Direct naar artikelinhoud
Europese Unie

Europese Commissie wil belastingveto's lidstaten inperken, maar voorstel stuit op verzet

Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie (links), praat met EU-commissaris Pierre Moscovici. 09-01-2019.Beeld AFP

De Europese Commissie wil het vetorecht afzwakken dat de EU-landen hebben bij belastingvoorstellen. Volgens Europees Commissaris Pierre Moscovici (Economische Zaken, Belasting) misbruiken lidstaten hun veto voor nationale belangen. Daardoor wordt volgens hem  belastingontwijking door multinationals niet aangepakt en loopt de interne markt schade op. Nederland en een flinke groep andere EU-landen voelen er niets voor.

Moscovici noemt de unanimiteitsregel bij belastingzaken politiek achterhaald, wettelijk problematisch en economisch contraproductief. “Ik besef hoe gevoelig deze kwestie ligt, maar dat is geen reden haar taboe te verklaren. Laten we het debat vandaag beginnen”, aldus Moscovici dinsdagmiddag bij de presentatie van zijn voorstel in Straatsburg. Commissievoorzitter Juncker had het plan in september vorig jaar aangekondigd.

De Commissie wijst op de Panama Papers en LuxLeaks, waarmee internationaal samenwerkende journalisten blootlegden hoe grote bedrijven belasting ontwijken door de mazen in de nationale belastingwetten. Ook lopen de EU-landen jaarlijks zeker 50 miljard euro aan btw mis omdat de lappendeken van 28 btw-regimes fraude vergemakkelijkt. Verder zien Europees opererende bedrijven zich geconfronteerd met extra administratieve kosten omdat ze met 28 verschillende belastingdiensten in de slag moeten.

Belastingwetten zijn echter in grote mate een nationale zaak. EU-wetgeving op fiscaal terrein is alleen gerechtvaardigd als de interne markt daarom vraagt, zoals minimumregels voor btw en accijnzen en de aanpak van belastingfraude. Vanwege het vetorecht duurt het meestal vele jaren voor er een mager besluit valt. Een ongewenste situatie, vindt de Commissie. Niet EU-regels bedreigen de nationale soevereiniteit, maar belastingparadijzen en wereldwijd opererende bedrijven.

Stapsgewijs afschaffen

De Commissie stelt daarom voor stapsgewijs delen van het vetorecht af te schaffen. Rond 2020 zouden Europese wetten tegen belastingfraude en belastingontwijking met gewone meerderheid aangenomen moeten worden. Hetzelfde geldt voor milieuheffingen en wetten die de regeldruk voor bedrijven verminderen. Vanaf 2025 wil de Commissie dat ook EU-regels voor de winstbelasting voor bedrijven, een speciale digitaks voor internetreuzen (Google, Apple, Facebook) en btw en accijnzen niet langer door het veto van één lidstaat gegijzeld kunnen worden.

Met gewone meerderheidstemming krijgt het Europees Parlement medezeggenschap over belastingwetten. Volgens de Commissie maakt dat de besluitvorming democratischer. Moscovici benadrukt dat de EU alleen harmoniseert wát er belast moet worden, de tarieven blijven een nationale competentie, net als de inkomstenbelasting.

Lidstaten vrezen bemoeienis

Om het vetorecht af te zwakken heeft de Commissie de toestemming nodig van alle regeringsleiders, het Europees Parlement en de nationale parlementen. EU-ambtenaren en Brusselse diplomaten zien dat niet gebeuren. Aan de vooravond van de Europese verkiezingen (eind mei dit jaar) zitten landen als Nederland, Ierland, Luxemburg, Zweden, Denemarken, Slowakije en de Baltische staten niet te wachten op het inleveren van veto’s in Brussel. Die boodschap kreeg Moscovici vorige week ook mee tijdens een lunch met de EU-ambassadeurs van de lidstaten.

Nederland meent dat de huidige veto’s goede wetgeving niet in de weg staan. Er zijn immers afspraken over btw en accijnzen mogelijk. Belastingontwijking via speciale akkoordjes tussen de belastingdienst en een bedrijf (zogeheten ‘rulings’) wordt harder aangepakt dan voorheen. Nogal wat lidstaten vrezen de bemoeienis van het Europees Parlement met belastingzaken.

Landen als Frankrijk daarentegen juichen het toe dat de Commissie pal voor de Europese verkiezingen voorstelt de belastingveto’s in te perken. Frankrijk is dé voorstander van een financiële transactietaks, waarbij overleg tussen de lidstaten vastligt, en de digitaks, waarvoor hetzelfde geldt.