SP.A wil belastingvoordeel pensioensparen terugschroeven

“Zekerheid. Voor iedereen” wil SP.A leveren. Dus willen de socialisten ook de laagste pensioenen opschroeven van 1.200 naar 1.500 euro per maand. Om dat te kunnen betalen, hebben ze 2,2 miljard euro per jaar nodig, geld dat moet komen uit hogere bijdrages van de hoogste pensioenen en het terug­schroeven van de belastingvoordelen voor pensioensparen. “Dit is een investering in de toekomst”, klinkt het.

Arnout Gyssels

Vier jonge SP.A’ers zetten symbolisch hun schouders onder het pensioenplan van hun partij. Ze kregen al een prominente plaats op een lijst, dus is enige naam­bekendheid mooi meegenomen voor Oost-Vlaming Conner Rousseau (Vlaams Parlement), West-Vlamingen Melissa Depraetere (Kamer) en Maxim Veys (Vlaams Parlement) en Brabander Moad El Boudaati (Kamer).

“We willen meer zekerheid voor onze grootouders en meer zekerheid dat we later zelf op een goed pensioen kunnen rekenen”, zegt Rousseau. “Vergelijk het met klimaatmaatregelen. Daar zie je de effecten ook pas na een bepaalde termijn, maar je moet er nu al aan beginnen.”

De doelstelling: iedereen moet kunnen rekenen op minstens 1.500 euro pensioen per maand. Dat zal de staat op termijn 2,2 miljard euro per jaar meer kosten, berekenden ze. “We willen hier geen budgetneutrale oefening van maken.” Maar het verwijt dat socialisten enkel putten graven, willen ze niet gehoord hebben. Ze hebben al een grondige schatting af van waar al dat geld precies moet komen.

Geen werkjaren, wel werkuren

1,4 miljard euro komt uit de ruime pot, bijeengesprokkeld door ­bedrijfssubsidies af te bouwen, fiscale gunstregimes voor salaris­wagens af te schaffen en de ambtenarij efficiënter te doen draaien. De laatste 800 miljoen euro komt uit een hervorming van de pensioenen zelf.

De hoogste pensioenen – alles boven de 3.200 euro bruto – zullen stapsgewijs meer solidariteitsbijdrage moeten betalen. En ook de belastingvoordelen voor groepsverzekeringen en pen­sioensparen komen in het vizier. Al dat geld moet dan naar de laagste pensioenen vloeien. De hele operatie kan al tegen 2024 op kruissnelheid zijn, maakt SP.A zich sterk.

De hele zwik moet dan anders berekend worden. Met pensioen gaan, kan na 42 jaar loopbaan. Wie op zijn achttiende begint met werken, zit op zijn zestigste al aan 42 jaar en mag dus met pensioen.

De hoogte van dat pensioen wordt berekend per uur. Daar zit een handigheidje in. Voor een volledig pensioen gaat SP.A uit van een werkweek van dertig uur. “Mensen kunnen zelf hun loopbaan indelen in periodes met meer of minder werk, zonder dat hun pensioenopbouw in het gedrang komt. Zo kunnen we mensen met flexibele contracten beter beschermen of rekening houden met mantelzorg of ouderschapsverlof.”

Met haar alternatief wil SP.A de onvrede over de pensioenhervormingen van de federale regering naar zich toe trekken. Die verhoogde de pensioenleeftijd om de sociale zekerheid betaalbaar te houden, maar kon geen regeling uitwerken zodat mensen met een zwaar beroep vroeger met pensioen konden gaan.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen