Direct naar artikelinhoud
Watertemperatuur

Koudwatervrees van haai is zegen voor zeehond

Koudwatervrees van haai is zegen voor zeehond
Beeld Getty Images/Image Source

Wetenschappers zeggen te weten waarom warmbloedige jagers koude poolwateren verkiezen, boven een warm bad in een tropische omgeving.

De verscheidenheid aan soorten is in warme streken bij de evenaar groter dan aan de polen. Dat geldt voor de hele levende natuur. Behalve voor de warmbloedige jagers in zee; die gedijen beter in koude wateren. Een grote internationale groep onderzoekers oppert nu een verklaring voor dat raadsel.

De sleutel ligt in de temperatuur van het zeewater en de energiehuishouding van het dier, schrijven ze in vakblad Science. Ga je van de evenaar naar de polen, dan daalt de temperatuur van het zeewater. Dat vindt een haai niet leuk. Hij is koudbloedig en in koude wateren te traag om genoeg prooi te vangen. De zeehond heeft daar geen last van; die is warmbloedig en blijft snel.

Bovendien heeft die het voordeel dat veel van zijn prooidieren, zoals vissen, koudbloedig zijn en in poolwater dus minder snel kunnen vluchten. Hij moet in koude wateren wel meer eten om op temperatuur te blijven, maar de voordelen zijn groter.

Zo'n theorie bewijzen lukt alleen met heel veel data. De onderzoekers verzamelden bekende gegevens van de verspreiding van een kleine duizend zeedieren, van koudbloedige haaien tot de warmbloedige walvisachtigen, dolfijnen, maar ook schildpadden en slangen, die ooit van land naar zee zijn verhuisd. En dan zie je dat de koudbloedigen vooral in warme streken voorkomen en de warmbloedigen talrijker zijn in gematigde tot koude streken. Er zijn ook slimmeriken die koud- noch warmbloedig zijn: de mesothermen. Tonijn is er een, en die vind je inderdaad overal, maar hij is in koude wateren wel een stuk groter dan in warme.

Dat de watertemperatuur zoveel verschil kan maken, is een belangrijke les voor natuurbehoud, waarschuwen de onderzoekers. Door het broeikaseffect stijgt de temperatuur van het zeewater. Dat kan misschien goed voelen voor koudbloedige soorten, maar is een nadeel voor de warmbloedige jagers van de zee.