Tot negen keer blijven zitten, want in de zorg is er geen plaats: bijna duizend jongeren met beperking ‘vast’ in buitengewoon onderwijs

© Karel Hemerijckx

Met precies 966 zijn ze, de jongeren met een be­perking die ouder zijn dan 21 jaar en toch noodgedwongen blijven hangen in het buitengewoon onderwijs. “Sommigen blijven wel ­negen keer zitten”, zegt Koen Deweer, directeur van een vzw die ijvert voor inclusie. “De wachtlijsten in de zorg zijn te groot, dus laten we hen aanmodderen in het onderwijs.”

Jens Vancaeneghem

Marie (27) en Ella (26) hebben een mentale beperking en kunnen lezen noch schrijven. De zussen gingen tot hun 23ste naar school. “De begeleiders probeerden wel om hen nieuwe dingen aan te leren, maar op de duur was het toch bezigheidstherapie”, zegt hun moeder Katrien Holvoet (61). “Vooral voor Marie was het genoeg.”

Marie en Ella staan niet alleen. In principe is de maximumleeftijd in het buitengewoon secundair onderwijs (buso) 21 jaar, terwijl dit schooljaar toch liefst 966 leerlingen ouder zijn dan dat. Het gaat om bijna één op de twintig jongeren in het buso, en hun aantal is de voorbije jaren licht toegenomen.

In een open brief klaagde Koen Deweer die situatie gisteren aan. Hij is directeur van de vzw Konekt, die mensen met een beperking helpt om hun plaats te vinden in de samenleving. “Het middelbaar is niet de juiste om­geving om tot je 25ste te blijven”, zegt hij. “Jaar na jaar krijgen die mensen hetzelfde programma, zitten ze in dezelfde context. Wie al eens is blijven zitten, weet hoe demotiverend dat is. Laat staan als het vijf keer of meer gebeurt.”

Die jongeren blijven zo lang ter plaatse trappelen omdat ze wachten op ‘persoons­volgende financiering’, waarbij geld dat vroeger naar de instellingen ging nu rechtstreeks aan de betrokkene wordt over­gemaakt. Of ze blijven hangen omdat er geen plek is in de zorg. In die gevallen kunnen ze een verlenging krijgen van hun verblijf op school. “Een typisch Belgische oplossing”, zegt Deweer. “Er is geen volgende stap mogelijk, dus laten we die jonge mensen maar aanmodderen.”

Het grote probleem, zegt Deweer, is dat deze jongeren met een beperking in het schoolsysteem geen kansen krijgen om zich te ontplooien in de buitenwereld. Moeder Katrien Holvoet beaamt. “Al die tijd dat ze op school zitten, kunnen ze geen nieuwe stappen vooruit zetten. Alle respect voor wat de buso-scholen doen, maar het moet ergens stoppen.”

Zelfvertrouwen

Minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) erkent het probleem, maar belooft ook beterschap. Op Radio 1 zei hij in 2019 nog 750.000 euro vrij te maken voor schoolverlaters uit het ­buso. Geld dat mensen als Marie en Ella goed kunnen gebruiken om bijvoorbeeld een traject te volgen bij Konekt. Daar krijgen ze nu hulp om hun talenten te ontdekken en om te proeven van nieuwe ervaringen, zoals een job of vrijwilligerswerk. “Marie helpt nu elke dinsdag in de kleuterklas om de jasjes aan te trekken of soep te bedelen”, zegt Katrien. “Hun zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde zijn sindsdien enorm gegroeid.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen