Direct naar artikelinhoud
Hammarskjöld

Belgische inlichtingendiensten geven Hammarskjöld-documenten vrij

Jan van Risseghem in de Fouga 93 van de Katangese luchtmacht.Beeld RV

De Morgen verkreeg van de Belgische inlichtingendiensten de documenten over de crash van VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld in 1961. Ze geven ongekende informatie over Jan van Risseghem, de man die misschien het vliegtuig met Hammarskjöld neerhaalde, maar ze roepen ook vragen op over het alibi van de Belgische piloot.

Op 19 september 1961, een dag na de vliegtuigcrash waarbij Dag Hammarskjöld om het leven kwam, ging België koortsachtig op zoek naar informatie over piloot Jan van Risseghem. Uit documenten die nu voor het eerst publiek worden, blijkt dat Ludovic Caeymaex, de algemeen directeur van de Staatsveiligheid, een “zeer dringende” oproep lanceerde in opdracht van Buitenlandse Zaken. 

Een dag later gaf een medewerker enkele actuele inlichtingen. “Hij heeft Lint (thuisadres) verlaten op 16 september, naar eigen zeggen om zich te begeven naar Katanga ‘om de strijd te hervatten’.” Een volgend rapport bevestigt die informatie en stelt dat hij in de vooravond naar Parijs is gevlogen en vervolgens naar Katanga. Voor de crash dus.

‘Hij heeft Lint (thuisadres) verlaten op 16 september, naar eigen zeggen om zich te begeven naar Katanga ‘om de strijd te hervatten’’
Rapport van Staatsveiligheid van 20 september 1961

Maar in een nota uit oktober 1961 aan de minister van Buitenlandse Zaken vat Caeymaex het anders samen. Hij stelt dat Van Risseghem zich op 17 september, de dag voor de crash, in Brussel heeft aangediend bij de “Délégation Katangaise om zijn administratieve en financiële situatie te regelen”. Volgens Caeymaex is Van Risseghem pas op 18 september op eigen initiatief naar Elisabethstad vertrokken, via Parijs, en is hij op 21 september in de Katangese hoofdstad aangekomen. “Hij was niet in de mogelijkheid om te vliegen”, stelt het document. 

De data die Caeymaex opgeeft, zijn in tegenspraak met de info in het rapport dat hij zelf had besteld. Het klopt bovendien niet dat Van Risseghem zich op 17 september aanmeldde bij de Katangese delegatie in Brussel. De Morgen kreeg via de makers van de nieuwe documentaire Cold Case Hammarskjöld een afschrift van de uitgaven in handen, waaruit blijkt dat Van Risseghem een dag eerder al 1.500 frank ontving van de Katangese missie.

Afschrift van de uitgaven van de Mission Katangaise in september 1961Beeld RV

In het verleden diende de ontvangst van een betaling bij het solidariteitsfonds van Sabena op 17 september ook als alibi voor Van Risseghem, maar het blijkt om een volmacht te gaan voor iemand anders om die betaling op te halen. De documenten van de inlichtingendiensten spreken elkaar dus tegen over de whereabouts van Van Risseghem, die volgens Pierre Coppens in 1965 de raid op het vliegtuig van Hammarskjöld aan hem bekende.

‘Onze activiteiten spitsten zich in die tijd toe op de rekrutering van huurlingen voor Katanga vanuit België’
Ingrid Van Daele, woordvoerder Staatsveiligheid

“Als burgerlijke inlichtingendienst zijn we hoofdzakelijk bevoegd voor inlichtingen in eigen land, waardoor onze activiteiten zich in die tijd toespitsten op de rekrutering van huurlingen voor Katanga vanuit België”, zegt Ingrid Van Daele van de Staatsveiligheid. “Met de bedoeling die informatie over te maken aan het parket, want dat was strafbaar.”

“Zeer avontuurlijk aangelegd”

De verschillende rapporten waarvan sprake in dit artikel en andere bronnen bieden een ongeziene kijk op de Belgische piloot. “Van Risseghem alsook zijn familie staan te Lint gekend als zeer deftige lui van onbesproken gedrag en zedelijkheid dewelke zich met geen politieke activiteit inlaten”, stond in een uitgebreid verslag van de Staatsveiligheid. “Hij zelf wordt wel bestempeld als zijnde zeer avontuurlijk aangelegd.”

Zo gingen we te werk

In 2017 maakte België op vraag van de Verenigde Naties documenten over uit de archieven van de Staatsveiligheid, Defensie en de diplomatie. De VN-onderzoekers ontdekten echter tegenstrijdigheden in de informatie van verschillende lidstaten en vroegen om iemand aan te stellen met een veiligheidsmachtiging voor verder onderzoek in de archieven.

Guy Rappaille , de toenmalige voorzitter van het Comité I, en Kris Quanten, historicus aan de koninklijke militaire school, maakten in oktober een rapport over aan de VN. De Morgen heeft het afgelopen jaar meermaals aangedrongen bij de verschillende partijen en op die manier de documenten van de Staatsveiligheid en Buitenlandse Zaken in handen gekregen. Vooral de Staatsveiligheid toonde zich bereidwillig om transparantie te bieden, ook al gaat het om documenten die destijds geclassificeerd waren als ‘geheim’ of ‘zeer geheim’. 

De archivarissen van de militaire inlichtingendienst ADIV hebben hun opzoekingswerk voor 65 procent afgerond. In de leeszaal van ADIV konden we vijf documenten inkijken en notities nemen. Die gingen over de Belgische huurling Roger Bracco en de Zuid-Afrikaan Jeremy Puren. Het spreekt voor zich dat al deze documenten gedeclassificeerd zijn voor wij ze konden inkijken of publiceren.

Avontuurlijk is een understatement. Volgens de heemkundige kring van Lint stond Van Risseghem er bekend als ‘Jan van den Engelsman’, omdat hij getrouwd was met een Britse, die er nog altijd woont. Nochtans werd hij op 3 september 1923 geboren in Plotsky-Bergfeld in het oosten van Duitsland als graaf Jan Henri van Risseghem de Santieron de Saint Clément. Zijn vader had als vrijwilliger in het Belgische leger gevochten tijdens de Eerste Wereldoorlog en kwam na de oorlog weer op krachten in een sanatorium in Pruisen, met zijn Britse vrouw, die adellijke roots had, en hun eerste zoon. Daar werd Jan van Risseghem geboren. Zijn vader raakte er bevriend met een man die hen een adellijke titel schonk.

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, volgden de twee zonen het voorbeeld van hun vader. Ze sloten zich aan bij het verzet in Frankrijk, en konden in het Verenigd Koninkrijk geraken om zich als oorlogsvrijwilliger aan te melden. Op zijn 19de werd Jan van Risseghem piloot bij de Britse Royal Air Force. Bij dageraad vloog hij over Duitse opstellingen om luchtfoto’s te maken.

Jan van Risseghem bij de Britse Royal Air Force.Beeld RV

‘Onfaire behandeling’ bij Sabena

“Hij vertelde dat hij ook drie Duitse gevechtsvliegtuigen uit de lucht had gehaald”, zegt Pierre Coppens, die Van Risseghem goed gekend heeft. Na de oorlog trouwde Van Risseghem met een Engelse. Van 1946 tot 1960 was hij piloot voor Sabena, tot hij ontslagen werd voor ‘onbekwaamheid’.

Onbekwaam na veertien jaar dienst? De man die de Zuid-Afrikaanse huurling Puren in zijn boek “de geniale Belgische luchtmachtofficier” noemt? Sinds het faillissement van Sabena zitten de archieven bij curator Christian Van Buggenhout. Die heeft de personeelsdossiers nagekeken. “Daaruit is gebleken dat de heer Jan van Risseghem geen Sabena-stamnummer had en dus nimmer een werknemer van Sabena schijnt te zijn geweest.” Gewist uit de archieven? Of zoek geraakt? 

Na zijn ontslag was Van Risseghem blijkbaar enkele weken werkloos. Hij bood zich aan bij de luchtmacht, maar werd geweigerd, bij gebrek aan plaatsen. Vervolgens werkte hij als handelsreiziger voor een Nederlands bedrijf. “Evenwel moet deze betrekking hem weinig voldoening hebben geschonken, want hij bleef er slechts enkele weken in dienst.” Was de held uit de Tweede Wereldoorlog gekrenkt in zijn eer? 

In ieder geval vertrok van Risseghem begin mei 1961 naar Afrika om zich als vrijwilliger aan te bieden bij het Katangese leger. Katanga was op dat moment in oorlog met de VN, omdat het zich na de onafhankelijkheid had afgesplitst van de rest van Congo, met de steun van honderden Europese huurlingen en het Belgische mijnbedrijf Union Minière. Toen de VN Van Risseghem op 28 augustus 1961 arresteerde, gaf hij als motivatie op: “Onfaire behandeling in België Sabena Airways.”  

Verdachte nummer 1

Van Risseghem had in Katanga de operationele leiding over de luchtmacht. Hij ontwierp het logo en de vlag ervan, met daarin een kat die een muis heeft gevangen, een verwijzing naar het wapenschild van zijn moeder. En Van Risseghem werd berucht door rebellerende dorpen en opstellingen van de VN onder vuur te nemen, meestal vanuit zijn Fouga Magister KAT-93, een opleidingstoestel omgebouwd tot gevechtsvliegtuig. 

VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld was onderweg voor vredesbesprekingen met de Katangese leiding toen zijn vliegtuig in de nacht van 17 op 18 september 1961 neerstortte in de buurt van de luchthaven van Ndola in Noord-Rhodesië, het huidige Zambia. De eerste onderzoeken na de crash wezen op een ongeluk of een stuurfout van de piloot. Onderzoek van historica Susan Williams (Institute of Commonwealth Studies) plaatste in 2011 belangrijke vraagtekens bij die onderzoeken, uitgevoerd door blanke autoriteiten die de getuigenissen van de plaatselijke bevolking ‘onbetrouwbaar’ vonden.

Onderzoekers bij het wrak van de ‘Albertina’, het vliegtuig met Dag Hammarskjöld.Beeld BELGAIMAGE

Sindsdien voert de VN een nieuw onderzoek. Dat bracht een telegram aan de oppervlakte van de Amerikaanse ambassadeur in Congo, Edmond Gullion, aan Buitenlandse Zaken in Washington. Uren voor het wrak gelokaliseerd was, verdacht hij “de voornaamste piloot die de VN-operaties heeft lastiggevallen”, namelijk de Belg Jan van Risseghem.

Een rapport van de Staatsveiligheid stelt dat Van Risseghem na zijn arrestatie door de Verenigde Naties op 7 september werd gerepatrieerd naar België. De opsteller van het verslag verwijst daarvoor naar een dossier bij de militaire inlichtingendienst, maar bij ADIV is nog niets over Van Risseghem opgedoken. Vermoedelijk zijn documenten uit die tijd verloren gegaan. 

Ridder in de Leopoldsorde

We weten exact wanneer Van Risseghem in België aankwam: op 8 september 1961 om 11.50 uur. Maar het is onduidelijk wanneer hij weer vertrok. De Belgische documentatie is onverzoenbaar met verschillende telegrams van de Amerikaanse ambassadeur destijds. Al kan de crash ook door een ander incident zijn veroorzaakt, of een dom ongeluk zijn geweest. Zeker is dat Van Risseghem erna uitgebreid aan de vijandelijkheden tegen de VN heeft deelgenomen. Pas in 1963 keerde hij terug naar België om piloot te worden voor de parachutisten in Moorsele, waar Coppens hem leerde kennen.   

Jan van RisseghemBeeld RV

Een half jaar eerder had de VN zijn persoonlijk vliegtuig, een Dragon Rapide, vernietigd bij een luchtbombardement. Van Risseghem heeft jarenlang tevergeefs geprobeerd die kosten vergoed te krijgen door de Belgische staat. Na Moorsele zou Van Risseghem blijven vliegen vanop de luchthaven van Deurne, tot op hoge leeftijd. Uit het Belgisch Staatsblad blijkt dat hij voor zijn daden in de Tweede Wereldoorlog in 2000 het kruis van Ridder in de Leopoldsorde ontving. 

Zeven jaar later overleed Jan van Risseghem. In 2017 eerde de Lintse Oudstrijdersvereniging hem met een optocht door de gemeente.