Direct naar artikelinhoud
sociaal overleg

Bonden leggen brugpensioen weer op tafel

Een vakbondsbetoging voor meer koopkracht en een betere eindeloopbaanregeling in december vorig jaar.Beeld BELGA

De vakbonden willen de hervormingsplannen van de regering over het brugpensioen en de landingsbanen terugdraaien. Ze leggen die eis op tafel bij de loononderhandelingen. 

Wat is de marge voor loonsopslag? Het is een belangrijke vraag bij de onderhandelingen over het Interprofessioneel Akkoord (IPA) die deze week zijn opgestart. Maar evengoed moeten er afspraken gemaakt worden over het brugpensioen en de landingsbanen, de regeling waarbij oudere werknemers minder gaan werken.

Ook voor die thema’s willen de bonden hun slag thuishalen. Afgelopen zomer besliste de regering de leeftijd voor het brugpensioen bij bedrijven in herstructurering in 2019 op te trekken van 56 naar 59 jaar. Bij landingsbanen ging het van 55 naar 60. Maar die beslissing, onderdeel van de befaamde arbeidsdeal, is door de val van de regering nog niet uitgevoerd.

Na de val van de regering springen de bonden in het gat en hopen ze de werkgevers ervan te overtuigen de maatregelen alsnog tegen te houden

De bonden springen nu in dat gat en hopen de werkgevers ervan te overtuigen de maatregelen alsnog tegen te houden. Voor het brugpensioen willen ze de leeftijd op 58, voor de landingsbanen moet alles bij het oude blijven.

Zeker voor dat laatste hebben ze een kans. Er bestaat intussen ook zoiets als ‘zachte landingsbanen’, maar die zagen de werkgevers niet graag komen. Zij betalen in dat systeem de tegemoetkoming voor de werknemer, terwijl dat in de 'gewone’ landingsbaan de overheid is. Ze hebben er dus baat bij dat het oude systeem niet wordt teruggedrongen. Ook in het pensioendebat over zware beroepen dook de suggestie op de landingsbanen opnieuw te bekijken.

Voor het brugpensioen ligt het moeilijker. Het thema ligt politiek erg gevoelig, bleek nog bij de herstructurering bij Proximus. Bovendien: de minimumleeftijd gaat in 2020 sowieso naar 60 jaar. 

Rapport

Woensdag is een belangrijke dag in de onderhandelingen. De sociale partners keuren een rapport goed waarin onze lonen worden vergeleken met die in de buurlanden. Dat wordt de basis van de verdere loononderhandelingen. 

De lonen werden door de inflatie sneller geïndexeerd dan verwacht, waardoor de marge voor opslag al voor een deel is opgesoupeerd. Toch vraagt de christelijke vakbond ACV dat de lonen 1,5 procent kunnen stijgen, de socialistische collega’s houden het op 1,1 à 1,3 procent, evenveel als de stijging van de productiviteit. De werkgevers gaan op de rem staan.

De bonden willen zo veel mogelijk bruto opslag, maar er wordt ook steevast gekeken naar fiscaal interessante formules. Waarom niet op het vlak van mobiliteit?

De bonden willen zo veel mogelijk bruto opslag, maar er wordt ook steevast gekeken naar fiscaal interessante formules. Hogere maaltijd- en ecocheques zijn niet langer aan de orde, maar wel bijvoorbeeld een hogere deelname aan de winst van het bedrijf. En vooral: ingrepen op het vlak van mobiliteit.

De bonden willen bijvoorbeeld dat de fietsvergoeding wordt uitgebreid voor alle werknemers. Volgens een studie van Acerta gebruikt slechts zo’n 40 procent van de bedrijven het systeem. Ook willen ze een hogere tegemoetkoming van de werkgevers voor het woon-werkverkeer per trein. De werkgevers willen dan weer het mobiliteitsbudget inzetten, dat normaal gezien vandaag wordt goedgekeurd in het parlement. 

Tot slot moeten bonden en werkgevers afspraken maken over het optrekken van de laagste uitkeringen. Het parlement gaf al groen licht om 700 miljoen euro te besteden, het is aan de sociale partners om te bepalen waar die terechtkomen. De bonden willen de werklozen mee laten profiteren, maar dat zien de werkgevers veel minder zitten. 

Snel

De sociale partners willen nu snel gaan in de gesprekken, de voorlopig laatste vergadering is volgende week woensdag gepland. De volgende stap is de goedkeuring van het akkoord door het parlement. 

Het is ook nog altijd mogelijk dat de sociale partners niet tot een compromis komen. In dat geval neemt normaal gezien de regering over. Alleen: die is nu in lopende zaken en kan geen verregaande maatregelen meer nemen. 

‘Ik zal een sociaal akkoord voluit verdedigen in de regering en het parlement’
Minister van Werk Kris Peeters (CD&V)

Het is erg onduidelijk hoe het dan verder moet. Minister van Werk Kris Peeters (CD&V) hoopt daarom dat de sociale partners een akkoord vinden. “Ik zal dat dan ook voluit verdedigen in de regering en het parlement.”