Direct naar artikelinhoud
Opinie

Het EK is voor Frankrijk balsem op de gekwetste ziel

Kleis Jager is correspondent in Parijs voor Trouw en Het Financieele Dagblad. Hij schreef deze bijdrage op uitnodiging van De Morgen.

Na een aarzelend begin lijkt niets de mannen van Didier Deschamps nog tegen te kunnen houden. En als een plant die veel te lang geen water heeft gehad, leeft met Les Bleus heel Frankrijk op.

Kleis Jager.

'On est en finale! On est en finale!' Donderdagavond doken opeens overal mensen op met de tricolore uit hun portier hangend. Italiaanse toestanden in het centrum van mijn anders zo bedaagde voorstad. Kort daarvoor zag ik na het laatste fluitsignaal uitzinnige Fransen opspringen om brullend en met bier gooiend de Marseillaise aan te heffen.

De geestdrift staat in schril contrast met een paar weken geleden. Volgens een peiling had maar 54 procent voor het begin van dit EK een 'positief beeld' van de nationale ploeg. Gek was dit niet. Frankrijk heeft niet zo'n sterke voetbalcultuur. Daarbij staan de spelers vooral bekend als over het paard getilde jongens met veel te veel geld en te weinig manieren.

Jonge mannen die elkaar voor hun verjaardag een prostituee cadeau doen, de trainer een hoerenjong noemen of een medespeler afpersen met een sekstape: het Franse voetbal heeft de laatste jaren veel te verduren gehad. Voor filosoof Alain Finkielkraut stonden de fratsen niet op zichzelf. Nicolas Anelka, Karim Benzema, Franck Ribéry en Samir Nasri lieten zien hoezeer de samenleving inmiddels wordt aangetast door de geest, de moraal van de achterbuurt, zo betoogde een van 's lands meest invloedrijke denkers.

Eindelijk iets positiefs, na een serie wrede aanslagen van islamitische radicalen en na het gewelddadige marathonprotest tegen de arbeidswet

Maar de huidige generatie laat zich van zijn beste kant zien. Benzema, die Deschamps wijselijk heeft thuisgelaten, deed nooit een poging contact te maken met zijn publiek. Paul Pogba en Patrice Evra daarentegen verschuilen zich niet onder een koptelefoon maar laten zich filmen op hun hotelkamer. De Fransen krijgen geen genoeg van grapjes en dansjes van het duo en vrouwen lopen massaal weg met de elegante superspits Antoine Griezmann.

De mouwen zijn opgestroopt, de religieus-etnische scheidslijnen en de clangeest zijn verdwenen. Net als in de tijd van Platini en daarvoor Raymond Kopa (eigenlijk Kopaszewski) doet de naam er niet meer toe. Sagna, Umtiti, Sissoko, Griezmann of Koscielny: ze zijn allemaal in de eerste plaats blauw.

Het doet weldadig aan, deze sfeer. Balsem op de ziel van een gekwetste natie die is getroffen door een serie wrede aanslagen van islamitische radicalen. Eindelijk iets positiefs, ook na het archaïsche en gewelddadige marathonprotest tegen de arbeidswet.

President François Hollande zal als de titel straks binnen is - en wie twijfelt daar nu nog eigenlijk aan - er zeker van willen profiteren. Door bijvoorbeeld te suggereren dat wie zich verzet tegen noodzakelijke hervormingen, eigenlijk in eigen doel schiet. En door te herinneren aan de moeizame overwinningen op Roemenië en Albanië, toen de linies elkaar zelfs tegen leken te werken. Ja, waar een land allemaal wel niet toe in staat is, als de neuzen dezelfde kant op staan, als we spelen als een echt team.

Neem het hem eens kwalijk. In 1998 steeg de populariteit van Jacques Chirac ook al opeens nadat in hetzelfde stadion waar zondag Portugal wacht de wereldtitel was behaald. Toch zal Hollande er zeker ook geen wonderen van verwachten: de economie is te onzeker, de kiezer nog steeds erg ontevreden. Maar de citoyen geniet en een zege kan zorgen voor een 'aanzienlijke verbetering van de stemming' aldus de opiniepeilers. Dat zou al heel mooi zijn.