Alweer een recordjaar voor haven van Antwerpen: 11 miljoen containers verscheept
De haven van Antwerpen heeft het zesde recordjaar op rij achter de rug. In 2018 zijn er 235 miljoen ton aan goederen verscheept in de haven. Ruim de helft daarvan zat in containers. Het havenbedrijf spreekt van een "grand cru"-jaar.
“Met een 6e jaarrecord in het vooruitzicht, groei in alle cargotypes en een recente investeringsgolf, gaat 2018 de boeken in als een ‘grand cru’ jaar voor de haven van Antwerpen.” Dat twittert het havenbedrijf vanochtend trots.
Tegen de jaarwisseling zal er maar liefst 235 miljoen ton aan goederen overgeslagen zijn in de haven. Dat is een groei van 5,1 procent tegenover 2017 en dus een zesde recordjaar op rij.
De groei zit in alle vrachttypes, met containertrafiek op kop. Van de 235 miljoen ton aan goederen die verscheept werden, zat er 130 miljoen ton in containers. Dat komt neer op 11 miljoen containers in het standaard TEU-formaat, waarvan er 5,5 procent meer verzet werden dan vorig jaar.
Omdat veel van die containers met vrachtwagens op het land moeten worden vervoerd, over de problematische Antwerpse ring, zegt het havenbedrijf dat het aan de vooravond van de Oosterweelwerken aan structurele oplossingen werkt om de mobiliteitsdruk te verminderen.
Investeringen
De haven gaat ook prat op 2 miljard euro aan nieuwe investeringen in het afgelopen jaar. Zo pompt chemiereus Borealis 1 miljard euro in een nieuwe polypropyleenfabriek in Kallo en Ineos tekent voor een investering van 150 miljoen in de ethyleenproductie in Zwijndrecht. Beide producten vormen de basis voor de productie van plastic.
Daarnaast bouwt het Duitse chemiebedrijf Covestro aan een nieuwe fabriek waar aniline zal worden gemaakt, een basisproduct voor isolatiematerialen. Nippon Shokubai investeert ten slotte 350 miljoen in extra capaciteit voor de productie van absorberende luiermaterialen in zijn fabriek in Zwijndrecht.
Het havenbedrijf zegt dat het de komende drie jaar 35 miljoen euro zal investeren in de energietransitie.
Bekijk hier het fragment uit "Het Journaal":
