Comité P uit kritiek op gebruik vuurwapen tijdens achtervolging waarbij Mawda werd gedood

© rr

Het Comité P uit ernstige kritiek op het gebruik van een vuurwapen en de gebrekkige communicatie tussen de verschillende politie-eenheden tijdens de achtervolging waarbij de Koerdische peuter Mawda in mei 2018 om te leven kwam. Dat blijkt uit een rapport dat het dinsdag publiceerde.

pvm

Het Comité P, officieel het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten, presenteerde dinsdagochtend in de bevoegde Kamercommissie een rapport over het incident waarbij Mawda om het leven kwam. Daarvoor werden het verloop van de achtervolging, de communicatie tussen de verschillende betrokken politie-eenheden en hun interventietechnieken onderzocht, tot op het ogenblik van het dodelijke schietincident.

In het rapport worden onder meer ernstige bezwaren geuit bij het gebruik van een vuurwapen tijdens de achtervolging. De instructies die staan vervat in een politiehandleiding over achtervolgingen luiden namelijk dat het gebruik van vuurwapens vanuit een rijdend voertuig moet worden vermeden, 'tenzij in absolute noodzaak en altijd rekening houdend met de omgeving en de risico’s die het schot met zich meebrengt’.

Ook het schieten op autobanden wordt agenten ten stelligste afgeraden, zoals staat beschreven in een permanente politienota. 'Kogels afvuren op banden leidt namelijk slechts zelden tot de onmiddellijke interceptie van een vluchtend voertuig', zo benadrukt het Comité P. Toch is dat precies wat de politieagent die het dodelijke schot loste, heeft gedaan: hij wilde de vluchtende bestelwagen tot stoppen dwingen door in de linkervoorband te schieten. Dat maakte de advocaat van agent V. eind mei nog zelf bekend.

'Erg verontrustend'

Naast de kritiek over het gebruik van een vuurwapen stelt het Comité P zich ook vragen bij de communicatie tussen de verschillende politie-eenheden die betrokken waren bij de achtervolging. Zo wisten agenten van de politie van Namen wel dat er kinderen aan boord waren van de bestelwagen die werd achtervolgd, maar door problemen met de radiocommunicatie bereikte die info hun collega's van de politiezone Henegouwen niet.

'Dat het niet is gelukt rechtstreekse radiocommunicatie tot stand te brengen, ondanks verplichte interne opleidingen en het bestaan van relevante informatie die kort voor het incident was verspreid, is erg verontrustend', schrijft het Comité P.

Aanbevelingen

Het Comité P doet in het rapport vier aanbevelingen die moeten leiden tot betere interventietactieken. Zo pleit het rapport voor een specifiek opleidingsprogramma voor achtervolgingen en een harmonisering van de richtlijnen errond. Ook moet het handboek met de richtlijnen over het achtervolgen en intercepteren van voertuigen worden aangepast, en moet erop worden toegezien dat het breder wordt verspreid onder het politiekorps.

Daarnaast geeft het Comité P drie aanbevelingen om het commando van een dergelijke operatie te verbeteren en drie aanbevelingen om de communicatie bij interventies te bevorderen. De politieleiding moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat 'concrete maatregelen worden genomen opdat de personeelsleden die een radiopost moeten gebruiken de functionaliteiten daarvan kennen en de diverse vereiste manipulaties onder de knie hebben'.

Gerechtelijk onderzoek

De Federale Politie meldt dinsdag dat het de conclusies en de bijhorende aanbevelingen van het Comité P 'ter harte neemt en verder zal omzetten in praktische richtlijnen'.

Over de schuld of onschuld van de agent die het dodelijke schot loste, spreekt het Comité P zich uitdrukkelijk niet uit. Dat maakt namelijk deel uit van een gerechtelijk onderzoek, dat in handen is van het parket van Bergen.