‘Mehdi Nemmouche is niet de persoon die de trekker overhaalde’

De advocaten van Mehdi Nemmouche, Sébastien Courtoy (l) en Henri Laquay, willen bewijzen dat hun client niet de schutter van de aanslag op het Joods Museum was.© REUTERS

Op het proces over de aanslag op het Joods museum hebben de advocaten van Mehdi Nemmouche hun verdediging voorgelezen. Ze gaan voluit voor de vrijspraak. ‘We beschikken over bewijzen’, zeiden ze: van het ontbreken van DNA, over zijn houding bij arrestatie, tot ‘gemanipuleerde foto’s’.

Jef Poppelmonde, Mark Eeckhaut

Doorbreekt Mehdi Nemmouche (33) na vele jaren eindelijk zijn stilzwijgen, en geeft hij voor het hof van assisen meer details over de aanslag op het Joods Museum in Brussel op 24 mei 2014? Die cruciale vraag kreeg vandaag een antwoord.

Kort voordien lazen de twee advocaten van Nemmouche, Henri Laquay en Sébastien Courtoy, hun akte van verdediging voor. Daarin zetten ze hun visie op de bewuste aanslag uiteen. ‘Mehdi Nemmouche is niet de persoon die de trekker overhaalde bij de executie’, luidde hun openingszin. Voor die stelling 'beschikken we over verschillende bewijzen', zei Laquay aan de jury.

1. DNA op deur

Het eerste ‘bewijs’: op de camerabeelden van de aanslag is te zien hoe de schutter ‘op drie verschillende momenten de toegangspoort van het museum aanraakt’. En ‘de DNA-analyses hebben bewezen dat er geen DNA van Mehdi Nemmouche op deze deur is gevonden’. Het is het centrale argument van de verdediging. ‘De koningin van de bewijzen’, noemen de advocaten het. ‘En dat is niet in handen van de aanklagers, maar in handen van de verdediging.’

Wie was de schutter dan wel? ‘Eén van de mensen wiens DNA wel op de deur gevonden is, en die nog niet geïdentificeerd zijn’, zei Laquay. Hij bevestigde dat Nemmouche na de aanslag wel een zak met kleren en met de gebruikte wapens vervoerde. 'Maar hij is niet de schutter.'

Terreurjournalist Mark Eekchaut legt in deze video uit waarom het proces-Nemmouche zo belangrijk is.

2. DNA op revolver

Laquay vervolgde met het ‘tweede bewijs’: er werd niet alleen geen DNA van Nemmouche gevonden op de toegangsdeur van het museum, maar ook op de revolver die bij de aanslagen gebruikt werd, zat geen DNA, en ook geen vingerafdrukken van de hoofdverdachte op het proces. ‘Dat bewijst zijn onschuld’, pleitte de verdediging.

Op de kalasjnikov werd wel DNA van Nemmouche gevonden, maar 'dat kwam erop terecht toen Nemmouche na de aanslag, tijdens het transport van de wapens, controleerde of het wapen wel veilig en al dan niet geladen was'.

Kan het dan niet dat Nemmouche handschoenen droeg tijdens de aanslag? ‘Nee’, zei Laquay. Verschillende beelden van camera’s in het museum bevestigen dat volgens hem. Op één beeld waarop het lijkt dat de schutter witte chirurgenhandschoenen draagt, zou het volgens hem om een 'optisch effect’ gaan.

3. Geblokkeerd wapen

Toen Mehdi Nemmouche op 30 mei 2014 werd opgepakt in het station van Marseille, had hij de revolver bij zich die bij de aanslagen was gebruikt. ‘Om zich te beschermen’, aldus de verdediging, ‘en hij wist dus niet dat die revolver defect was.’ Als hij de schutter van het museum was, zou hij dat wel geweten hebben, luidt het argument. En ‘als hij dat geweten had, had hij het uiteraard nooit meegenomen.’

Laquay richtte zich tot de jury: 'Als u zich wil beschermen, neemt u dan de Kalasjnikov die 600 kogels per minuut kan afvuren, of de geblokkeerde revolver?'

4. 'Drôle de terroriste'

Het vierde argument van de verdediging betreft de ‘attitude’ van Nemmouche bij zijn arrestatie in Marseille. ‘Geen normaal, verstandig persoon zou geloven dat de professionele moordenaar (uit het Joods museum, red.), die zo’n organisatorische beheersing toonde, dezelfde man is die de bus Amsterdam-Marseille nam, bijgenaamd “de drugsbus” bekend om zijn frequente drugscontroles, met 10 euro en 7 cent in zijn zak, en die zich liet oppakken zonder verzet, door twee douaniers die hem vroegen zijn handen omhoog te doen.’

‘De feiten bewijzen dat Mehdi Nemmouche allesbehalve een islamistische terrorist is’, of het moet, aldus de advocaten, ‘une drole de terrorist’ zijn.

5. 'Gemanipuleerde foto's'

Volgens de advocaten van Nemmouche zouden in het dossier bovendien meerdere foto’s zijn opgenomen die ‘duidelijk gefotoshopt’ zijn. Ze verwijzen onder meer naar een foto uit het museum, waarop wijzingen zouden zijn aangebracht aan het gezicht (met zonnebril) van de schutter. ‘We vragen al vier jaar hoe dat te verklaren is. Al deze anomalieën doen ons denken dat dit geen islamitische terroristische aanslag was, maar een gerichte moordpartij van de Mossad.' De Mossad is de Israëlische geheime dienst. Twee van de slachtoffers van Nemmouche, het gezin Riva, had de Israëlische nationaliteit.

6. Geïsoleerde opsluiting of snelle vrijlating

De getuigenissen van Nacer Bendrer, de medeverdachte op dit proces, die verklaarde dat hij op vraag van Nemmouche de wapens voor de aanslag leverde, kwamen er volgens de verdediging pas nadat hem de keuze was gesteld tussen ‘geïsoleerde opsluiting voor dertig jaar’ of ‘vrijlating binnen enkele maanden’.

7. Journalisten

Tot slot gingen de advocaten in op de getuigenissen van vier Franse journalisten, die verklaarden dat Mehdi Nemmouche de beul was die hen in Syrië voor IS gevangen hield. 'De ene journalist zegt dat hij mishandeld is, de ander beweert dan weer dat die bewaker hem niets misdaan heeft. Vertellen ze de waarheid? Of komen ze een rekening vereffenen?', aldus Laquay.

Vrijspraak

Met de combinatie van deze elementen probeerden de advocaten van Mehdi Nemmouche om de twaalfkoppige jury ervan te overtuigen dat hun client niet de man was die in het Joods Museum vier mensen doodschoot. Dat Nemmouche onschuldig is en dus vrijgesproken dient te worden. Laquay tot de jury: 'Stel u de vraag: welk bewijs heeft men geleverd dat met zekerheid toont dat Nemmouche op 24 mei de trekker heeft overgehaald in het Joods museum?'

Link met Parijs en Brussel

Uit het dossier dat de onderzoekers gedurende de afgelopen jaren opstelden, blijken nochtans overduidelijke links tussen Mehdi Nemmouche en de organisatoren van de aanslagen van Parijs in 2015 en Brussel in 2016. Dat lijkt aan te tonen dat de aanslag op het Joods Museum de eerste was in een lange bloedige reeks.

Zo blijkt uit het telefonie-onderzoek dat Nemmouche contact had met Abdelhamid Abaaoud: de man van wie algemeen aangenomen wordt dat hij de terreurcel aanstuurde die vanuit Syrië naar Europa werd gestuurd om er de aanslagen van Parijs en Brussel te plegen.

Een ander element dat erop wijst dat Nemmouche tot dezelfde groep terroristen behoorde, deed zich voor tijdens zijn opsluiting in de streng beveiligde afdeling van de gevangenis van Brugge. Hij zat er in hetzelfde cellenblok als Salah Abdeslam. Op 22 maart 2016, de dag van de aanslagen in Brussel en Zaventem, riep Nemmouche vanuit zijn cel naar Salah Abdeslam: ‘Brahim en Soufian zijn dood.’ Op dat moment was nog niet bekend wie de kamikazes van Zaventem waren. Wel waren al de beelden uitgelekt waarop te zien is hoe drie mannen met een bagagekarretje de luchthaven binnengaan. Een van die mannen was, zo bleek achteraf, Ibrahim ‘Brahim’ Bakraoui. De andere was Najim Laachraoui alias Soufian Kayal.

Voor het verhoor van de twee hoofdverdachten zijn, na vandaag, nog twee dagen uitgetrokken.