Direct naar artikelinhoud
Politiek

Zo zullen onze steden eruitzien in 2024

Fietsers in Antwerpen.Beeld Bas Bogaerts

De fietser centraal, meer oog voor de diversiteit en veiligheid. Nu de bestuursakkoorden rond zijn, krijgen we een beeld van hoe onze steden er binnen zes jaar zullen uitzien.

Vandaag wordt in Genk het bestuursakkoord voorgesteld. Daarmee wordt finaal duidelijk hoe de dertien centrumsteden de komende legislatuur zullen worden geleid. Het valt op dat progressieve keuzes worden gemaakt. De fiets komt centraal te staan, diversiteit wordt omarmd en de burger krijgt meer inspraak. 

“Steden worden het scherpst geconfronteerd met maatschappelijke evoluties”, legt VVSG-voorzitter en Genks burgemeester Wim Dries uit. Denk daarbij aan luchtvervuiling, de verkleuring van de samenleving of de afstand tussen burger en politiek. “Steden worden gedwongen daarmee om te gaan.” 

Al zijn er verschillen. In steden met N-VA-voorzitters, zoals Antwerpen en al zeker Aalst, ligt de klemtoon meer op de auto en worden de plichten van de nieuwkomers sterker in de verf gezet. Terwijl progressief bestuurde universiteitssteden als Leuven en Gent meer radicale keuzes maken.  

1. Iedereen op de fiets

Maar liefst vier centrumsteden claimen in hun bestuursakkoord ‘dé fietsstad van Vlaanderen’ te worden: Leuven, Mechelen, Oostende en Kortrijk. Maar ook in de andere steden krijgt de fiets een prominente plaats. Er komen fietsstraten, waar de auto enkel ‘te gast’ is, meer en veilige fietspaden en extra stalplaatsen. Nieuwe fietssnelwegen moeten tot slot de steden en buurgemeenten met elkaar verbinden. Gent staat het verst, met het mobiliteitsplan dat vorige legislatuur werd ingevoerd.

Antwerpen profileert zich op zijn beurt als ‘wandelstad’, met veel autoluwe zones. Ook Leuven, Roeselare en Kortrijk scharen zich achter de wandelaar.

Mobiliteit en schone lucht waren belangrijke campagnethema’s de voorbije verkiezingen. Nu wordt duidelijk dat steden niet langer per definitie worden georganiseerd rond koning auto.

Lees ook

Lees ook
Beeld Wannes Nimmegeers

Centrumsteden ruimen baan voor fietsers

2. Verbinding troef

‘Verbinding’. Het moet zowat het meest gebruikte woord zijn in de bestuursakkoorden in de centrumsteden. In Antwerpen was ‘De Grote Verbinding’ zelfs de titel van het bestuursakkoord. Genks burgemeester Wim Dries lanceert vandaag zijn stadsproject onder de noemer ‘Samen Genk verbinden’.

Samenleven met andere culturen zat prominent in de campagne. Zowat elke stad omarmt nu die diversiteit, zo blijkt expliciet uit de teksten. “We zijn allemaal Oostendenaar/Mechelaar/Gentenaar/...” is de meest gehoorde slagzin.

De uitdagingen worden evenzeer erkend, met een goede kennis van het Nederlands als breekijzer voor een vlotte integratie. Ook moet er bij de nieuwkomers respect zijn voor de “normen en waarden van de verlichting”, zoals de gelijkheid tussen man en vrouw. Zeker in Aalst is dat het uitgangspunt.

Ook de strijd tegen discriminatie wordt serieus genomen. In vijf steden worden praktijktests gepland op de huur- en/of arbeidsmarkt: Gent, Mechelen, Antwerpen, Kortrijk en Genk. 

Ook de strijd tegen discriminatie wordt serieus genomen

3. Wijkagenten, camera’s en buurtinformatienetwerken

Veiligheid is een basisrecht voor elke stadsbewoner, zo staat te lezen in de bestuursakkoorden. De nadruk wordt steevast gelegd op de nabijheid en aanspreekbaarheid van de politie, van Antwerpen over Gent tot Roeselare.

Tegelijk is een kordate aanpak nooit veraf, vaak met inzet van technologische hulpmiddelen. Investeren in veiligheidscamera’s is een constante. Steden als Kortrijk en Antwerpen kijken ook naar bodycams, camera’s die op het uniform worden gedragen, om de veiligheid van agenten te garanderen. Preventie zijn in Leuven en Gent dan weer de sleutelwoorden.

Ook het buurtinformatienetwerk is helemaal terug. Via WhatsApp en andere online toepassingen kunnen burgers de politie tips geven als er iets aan hand is hun omgeving. Onder meer Roeselare, Aalst en Mechelen zetten daarop in.

3. Wijkagenten, camera’s en buurtinformatienetwerken
Beeld ThinkStock

4. De jeugd centraal

In heel wat steden krijgt het kind een prominente plaats. Op die manier willen de burgemeesters jonge gezinnen, vaak tweeverdieners, in de stad houden. 

Kortrijk gaat daarin het verst. Het ontwerpplan voor de stad kreeg als titel ‘Kortrijk Kinderrijk’ en is helemaal geschreven vanuit het oogpunt van het kind. Een stad die goed is voor het kind, is goed voor iedereen, is het devies.

Maar ook steden als Leuven, Mechelen, Turnhout en Oostende trekken expliciet die kaart. Er gaat aandacht naar kinderopvang en -armoede, maar ook aan het kindvriendelijke imago wordt gedacht. Oostende pakt uit met een mascotte gemodelleerd naar schilder James Ensor die op alle jeugdactiviteiten van de stad kan worden gekleefd, naar het voorbeeld van Mechelen.

De ‘oudere’ jeugd valt niet uit de boot. In Turnhout en Antwerpen is er aandacht voor een fuifruimte voor jongeren. Oostende wil in het centrum weer een aantrekkelijke uitgangszone creëren. Een bruisende stad begint bij de jongeren en die wil de stad meer dan ooit verleiden.

5. Inspraak troef

De verkiezingen zijn dan wel achter de rug, de burger kan in veel steden tijdens de legislatuur nog zijn zegje doen. Participatie is dan wel een buzzword, veel centrumsteden willen dat concreet maken, in verschillende vormen. 

Gent, Roeselare en Antwerpen willen mee hun schouders zetten onder een burgerbegroting, zij het op wijk- of districtsniveau. Daarbij beslissen de inwoners mee waar een deel van het geld van de stad naartoe moet gaan. 

De verkiezingen zijn dan wel achter de rug, de burger kan in veel steden tijdens de legislatuur nog zijn zegje doen

Kortrijk organiseert, net als zes jaar geleden, een grote bevraging waarbij de stad peilt naar de thema’s die de burgers bezighouden. Ook in Turnhout en Oostende wil het bestuur de bestaande inspraakorganen herdenken. 

In Mechelen gaat het schepencollege op bezoek bij de burger, met zogenaamde ‘huiskamergesprekken’. Met minstens vijftig persoonlijke ontmoetingen per jaar wil het bestuur een betere voeling krijgen met de inwoners van de stad.