Opnieuw tijd voor goede voornemens: waar komen ze vandaan en hoelang heb je nodig om ze waar te maken?

Al hadden we afgelopen jaar exact dezelfde ambities, het jaar 2019 zullen velen onder ons nogmaals met goede voornemens en vol goede moed starten. Enkele kilo’s verliezen kan toch niet zo moeilijk zijn? En een beetje ambitie op het werk kan zeker geen kwaad. Op winkellijstjes zullen voornamelijk groenten staan, zo worden de uitgebreide feestmaaltijden van de kerstperiode alweer gecompenseerd. Klinkt het bekend in de oren? 

Soortgelijke gedachtegang was al populair bij de mensen in de Bronstijd (3.000 tot 800 voor Christus). Hun voornemens zagen er natuurlijk ietwat anders uit. Zo vierden ze voornamelijk de lenteoogst (Akitu) waarbij ze hoopten op een nieuwe oogst die minstens zo goed of zelfs beter zou zijn. 

Ook de Romeinen vierden het nieuwe jaar met goede voornemens. Niet zozeer hopend op een goede oogst, maar eerder op de uitbreiding van het Romeinse Rijk. Net zoals de mensen in de Bronstijd, vierden de Romeinen aanvankelijk het nieuwe jaar in maart. Ze associeerden de maand dan ook met Mars, de oorlogsgod. 

Maar tijdens de Romeinse periode schoof het nieuwe jaar enkele maanden vooruit naar januari. Janus (van januari) is een god met twee gezichten. Eentje kijkt achteruit, naar het verleden. Het andere gezicht kijkt vooruit, naar de toekomst. De god vergeeft de zonden van het voorbije jaar waardoor de Romeinen vrij van zonden konden beginnen aan het nieuwe jaar.

Janus is overigens god van huis en haard waardoor de Romeinen zich stilaan gingen focussen op socialere zaken. Het nieuwe jaar zou voortaan worden ingezet met geschenkjes: honing, peren en andere snoepjes moesten een nieuw en ‘zoet’ nieuwjaar inluiden.

De voornemens zagen er vroeger dan wel ietwat anders uit, de mens kent een eeuwenoude traditie van goede voornemens. En terwijl men vroeger voornamelijk gemeenschappelijke doelen voor ogen had, ging de mens zich doorheen de jaren meer focussen op zelfverbetering.

Zo wil de Belg in het jaar 2019 vooral gewicht verliezen (11,5 procent). Meer bewegen (7,1 procent), sparen (6,8 procent), zuiniger zijn (6,6 procent) en zich minder druk maken (6,4 procent) zijn nog enkele goede voornemens. Een belangrijke tip om ze effectief waar te maken: geef niet te snel op. Uit een studie van het University College Londen blijkt immers dat het minstens 66 dagen duurt voordat iemand nieuwe gewoonten aanleert. Voor sommigen duurt het zelfs tot 245 dagen. Afhankelijk van de persoonlijkheid van een individu kan de ene al makkelijker doorbijten dan de andere. Natuurlijk speelt de aard van het goede voornemen ook een belangrijke rol in het verwezenlijken ervan.