Direct naar artikelinhoud
Sp.a Antwerpen

Kameraden, willen degenen die géén absolute rothekel hebben aan de N-VA nu hun hand opsteken

Jan De ZutterBeeld DM

Jan De Zutter is woordvoerder voor de S&D fractie in het Europees parlement. Hij schrijft dit stuk in eigen naam.

Ik ben nu toch al een tijdje professioneel actief in de socialistische partij - een kleine 20 jaar - en nooit eerder heb ik zo’n intens, boeiend, leerrijk, spannend, open én respectvol congres meegemaakt als dat van afgelopen zaterdag. Ik heb makkelijk praten natuurlijk, want ik behoor tot de ja-stemmers. Volmondig en overtuigd, maar uiteraard niet met volle goesting. Zoals velen - er waren er heel véél - heb ik ook het woord genomen. “Kameraden” - wat een zalig woord - “kameraden, willen degenen die géén absolute rothekel hebben aan de N-VA nu hun hand opsteken.” Niemand stak zijn hand op.

Er is een hele grote eensgezindheid onder de Antwerpse socialisten. Het wereldbeeld van N-VA deugt niet, ze zijn niet te vertrouwen, ze hebben onze stad in een diepe verdeeldheid gestort, de polarisatie opgepookt en een zure desem door de straten van onze stad gekneed. In de periode voor en vlak na de verkiezingen zei ik aan wie mij nabij staat: “Nooit met N-VA. Nooit!” Ik denk dat de meerderheid van de Antwerpse socialisten dat gevoel kennen. Het is geboren uit woede. Uit machteloosheid ook.

Lees ook: Sp.a vindt geen derde Antwerpse schepen na interne twisten

Kameraden, willen degenen die géén absolute rothekel hebben aan de N-VA nu hun hand opsteken
Beeld BELGA

Stevaert

Ik heb aan mijn partijgenoten verteld wie me overtuigd heeft om toch ja te stemmen. Dat is mijn elfjarig zoontje, Raven. Enkele weken na de verkiezingen vroeg hij: “Papa, hoe lang gaat Bart De Wever nu burgemeester zijn?”

Zes jaar, jongen.

Hij fronste zijn wenkbrauwen en dacht even na. “Dan ben ik zeventien,” zei hij zacht. “Dan ben ik al héél oud.”

Dat ging diep. Het haalde ook een herinnering boven aan een gesprek dat ik ooit met Steve Stevaert had en dat ook ging over compromissen sluiten. “Ge kunt denken dat één legislatuur niet zo lang duurt. Dat we het volgende keer wel zullen halen. Maar ge moet weten dat in de loop van één legislatuur kinderen opgroeien tot jongvolwassenen. Eén rechtse legislatuur bepaalt de rest van hun leven. Daar moet ge altijd aan denken. Altijd. En ge moogt die jonge mensen nooit in de steek laten. Nooit.”

‘Ge moet weten dat in de loop van één legislatuur kinderen opgroeien tot jongvolwassenen. Eén rechtse legislatuur bepaalt de rest van hun leven’, zei Steve Stevaert me ooit

Ik mis hem nog elke dag.

Vuile sossen

Voor de coalitie stemmen, werd zo langzaam een no-brainer. Niet omdat het Antwerpse bestuursakkoord een ‘links’ akkoord zou zijn, want dat is het niet. Hoewel ik toch verbaasd en blij verrast ben over wat de drie onderhandelaars - Beels, Meeuws en Kherbache - hebben binnengehaald. Alle hulde voor dat trio. Wat ik vooral apprecieer, is dat het sossen zijn die zich willen vuil maken. 

Zuiver blijven is gemakkelijk. En het klinkt goed op Facebook. Maar mijn zoontje is er niet echt mee geholpen. Dus ja, ik stem voor vuile sossen, die hun mouwen opstropen en in de beerput grijpen. Ik vertrouw erop dat ze zo links en rechts, maar het liefst links, wat verstoppingen oplossen. Het gaat ook over vertrouwen in je mandatarissen. Vertrouwen in je eigen kracht.

‘Zuiver blijven is gemakkelijk. En het klinkt goed op Facebook. Maar mijn zoontje is er niet echt mee geholpen’

Hebben die 70 mensen die tegen gestemd hebben nu ongelijk? Mijn vrouw zei: “Ge moet daar heel mild voor zijn, want ik snap ze wel.” Mijn vrouw heeft altijd gelijk. Misschien was dat het allerschoonste aan het congres van zaterdag, namelijk dat wie ‘ja’ stemde, heel veel begrip had voor wie ‘nee’ heeft gestemd. Want op het eind van de rit was de eensgezindheid toch heel groot: het wereldbeeld van N-VA deugt niet. 

De eindvraag was: laten we die kerels nog eens zes jaar volop hun gang gaan terwijl we hen vanuit de oppositie bestoken, goed wetende wat die oppositiekuur in de afgelopen legislatuur heeft betekend? Of trekken we onze botten aan, gaan we in de stront staan - met alle risico’s vandien - en proberen we die stad toch wat leefbaarder en socialer te maken? Beide scenario’s zijn verdedigbaar. Dat meen ik echt. Voor mij persoonlijk geldt: ik heb liever spijt van wat ik gedaan heb, dan van wat ik niet gedaan heb. Want ik heb het in het eerste geval ten minste geprobeerd.