Direct naar artikelinhoud
Opinie

Is herfederaliseren hip, misschien?

Prof. Dr. Sven Biscop doceert (heel graag) Belgisch buitenlands beleid aan de UGent.

Terwijl mijn studenten tijdens de kerstvakantie aan het blokken waren (enfin, dat hoop ik toch) voor mijn vak over het Belgisch buitenlands beleid, heb ik hun papers gequoteerd – ieder doet zijn deel. Ondertussen zijn de mondelinge examens aan de Universiteit Gent volop bezig. Het onderwerp van hun paper mogen de studenten van mij zelf kiezen en dat is dan ook meteen de eerste examenvraag. Het is interessant om te zien welke thema’s ze belangrijk vinden, met name in het licht van de verkiezingen in mei.

Er zijn natuurlijk de verwachte thema’s: klimaat en migratie scoren goed. Maar de studenten leggen ook veel minder verwachte onderwerpen op tafel: de staatshervorming. Niet in de zin dat ze meer bevoegdheden naar de gemeenschappen en gewesten willen overhevelen, maar omgekeerd. Letterlijk elke student die het thema aansnijdt, en het zijn er voor het eerst heel wat, stelt voor om de externe bevoegdheden weer te centraliseren op het federale niveau. Het gaat dan over het Europa-beleid, buitenlandse aangelegenheden, ontwikkelingssamenwerking, export en investeringen, en natuurlijk de wapenexport.

Sven Biscop.Beeld RV

De studenten lijken dat heel pragmatisch te bekijken, wars van elke ideologie. Ze zijn tot de vaststelling gekomen dat het bestaande systeem veel te complex is om optimaal te kunnen werken en dat het zeker niet kostenefficiënt is. En dus trekken ze de logische conclusie: hercentraliseren om effectief en efficiënt te zijn, en om België zijn internationale rol volop te kunnen doen spelen.

In het discours over de staatshervorming wordt dat natuurlijk ook altijd zo gesteld: bevoegdheden moeten uitgeoefend worden op het niveau dat daar het best voor geschikt is. Maar in de praktijk betekende dat toch altijd weer het deelstaatniveau. Nog nooit is er, om praktische redenen, een bevoegdheid teruggegeven aan de federale overheid. Enkele individuele politici pleiten daar af en toe voor, ook vandaag, maar geen enkele partij durft het aan om hierover echt duidelijk stelling in te nemen. Dat is taboe.

Zou het kunnen dat de partijen achterlopen op de publieke opinie? Deze laatstejaarsstudenten hebben vorig jaar voor het eerst gestemd, in de lokale verkiezingen; dit jaar stemmen ze voor het eerst in parlementsverkiezingen. Zij hebben de opeenvolgende staatshervormingen niet meegemaakt. Ze kijken naar hoe België nu in elkaar zit, zien dat het niet goed is, en zoeken naar de beste oplossing. Misschien vormen zij dus een onderdeel van een belangrijke groep in het electoraat die in bepaalde domeinen de federale overheid net versterkt wil zien. Bij welke partij kunnen ze met deze visie terecht?

‘Veel van mijn studenten zijn tot de vaststelling gekomen dat het bestaande Belgische systeem veel te complex is om optimaal te kunnen werken en dat het zeker niet kostenefficiënt is’

Defensie

In zekere zin geldt hetzelfde voor defensie. Velen, ook binnen Defensie, gaan ervan uit dat de meesten mensen eerder negatief staan tegenover het leger en dat investeringen in defensie per definitie onpopulair zijn. Maar ook hier lijkt de realiteit anders te zijn. Naast een aantal diplomaten nodig ik in mijn vak ook steeds een van onze generaals uit. Telkens weer blijkt dat als Defensie een goed verhaal brengt, de meeste studenten, los van hun ideologische overtuiging, heel makkelijk te overtuigen zijn van de noodzaak van een redelijke investering in het leger. Dat betekent dus dat zich profileren tegen defensie wellicht veel minder electoraal lonend is dan velen denken.

Dit is natuurlijk geen wetenschappelijke steekproef. De studenten politieke wetenschappen van de UGent zijn niet dé publieke opinie. Bovendien vertellen ze me misschien gewoon wat ze denken dat ik graag hoor. Maar je voelt snel aan of een student iets zegt omdat het zo in de cursus staat of uit overtuiging. Ook al is het dus niet meer dan een indruk, het heeft me toch aan het denken gezet. Op zijn minst hoop ik dat als mijn studenten zelf dit stukje lezen, het hen een beetje gerust kan stellen: ik luister echt wel tijdens het mondeling examen, ook al bekijk ik af en toe tegelijk een e-mail.