Salami of ham op het broodje wordt afgeraden in nieuwe richtlijnen voor gezondere lunch op school
Salami of ham op je broodje? Scholen moeten die optie zo veel mogelijk weren van het menu. Dat staat in nieuwe richtlijnen op initiatief van ministers Hilde Crevits en Jo Vandeurzen (CD&V). Doel: leerlingen gezonder doen eten op school.
Een klad mayonaise op een wit broodje, gevolgd door een sneetje ham, kaas, een eitje en groentjes. Het ‘smoske’ is cultureel erfgoed in Vlaanderen, maar gezond is de hap zeker niet. Het Vlaams Instituut Gezond Leven raadt de ‘overladen’ broodjes dan ook af. Gooi de ham en het eitje eruit en we zijn al dichter bij het ideale broodje.
Het is één van de richtlijnen in een nieuwe gids voor scholen om gezonde broodjes op het menu te zetten. De gids is er gekomen in opdracht van ministers Hilde Crevits (Onderwijs) en Jo Vandeurzen (Welzijn). In het basisonderwijs heeft maar één op de tien scholen broodjes of boterhammen op het menu, maar in het secundair loopt dat op tot zeven op de tien. In vier stappen kunnen die scholen leren om hun aanbod door te lichten en gezonder te maken.
“Leerlingen kunnen in drie op de vier scholen wel kiezen voor bruin of grijs brood, maar ze moeten er vaak expliciet naar vragen”, zegt Loes Neven van Gezond Leven. “Wit is nu de standaard, terwijl dat omgekeerd zou moeten. We raden scholen ook aan om meer variatie in het beleg te brengen, gebaseerd op de nieuwe voedingsdriehoek.”
Hummus
Dat betekent dat broodjes met salami of de martino eraan moeten geloven. Bewerkt vlees staat zelfs niet in die voedingsdriehoek, maar erbuiten in de ‘rode restgroep’. “Die broodjes zouden eigenlijk niet in het dagelijkse aanbod mogen zitten”, zegt Neven. “We raden scholen aan om die stapsgewijs uit het aanbod te halen. Eén keer per week kan wel. Daarnaast promoten we plantaardige alternatieven, zoals hummus of pompoenspread.”
Maar wat als kinderen zelf hun vettige hap meebrengen? “We hebben nu al richtlijnen voor scholen over gezonde tussendoortjes, dranken, warme maaltijden én broodjes”, zegt Neven. “In een volgende stap zouden we ons rechtstreeks tot de ouders kunnen richten.”