Direct naar artikelinhoud
Column

Kinderen, onze toekomst? In werkelijkheid interesseert het de meeste mensen geen bal

Kinderen, onze toekomst? In werkelijkheid interesseert het de meeste mensen geen bal
Beeld ANP

Hilde Van Mieghem (1958) acteert, regisseert en schrijft columns voor De Morgen.

Kun je deze week een column schrijven over waar je dit jaar wakker van lag?’, vraagt de krant me voor deze kerstspecial.

Ik panikeer bij dat soort vragen altijd licht, omdat ik bij god niet meer weet wat er in het voorbije jaar allemaal gebeurd is.

Als ik het, zoals de laatste maanden, druk heb, dan weet ik vandaag met moeite wat er vorige week gaande was.

Nu is dat anders. Er werden op politiek vlak zulke absurde bochten genomen, dat ik dát nu wel nog weet.

Alleen wil ik aan dat spel – ‘circus’ mag ik het niet noemen want dat is populistisch, leerde ik uit de vele negatieve reacties die Tom Lenaerts kreeg – geen woorden vuil maken.

Hilde Van Mieghem.Beeld Thomas Sweertvaegher

Ik vind het namelijk een te afschuwelijk spel.

Bovendien vraag ik me elke keer weer af waarom politiek een spel zou moeten zijn. Het lijkt me namelijk dodelijke ernst als je voor je land en zijn burgers moet zorgen.

Waar heb ik wakker van gelegen?

Zoals steeds komt er maar één antwoord in me op: de ­kinderen. Onze toekomst! Zoals menig, zo niet ieder politicus graag kweelt.

In werkelijkheid interesseert het de meesten geen barst.

Kinderen in armoede, kinderen op de vlucht, kinderen die opgesloten worden. Kinderen die mishandeld worden, uitgebuit worden, ­misbruikt worden, kinderen die spoorloos verdwijnen: 10.000 minderjarige vluchtelingen die ergens rondzwerven in Europa, of vastzitten in de klauwen van pooiers.

Kinderen die onder Trump weggenomen worden bij hun ouders, in grote kooien opgesloten worden, op de grond moeten slapen, elkaar niet mogen aanraken, niet mogen knuffelen, gedrogeerd worden of aangeboden voor adoptie zonder ­instemming van de ouders.

Hemeltergend is het! Ik gruwel van zoveel wreedheid.

De cijfers staven het: kindermishandeling gebeurt overal, in alle lagen van de bevolking.  En niet weinig ook

Tekenend voor mij is dat ik me van de drie jaar dat ik Chinees studeerde, nu alweer 35 jaar geleden, nog maar één zin ­herinner, namelijk: Háizimen zài nǎ’er?

‘Waar zijn de kinderen?’

Het is een bezorgdheid die ik al mijn hele leven met me ­meedraag. Dat komt omdat ik behoorlijk wat geleden heb als kind, zowel onder volwassenen als onder het kind-zijn. Het was de verschrikkelijkste tijd van mijn leven.

Kindermishandeling is een ­levensgroot taboe. Men wil niet onder ogen zien hoe vaak het ­voorkomt in gezinnen. Men ­verschuilt zich achter vooroordelen: dat het iets is wat alleen in marginale gezinnen voorkomt, dat het bij armoede hoort, bij ouders met een verslavingsproblematiek of een laag IQ.

De cijfers staven het tegendeel. Het gebeurt overal, in alle lagen van de bevolking.

En niet weinig ook.

Ik durf te beweren dat het de basis is van wat er op veel ­vlakken ­maatschappelijk fout gaat. De ­hardvochtigheid ­waarmee er wordt omgegaan met kinderen in de wereld is er een direct gevolg van.

Velen hebben hun hart afgesloten voor de pijn die

kinderen moeten ondergaan. Die pijn onder ogen zien,

betekent dat men de confrontatie moet aangaan met de eigen pijn.

Maar men heeft het voelen daarvan ver weggestopt in ­zichzelf. Men heeft een harnas aangetrokken om zichzelf te beschermen en kwetst daardoor, blind voor de eigen pijn, de ander.

Als er iets is waar ik wakker van lig, is het dat. Net als dieren kunnen kinderen niet op tegen onrecht. Ze zijn weerloos en klein.

Wetenschappelijk is men ondertussen zover gevorderd dat er met hersenscans geduid kan ­worden wat mishandeling nu ­precies aanricht en hoe dat later, als de kinderen groot zijn, verder ­doorweegt.

Men weet nu ook beter welke ­therapieën doeltreffend zijn om die letterlijk zichtbare, zwarte gaten in de hersenen opnieuw kleur te geven.

Er is hoop.

In het nieuwe jaar maak ik een documentaire over dat onderwerp. Het duurde even voor ik de zender overtuigd kreeg van de noodzaak ervan, maar het is gelukt. Makkelijk is het allemaal niet, maar ik hou van moeilijk.

Wie weet brengt het iets teweeg en zorgt het ervoor dat er meer ­aandacht, meer warmte, meer ­veiligheid zal zijn voor kinderen.

Want wie één kind redt, redt de hele wereld.