Direct naar artikelinhoud
Adieu 2018

De vijf wetenschappelijk interessantste films van het afgelopen jaar

Ryan Gosling in ‘First Man’.

Filmmakers hebben hun wetenschap steeds beter op orde. De interessantste films van het afgelopen jaar, volgens wetenschapsjournalist en filmfan George van Hal.

Brieven van bijdehante basisschoolkinderen – dat was waar regisseur Steven Spielberg zich ten tijde van dinosaurusfilm Jurassic Park (1993) nog het meeste zorgen over maakte. En dus vroeg hij paleontoloog Jack Horner om hulp. Horner liep tijdens de film rond op de set en behoedde de regisseur voor grote dinomissers, al kreeg hij niet altijd zijn zin – bijvoorbeeld toen hij voorstelde om de prehistorische beesten kleurrijker te maken. 

“Spielberg zei simpelweg dat felgekleurde dinosauriërs veel minder eng zijn”, zei Horner, toen ik hem sprak voor mijn boek Robots, aliens en popcorn, over de ware wetenschap achter Hollywoodfilms. In de gesprekken die ik voor dat boek voerde tekende zich een opvallende trend af: filmproducties nemen de wetenschap steeds serieuzer.  De Amerikaanse National Academy of Sciences richtte zelfs The Science & Entertainment Exchange op, een soort datingbureau voor filmmakers en wetenschappers. 

Hollywoodproducties staan sindsdien steeds vaker bol van de boeiende én nauwkeurige wetenschap en technologie. Dit zijn de interessantste voorbeelden van het afgelopen filmjaar.

1. First Man

Als één gebeurtenis zich leent voor een verfilming, dan is het wel Neil Armstrongs one small step, de eerste stap van de mens op de maan. Het was een overwinning van schroefjes en krakende metalen platen op vacuüm en G-kracht, van vervaarlijk schuddende raketten en capsules op de onherbergzame leegte van de ruimte. Die prestatie verdient een film waarin wetenschap en technologie tot in de puntjes zijn verzorgd. First Man bleek afgelopen jaar die film.

De filmmakers werkten nauw samen met de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie Nasa, een instituut dat snapt wat goede pr is. Zo hebben ze zelfs een ‘chef geschiedenis’ en een ‘contactpersoon multimedia, film en televisie’ in dienst. In 2017 voorzag alleen die laatste al 143 documentaires, 25 speelfilms en 41 televisieprogramma’s van advies, noteerde tijdschrift Popular Science onlangs.

De samenwerking maakte First Man beter en nauwkeuriger. De ruimtevaarttechnologie in de film is niet van echt te onderscheiden. Scenarist Josh Singer kon in een simulator de hachelijke vlucht van testpiloot Armstrong in het experimentele vliegtuig X-15 oefenen, wat de openingsscène van de film invoelbaar intens maakte. Zelfs schijnbaar onbelangrijke details zijn in orde. Zo zijn de geluiden van de ritsjes in de Gemini- en Apollo-ruimtepakken authentiek. Men nam ze op met echte exemplaren uit het Nasa-archief.

2. Ant-Man and the Wasp

Voordat ook maar één minuut van superheldenfilm Ant-Man and the Wasp was geschoten, gaf fysicus Spyridon Michalakis (California Institute of Technology) een spoedcollege quantummechanica aan een kamer vol scriptschrijvers, filmproducers en andere Hollywoodmensen. De reden? In de film zouden personages zó klein worden dat ze op het niveau van elementaire deeltjes terechtkomen, de kleinste bouwstenen van alles om ons heen. Daar worden de natuurwetten van alledag vervangen door de tegendraadse regels van de quantumfysica. Regels die het mogelijk maken dat deeltjes op meerdere plaatsen tegelijk zijn. En dat ze ‘verstrengeld’ raken, een toestand waarbij ze, zonder dat het tijd kost, invloed op elkaar kunnen uitoefenen.

Ant-Man and the Wasp slaagt er – op details na – goed in om die bizarre wereld op het witte doek te toveren. Zo suggereerde Michalakis, die via The Science & Entertainment Exchange binnenkwam, om het quantumdomein te hullen in een continu veranderend kleurenpalet. Niet realistisch, maar gevoelsmatig zeker raak.

3. Annihilation

“Iets hier veroorzaakt enorme golven in de genenpoel”, zegt celbioloog Lena halverwege Annihilation en dat is een understatement. Op pad in het mysterieuze ‘Area X’, een gebied dat plots op aarde is verschenen, is ze terechtgekomen in een wereld op z’n kop. Planten die groeien in de vorm van mensen, mensen waaraan plots stukjes plant ontspruiten en een vervormde beer met mensenstem – het lijkt wel of alles is blootgesteld aan een horrorversie van de dna-knip-en-plaktechniek Crispr/Cas.

Waarschijnlijk is er iets aan de hand met de Hoxgenen, speculeert Lena vervolgens. Die groep genen zorgt er bij mens en dier onder meer voor dat de juiste ledematen op de juiste plek groeien.

Dat genetisch geklutste Hoxgenen je tot plant kunnen bombarderen is behoorlijk onwaarschijnlijk, maar zonder de invloed van wetenschapsadviseur en geneticus Adam Rutherford, vaste kompaan van regisseur Alex Garland, was er überhaupt nooit een plausibel klinkende verklaring gekomen.

Dat de details niet helemaal kloppen, maakt qua interne logica bovendien niets uit. Als kijker kun je er simpelweg vanuit gaan dat de prismawerking van het droomachtige Annihilation niet alleen de personages en de bevreemdende, soms nachtmerrieachtige landschappen die zij doorkruisen vervormt, maar ook de wetten van de wetenschap zelf.

4. Ready Player One

Het is, als we Ready Player One mogen geloven, in 2045 geen pretje. Grote getto’s vol opgestapelde woonwagens en grootschalige vervuiling zorgen voor een grauw, troosteloos bestaan. Gelukkig is er een lichtpuntje: The Oasis, de virtuele wereld waar iedereen met een VR-headset naartoe kan.

Die toekomst lijkt daadwerkelijk voor de deur te staan. Headsets voor Playstation, PC en smartphone werden in rap tempo beter. Zodra de technologie het niveau van perfecte onderdompeling uit Ready Player One bereikt, ligt grootschalige omarming voor de hand.

Daarvoor moeten de ingenieurs van nu nog wel wat horden nemen. Het kost bijvoorbeeld nogal wat rekenkracht om de hele wereld in één omgeving te laten samenspelen. Onlinespellen als World of Warcraft hakken hun spelersbestand nu nog op in groepjes die alleen elkaar kunnen ‘zien’. Zo voorkomen ze overvoerde systemen. En de VR-pakken uit de film, waarmee je de virtuele omgeving niet alleen kunt zien en horen, maar ook kunt voelen, zijn nog een uitdaging, maar komen eraan.

Schetst Ready Player One  een doemscenario waarin mensen gamende leeghoofden zijn geworden? Nee, dat toch ook weer niet. De film laat zien dat grootschalige virtual reality mensen uiteindelijk dichter bij elkaar kan brengen. 

5. The Meg

Drie miljoen jaar geleden stierf hij uit, maar in over-de-top-B-film The Meg leeft hij gewoon nog: C. Megalodon, de grootste haai die op aarde leefde. Het dier wist het miljoenen jaren uit te zingen in een elf kilometer diepe trog – grofweg zo diep als de echte Marianentrog. Overigens een ongeloofwaardig scenario. Want waar haalt zo’n reuzenbeest z’n eten vandaan?

Toch is het dier zelf best overtuigend. “De filmmakers hebben het eigenlijk verrassend goed gedaan”, zei paleobioloog Meghan Balk in augustus tegen Science News.

Oké, het beest is te groot: het gevaarte uit de film meet 25 meter, terwijl de grootste echte exemplaren naar schatting ‘slechts’ 18 meter maten. Maar verder zijn de uiterlijke kenmerken op orde. Ze hebben zes kieuwen, rugvinnen die lijken op die van de witte haai (hun meest naaste nog levende familielid) en de mannetjes hebben ledematen onder de buik voor tijdens het paren. Wie wil weten hoe het geweest moet zijn om oog in oog te staan met deze uitgestorven koning van de wereldzeeën kan het dus slechter treffen dan The Meg.