Direct naar artikelinhoud
Hans Vandeweghe

Als het parcours in het veldrijden één modderige kliederboel wordt, waar zijn we dan nog mee bezig?

Hans Vandeweghe.Beeld Bob Van Mol

Hans Vandeweghe is sportjournalist.

Gisteren reden ze op het Belgisch kampioenschap godbetert vijftien per uur. De sport heette veld-rijden maar veld-ploeteren was correcter. Een beetje veteraancrosser - veldloper dus - loopt sneller. Oké, misschien niet met een fiets van 7 kilo op de rug, maar wat als wereldkampioen Geoffrey Kipsang Kamworor aan de start had gestaan? Die liep vorig jaar op het WK veldlopen tien kilometer tegen 21 per uur. De dubbele afstand met zeven kilo op de rug, en wellicht door iets meer modder, aan drievierde van zijn snelheid, kan dat? Mmm…het zou er om spannen.

Dat misplaatste enthousiasme over dat verschrikkelijke modderparcours, welke psychische aandoening is daar voor verantwoordelijk? “Daar hebben we op gewacht.” “Dat is nu eens cross.” Veldrijden blijft tot nader order een discipline van wielrennen. De naam zegt het zelf, rijden door het veld. Dat mag al eens bergop zijn, er mag al eens worden afgestapt, een beetje natuurlijke modder en een schuine helling kan er ook nog door, maar een kunstmatige zandbak is er al over (tenzij in Koksijde of Zonhoven of gisteren op het NK in Huijbergen).

Acrobatiek hoort er zeer zeker bij, maar als het hele parcours één modderige kliederboel wordt, waar zijn we dan nog mee bezig? Die ploetercross van gisteren, als ik een Dura Ace DI2 was geweest, ik liet mij ter plekke demonteren en kroop terug in mijn doos. Wat een aanslag op al dat mooie fietsmateriaal.

Hopelijk beseft Toon Aerts dat hij de beste van de rest is en herinnert hij zich dat hij de voorbije weken net iets te veel slaag gekregen heeft

Toegegeven: het BK modderbadrijden was wel verdomd spannend. Om twee redenen. Ten eerste was de beste crosser van het moment niet op het BK, maar op het NK – waarover verder meer. Ten tweede is de tweede beste van het moment niet meer getraind om een uur lang diep in het rood te gaan. Het is te hopen dat Toon Aerts beseft dat hij de beste van de rest is en zich herinnert dat hij de voorbije weken net iets te veel slaag gekregen heeft. Als hij dat voor ogen houdt en niet gaat zweven, is hij medefavoriet voor het WK over exact drie weken, let maar op.

Ik volgde het BK op het NK. Dat was een koud kunstje met dank aan de straffe Belgische gsm-masten die ik tot in Huijbergen kon oppikken en de livestream van Sporza. Omgekeerd kon niet, want het NK was niet live te zien omdat andere Nederlandse sport belangrijker was. Even terzijde betreffende Sporza: na het lezen van de tweet van Wout van Aert dat een Sporza-collega zich was komen verontschuldigen voor de ‘Sporza-berichtgeving’ (lees Michel Wuyts over die 20.000 euro startgeld voor die cross in Frankrijk), vroeg ik mij af hoe het sfeertje daar zou zijn. Ik wil niet stoken, maar wie mij dat flikt binnen mijn redactie, stop ik onder de grond.

Na twee rondjes was het NK afgelopen en reed Mathieu van der Poel in zijn eentje voorop. Halfweg zei Michel Wuyts op het kleine schermpje in mijn handpalm dat het op het NK een onemanshow van Van der Poel was. Hij veronderstelde dat het daar ook wel zwaar zou liggen. Neen dus. Het was zwaar, maar dan door de hoogteverschillen.

Hoe reset je een renner die nu al maanden aan een stuk twee keer per week een uur het volle pond moet geven?

Er was eerst en vooral de Nootjesberg en vervolgens ook nog eens de Tiestenduin, twee hindernissen die deel uitmaken van de natuurlijke verhoging de Brabantse Wal en van het trainingsparcours van Van der Poel, ook dat nog. De Tiestenduin, daar stond ik eerst. De omroeper doopte die in een lichte bui van overdrijving om tot de Sahara van Huijbergen – vandaar wellicht het overvloedige vochtgebruik – en die moesten de renners twee keer opklauteren en weer afrijden. Het sfeertje leek wat op bocht zeven van l’Alpe d’Huez en ik ben vertrokken toen ze met bier begonnen te gooien.

Tijdens de wedstrijd begon het te gieten, waardoor het beneden in de weide drassig lag. Er kwam heus wel wat techniek aan te pas om recht te blijven en vermogen om snelheid te blijven maken, maar het bleef veldrijden en niet strontlopen, veldploeteren of modderbadrijden.

Vandaag staat nog de kampioenencross in Otegem op het programma en dan vertrekken de groten weer op stage. Van der Poel zelfs twaalf dagen. Daar in Spanje zal het kaf van het koren worden gescheiden. Zullen de grote motoren worden gereviseerd en zullen de vespa’s moeten afhaken. Zal ook de trainingstechnische kennis van de entourage worden getest.

Hoe reset je een renner die nu al maanden aan een stuk twee keer per week een uur het volle pond moet geven? Niet makkelijk. Het zou niet voor het eerst zijn dat een gedoodverfd favoriet total loss van een stage komt, terwijl het net de bedoeling was om hem terug frisse benen te bezorgen. Een tip: geen frisse benen zonder een fris hoofd.