinstein. Een groot grasveld ligt in het midden van een gotisch aandoend gebouwencomplex vol mysterieuze hoekjes, gebrandschilderde ramen en zware deuren. De studenten die er wonen slenteren over het veld van de eetzaal naar hun kamer, van de bibliotheken naar de colleges.

Laurie Santos is hier sinds twee jaar afdelingshoofd. Dat betekent dat de 43-jarige hoogleraar psychologie tussen haar studenten woont. Eigenlijk kwam het door haar nieuwe woonsituatie dat ze zich zorgen begon te maken. Want zo tussen de studenten viel haar iets op: deze jonge mensen studeerden aan een van de beste universiteiten ter wereld, hadden schitterende toekomstperspectieven. En toch waren Yale-studenten vaak niet gelukkig.

‘Niemand plaatst een lelijke bikinifoto op Instagram, niemand beschrijft de minder leuke onderdelen van zijn vakantie’

Om haar studenten te helpen, zette de hoogleraar vorig jaar de collegereeks ‘The Science of Well-Being’ op. In de reeks behandelt Santos de wetenschappelijke inzichten over welzijn en geluk en geeft ze de studenten oefeningen mee die hen moeten helpen een gelukkiger leven te leiden. 

De combinatie van studiepunten verdienen en een praktische training in levensgeluk bleek een gouden formule. Met 1.200 inschrijvingen werd het ‘happinesscollege’ het meest bezochte vak in de geschiedenis van de prestigieuze universiteit. We treffen Santos op Skype in haar werkkamer op het Silliman College.

Waarom had de verhuizing naar de campus zo’n impact op uw blik op studenten?

Laurie Santos: “Ik werk al vijftien jaar aan Yale, maar tot twee jaar geleden zag ik de studenten alleen vanuit mijn rol als hoogleraar in de collegezalen. Pas toen ik met hen op hetzelfde terrein woonde, zag ik hoe angstig en depressief velen van hen waren. Ik zag jonge, bevoorrechte mensen die keihard gewerkt hadden om hier te komen en vervolgens helemaal niet konden genieten van de bijzondere maar korte periode dat ze hier zijn. Ik vond dat triest.

“Inmiddels kun je echt spreken van een mentalegezondheidscrisis. De cijfers zijn behoorlijk onthutsend. In de VS zegt 40 procent van de studenten te depressief te zijn om goed te functioneren, meer dan 60 procent zegt angstig te zijn.”

Hoe komt het dat juist de groep millennials zo gedeprimeerd is?

“In algemene zin kun je zeggen dat ze veel opofferen in het hier en nu, om later iets te doen waarvan ze denken dat ze er gelukkig van worden. Ze hebben op de middelbare school vaak hard moeten werken om hier te komen. En als ze eenmaal aan het studeren zijn, maken ze zich zorgen over de volgende horde: een goede baan of een goed salaris later, hun cijfers. Dat gaat weer ten koste van hun sociale contacten en hun slaap.

‘De cijfers zijn behoorlijk onthutsend. In de VS zegt 40 procent van de studenten te depressief te zijn om goed te functioneren, meer dan 60 procent zegt angstig te zijn’

“En er zijn voor deze generatie stressoren bij gekomen. Iedereen zit bijvoorbeeld met zijn neus in zijn telefoon. Het is een van de redenen waardoor veel studenten aangeven eenzaam te zijn. Er zijn veel data die erop wijzen dat veelvuldig gebruik van sociale media ons depressief en angstig kan maken.”

Wat is de psychologische verklaring daarvoor?

“Ons brein heeft nog geen manier gevonden om goed om te gaan met het observeren van anderen die het beter doen of er beter uitzien dan wijzelf. De mens zit zo in elkaar dat we ons slechter voelen door de successen van iemand anders. 

“Tegelijkertijd voelen we ons niet beter als we iemand op sociale media zien die lelijker is of minder rijk. Toch scrollen we vrijwillig door al die berichten. Het tast onze geest aan, zeker als die informatie ook nog eens bewerkt is om een zo positief mogelijk beeld neer te zetten: niemand plaatst een lelijke bikinifoto op Instagram, niemand beschrijft de minder leuke onderdelen van zijn vakantie.”

Gebruikt u zelf nog sociale media?

“Ik zit niet op Instagram. Facebook en Twitter heb ik van mijn telefoon gehaald zodat het moeilijker is om er gedachteloos op te klikken. Toen ik mijn 19-jarige studenten vertelde dat ze van sociale media moesten, staarden ze me wezenloos aan. Sommigen hebben het wel gedaan. Eerst vonden ze het vreselijk, maar daarna voelden ze zich beter en verspilden ze minder tijd.”

Wat hebt u verder gedaan om gelukkiger te worden?

“Ik behoor tot de categorie mensen die van zichzelf niet automatisch gelukkig zijn. Ik beschouw mezelf als van nature wat depressief. Ik moest al die dingen die ik mijn studenten vertelde, zoals meer slapen, dus ook zelf in de praktijk brengen. 

“Ik mediteer meer en besteed meer aandacht aan vriendelijkheid en dankbaarheid. Dat zijn manieren om je dichter bij anderen te voelen. Het klinkt melig, maar hoe vaker je dat doet, hoe groter het effect. 

“Ik probeer ook meer sociale verbindingen te maken met anderen. Dat betekent dat ik mezelf dwing een praatje met vreemden te maken. Dat is best moeilijk voor mensen zoals ik, uit het noordoosten van de VS, waar ze toch wat stugger zijn dan in het zuiden.”

‘Er zijn veel data die erop wijzen dat veelvuldig gebruik van sociale media ons depressief en angstig kan maken’

U hebt jarenlang onderzoek gedaan naar cognitie bij primaten en apen, om zo menselijk gedrag te kunnen verklaren. Hoe hebben wij ons zo ongelukkig kunnen ontwikkelen?

“Natuurlijke selectie heeft een perfect motiveringssysteem opgeleverd voor dingen die moeilijk te krijgen zijn. Daarom kunnen we bijvoorbeeld hunkeren naar vet en zoet eten, vroeger een zeldzame delicatesse, terwijl we die hunkering ontberen voor groente; daar was immers genoeg van. 

“Mijn vermoeden is dat hetzelfde geldt voor sociaal contact: we hebben het nodig, maar we missen die hunkering, omdat we ons hebben ontwikkeld in een omgeving waar er altijd mensen zoals familieleden om ons heen waren. Omdat je niet automatisch verlangt naar sociale verbinding, kun je vergeten hoe belangrijk die simpele contacten voor je zijn. Dat kan een verklaring zijn voor een deel van het ongeluk dat we nu zien.”

Maar is geluk echt aan te leren door gedragsverandering?

“Ja, uit onderzoek blijkt dat je je eigen staat van geluk al met een paar simpele tips kunt veranderen. De meeste onderzoekers houden aan dat 40 procent van je geluksniveau iets is wat je zelf kunt veranderen door gedragsaanpassingen. 50 procent van je levensgeluk is ingebouwd, 10 procent wordt bepaald door de omstandigheden waarin je verkeert: of je rijk bent, of in een fijn land woont.”

Maken we verkeerd gebruik van die 40 procent die we zelf in de hand hebben?

“Ja, een belangrijk deel van de collegereeks gaat dan ook over misvattingen over geluk. Zo’n hardnekkige misvatting is dat we denken dat je geluk bereikt door jezelf doelen te stellen en die te halen. Het effect van het halen van een diploma, een goed cijfer of een hoog salaris is echter veel minder groot dan we van tevoren denken. Geluk vergt werk.”

En dat doen we niet uit onszelf?

“Nee, het ontbreekt ons brein aan motiverende mechanismen om de dingen te doen die ons wél gelukkig maken, zoals het zoeken van betekenisvol contact. En dan bedoel ik niet op je telefoon, maar zomaar iets aardigs doen voor een ander, de tijd nemen om dankbaar te zijn. Dat is geen onderdeel van onze dagelijkse routine, terwijl dat een veel grotere invloed heeft op ons welzijn.”

‘Zomaar iets aardigs doen voor een ander, de tijd nemen om dankbaar te zijn: het is geen onderdeel van onze dagelijkse routine, maar heeft wel een grote invloed op ons welzijn’

Is dat niet onoprecht?

“Vergelijk het met sporten. Je kunt sport haten, maar als je jezelf er eenmaal toe zet, heeft het altijd effect. Vanuit de motivatie om je eigen welzijn te verbeteren, dwing je jezelf stil te staan bij waar je dankbaar voor bent of doe je aardig tegen anderen, probeer je meer te slapen. De intentie is misschien wat geforceerd, maar het gevoel dat je eraan overhoudt, is wel degelijk oprecht.”

U laat uw studenten ook oefenen.

“Ja, ik geef concrete strategieën die je in je dagelijkse routine kunt inpassen. Ik noem het rewirements: herbedradingen van ons brein. Tijdens de collegereeks proberen we er gewoontes van te maken. Het zijn oefeningen waarvan wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat ze het welzijn verbeteren. We doen zelfs mindfulness, waarbij je echt oefent om beter te worden om in het hier en nu te zijn.”

Als het dan zo simpel is, waarom onderwerpt niet iedereen zich dan aan de wetenschap van het geluk?

“Het probleem is dat we denken dat we vreemd worden gevonden als we actie ondernemen om gelukkiger te worden. Mensen denken dat het geen zin heeft of dat bewust werken aan je geluk een platitude is. In plaats van werken aan gewoontes die ons gelukkiger maken, willen we een andere baan, een hoger salaris of verhuizen als we ongelukkig zijn. Maar het is echt ons gedrag dat ons geluk beïnvloedt.”

Een radicale verandering zoals een grote reis, een andere partner, een nieuwe baan of een verhuizing helpt dus niet?

“Misschien een beetje, maar uiteindelijk komt het aan op een aanpassing van je dagelijks leven. Blij zijn met wat je hebt, vergt een andere mindset, je hoeft verder niet zoveel te veranderen aan je omstandigheden. Maar vaak denken we zo niet, en onze cultuur zit al helemaal niet zo in elkaar.”

Wat is er mis met onze cultuur als het op geluk aankomt?

“De wetenschappelijke inzichten over geluk zijn behoorlijk antikapitalistisch, terwijl onze maatschappij zegt: ‘Niet gelukkig? Koop iets!’ Er is wel een correlatie van spullen met geluk, maar dat is een negatief verband: hoe materialistischer we zijn, hoe minder gelukkig. Een van de redenen waarom spullen je niet zo gelukkig maken als je denkt, is omdat je eraan gewend raakt.

‘De wetenschappelijke inzichten over geluk zijn behoorlijk antikapitalistisch, terwijl onze maatschappij zegt: ‘Niet gelukkig? Koop iets!’’

“Hedonistische adaptatie heet dat. De eerste week voelt een nieuwe auto nog echt nieuw, maar na één of twee maanden is het gewoon weer een auto. Onderzoeken suggereren dat mensen die meer geld uitgeven aan ervaringen dan aan spullen gelukkiger zijn dan mensen die het uitgeven aan materialistische zaken. Een van de tips die ik onze studenten dan ook geef is om hun geld aan ervaringen uit te geven, bijvoorbeeld aan een duur concert of een vakantie. Die ervaringen duren te kort om eraan te kunnen wennen.”

Maar te weinig hebben maakt ook ongelukkig. Is er een goede balans?

“Omstandigheden doen er natuurlijk toe, maar ze zijn minder relevant dan we denken. Mensen die onder de armoedegrens leven, worden wel degelijk gelukkiger als ze meer verdienen. Maar salaris en levensgeluk lopen niet gelijk op. In de VS is de kritische grens 75.000 dollar per jaar. Verdien je het dubbele of drievoudige, of win je de loterij, dan profiteert je geluksgevoel daar niet meer van. Ik grap altijd dat mijn studenten zich geen zorgen hoeven te maken. De meeste Yale-alumni verdienen dat bedrag al op hun 31ste.”

Maar ze zitten met 40.000 dollar collegegeld per jaar ook enorm in de schulden tegen die tijd. Wie het zelf moet betalen, is voor zijn studietijd een kwart miljoen dollar kwijt. Speelt dat niet mee in de spanning die er op het leven van studenten staat?

“Ik acht het waarschijnlijk dat schulden een rol spelen in de mentalegezondheidscrisis, maar ik heb er geen specifieke data over. Naar mijn idee is er een heel scala aan veranderingen, waaronder de hoge studieschulden, die nu met elkaar interacteren.”

Hebben we een wereld voor onszelf gecreëerd die ons niet per se gelukkig maakt, maar die ons wel op korte termijn kan bevredigen?

“Ja, kijk naar alles wat er nu rond Kerstmis te koop is. Je ontkomt nergens aan de boodschap ‘koop meer, daar word je blij van’. In de Verenigde Staten zijn er steeds meer gezinnen die niet alleen een berging in huis hebben, maar ook nog een aparte opslagruimte, omdat al die spullen niet meer in hun woning passen. Opslag is een van de snelst groeiende markten in de VS. Treurig, want de verbinding ‘meer spullen’ en ‘meer geluk’ bestaat dus niet.”

‘Er is wel een correlatie van spullen met geluk, maar dat is een negatief verband: hoe materialistischer we zijn, hoe minder gelukkig’

Is de verbinding tussen mensen die naar elkaar kijken en jaloers zijn niet een veel sterkere motivatie om maar te blijven kopen?

“Ja, nog zo’n domme eigenschap van het menselijk brein is dat we niet in absolute termen denken, maar in referentiepunten. Je denkt niet: ik ben nu zo’n beetje rijk genoeg. Nee, je vergelijkt het altijd met anderen: ben ik zo rijk als de mensen die ik op sociale media of op tv zie? We realiseren het ons niet, maar we zijn in een constante race verwikkeld om die ander bij te houden.

“Er bestaat onderzoek dat keek naar mensen die een auto konden winnen met hun postcode. De mensen wier buren een nieuwe auto wonnen, waren eerder geneigd om een nieuwe auto te kopen. Het treurige is dat dit mechanisme ook werkt als het niet om echte mensen gaat. De mensen op je scherm ogen vaak rijker, en dus ben je zelf ook geneigd meer uit te geven. Ons brein ziet het verschil niet tussen goede en slechte referentiepunten.”

Waar gaat dit eindigen? Sociale media zullen alleen maar manifester worden in ons leven en we worden niet minder materialistisch.

“Ik zie het ook zo snel niet veranderen. Maar we realiseren ons wel steeds meer wat de gevolgen zijn van het vele gebruik van smartphones en van sociale media. Ik kan me voorstellen dat er uiteindelijk maatregelen genomen worden om het gebruik ervan aan banden te leggen. Denk aan regulering, belastingmaatregelen, waarschuwingen om het gebruik te beperken. Ook het ongebreidelde kapitalisme heeft een grens. Met alle wetenschappelijke kennis die we nu hebben over geluk en welzijn kan het niet langer business as usual blijven.”

Op coursera.org staat Laurie Santos’ cursus The Science of Well-Being.