Direct naar artikelinhoud
Column

Er ligt een man naast me. Hij was te snel klaar

Er ligt een man naast me. Hij was te snel klaar
Beeld Getty Images

Julie Cafmeyer (1987) is theatermaker en schrijver. Voor De Morgen beantwoordde ze de vraag: “Waar heeft u het voorbije jaar van wakker gelegen?”

Ik lig wakker van de secondewijzers van zijn horloge. Straks zal hij wakker worden en vertrekken. Dan zal ik hem aankleden: het thermisch ondergoed, het tricot, weer alle knoopjes dicht. Hij zal geen koffie willen. Hij zal zeggen: “Bedankt dat ik mocht blijven slapen. Je appartement is mooi ingericht.”

Ik lig wakker door de put in mijn matras. Ik blijf mijn matras maar omkeren en de put verdwijnt niet.

Ik lig wakker omdat ik naar wat erotiek op zoek ben. En met erotiek bedoel ik niet per se seks.

Julie CafmeyerBeeld rv Bart Koetsier

Ik lig wakker van de onderbuurvrouw die in de tuin zit met haar zesjarig kleinkind. Het jongetje stelt de hele tijd vragen waaruit blijkt dat hij niets van deze wereld begrijpt. De vrouw geeft haar bloemen water en zegt: “Frederik, zwijg nu toch eens.”

Ik lig wakker omdat we vrijen, omdat we een blauwe Chimay drinken in bed. Deze man zal wel blijven voor het ontbijt. Hij zal eclairs en een frangipanetaartje halen. Of ik van hem hou? Mensen beschrijven de ware liefde alsof een diepere laag zich in ons openbaart. In ons lichaam, in ons denken. Ik kan die laag niet vinden.

Tot zover mijn filosofie over de ware liefde.

Er ligt een man naast me. Hij was te snel klaar. Het enige voordeel van onze vrijpartij was dat ik de waterpomp zeker drie minuten niet hoorde

Naar het schijnt bestaat er een verborgen telefoonlijn voor slapelozen. Mensen die ’s nachts geconnecteerd worden en elkaar hun diepste verlangens toefluisteren.

Met erotiek bedoel ik trouwens: ja zeggen tegen je diepste verlangen. Wat is dat dan? Ik weet het niet. Het zit ergens in ons lichaam, ergens in ons denken.

Ik lig wakker omdat ik Audre Lorde lees. Ze schrijft: ‘And this is a grave responsibility, projected from within each of us, not to settle for the convenient, the shoddy, the conventionally expected, nor the merely safe.’

Ik lig wakker omdat ik op een nachtvlucht zit. Ik lig wakker omdat ik altijd weg moet. Ik lig wakker omdat ik naar andere landschappen verlang, andere stemmen, andere geuren.

Ik lig nu wakker in een hotelkamer in Rwanda. Naast mijn kamer bevindt zich een waterpomp. De waterpomp is verbonden met een motor en maakt een tergend geluid. Ik neem een slok van de fles Oegandese gin die onder mijn bed ligt.

Er ligt een man naast me. Hij was te snel klaar. Het enige voordeel van onze vrijpartij was dat ik de waterpomp zeker drie minuten niet hoorde. Hij zegt me dat het niets zal worden tussen ons omdat hij al twee andere vrouwen ten huwelijk heeft gevraagd. Als ik tijdens mijn reis nog met andere mannen wil vrijen, zal hij daar geen probleem van maken.

Ik lig wakker omdat er weer een man van alles aan me uitlegt. Ik lig wakker omdat de bevrediging altijd zo kort is.

Het is inmiddels drie uur ’s nachts. De waterpomp blijft maar pompen en de Oegandese gin is op. Ik sta op, neem mijn spullen en trek naar een klooster op een berg. Bij de Rwandese zusters zal het rustig zijn.

Er staat een Indiase man aan de receptie. Hij draagt een gouden tulband en hij lacht naar me.

Ik word naar een spartaans ingerichte kamer gebracht: een bureau, een bed en een muskietennet. Ik heb zicht op een boom met rode bloemen. Ik hoor een koor in de verte. Ze repeteren in de kapel naast mijn kamer. Ze zingen meerstemmig. Het lijkt alsof ze over een diepere laag zingen. Een diepere laag van ons bestaan.

Ik weet het niet. Ik ben moe en ik zou zo graag eens slapen.

Ik sliep heel even. In mijn droom zag ik een beeldje dat iets Japans had. Het was een gouden kat, hij zat rechtop en zijn rechterpoot ging op en neer. Er zat nochtans geen batterij in het beeldje. De kat bewoog gewoon.

Wie deze droom kan verklaren, mag me gerust contacteren via de lijn voor slapelozen. Je hoeft niet per se een droomanalyse te maken. Je mag me je diepste verlangen toefluisteren en als ik ondertussen niet in slaap ben gevallen, zal ik aandachtig en empathisch proberen te luisteren.

Daarna zal ik opstaan en zal ik mijn gsm richting de kapel houden. Dan kunnen we samen luisteren naar het gezang. Het klinkt prachtig, alsof ze ons aanraken.

Ja, straks zullen we slapen.