Direct naar artikelinhoud
Wellesnietes

Hebben vijftigplussers het echt zo moeilijk?

Hebben vijftigplussers het echt zo moeilijk?
Beeld Damon De Backer

We moeten werken tot we 67 jaar zijn, maar voor 50-plussers is gegeerd blijven op de arbeidsmarkt niet zo vanzelfsprekend. Hebben vijftigers het echt zo moeilijk, of hebben jongeren veel meer reden om te klagen? Annemie Peeters en Gert Peersman kruisen de degens.

en

Annemie Peeters: “Vijftig­plussers komen niet meer aan de bak”

Radiomaker Annemie Peeters is de clichés over 50-plussers beu. In de krokusvakantie gaat ze er op Radio 1 een week lang radio over maken met Fifty fifty. Tot dan blogt ze onder dezelfde noemer op vrtnws.be.  “We moeten allemaal werken tot ons 67ste, maar als ik om me heen kijk, vraag ik me af waar die zestigers dan wel mogen zitten.”

“Zelfs vijftigers lijken me ondervertegenwoordigd op de werkvloer. Men heeft ontsnappingsroutes als het brugpensioen heel terecht gesloten en toch zijn we met veel te weinig. Wie niet weggesaneerd is bij een herstructurering, is op een zijspoor beland. Ik vind dat stuitend. Zoveel ervaring, zoveel skills, en het enige waarvoor we nog zouden kunnen dienen, zijn de taken die niemand anders meer wil doen? 

“Ik zeg ‘we’, maar zelf heb ik niet te klagen. Ik heb de tijd gekregen om ideeën te bedenken en de ruimte om ze uit te werken. Sowieso wil ik geen klaagzang aanheffen, wel de aandacht vestigen op een zeer reëel probleem. Neem nu Proximus: ze willen terecht digitaal transformeren, maar het is godgeklaagd dat oudere mensen daarvan de dupe zijn. Hadden ze nu eens geanticipeerd en hun werknemers omgeschoold, dan hadden ze nog een job gehad. 

“Het idee leeft dat je, zodra je de vijftig voorbij bent, vastgeroest zou zijn. Niet meer dynamisch, niet meer bereid te werken. Onzin! Velen van ons hebben nog studerende kinderen, zijn na een scheiding opnieuw moeten beginnen en hebben nog een huis af te betalen. Wij willen werken en móéten ook nog werken om geld te verdienen. 

‘Het idee leeft dat vijftigers vastgeroest zouden zijn, niet meer dynamisch, niet meer bereid te werken. Onzin!’
Annemie Peeters

“Media en reclame hebben een grote verantwoordelijkheid in die verkeerde beeldvorming. Wanneer komt onze generatie aan bod? Wanneer het gaat over erfenissen en testamenten? Voor de rest trekt iedereen de kaart van de verjonging. Verjonging is natuurlijk noodzakelijk en terecht, maar tegelijkertijd herkent een hele grote doelgroep zich daardoor niet meer in wat de verschillende media voorschotelen. Het gaat te weinig over onze leefwereld. Hoe het is om zowel voor je kinderen als voor je ouders te moeten zorgen. Hoe vriendschappen zijn na je vijftigste. Hoe we de liefde beleven. Blijkbaar zijn dat alleen dingen die geassocieerd mogen worden met jonge mensen. Niet voor niks gaat de nieuwe VRT-reeks over Dertigers. Dat is blijkbaar nu de referentieleeftijd.

“Het kan wel anders, volgens mij. Waarom behandelen we vijftigplussers niet zoals vrouwen of mensen met een kleurtje? De cel Diversiteit van de VRT heeft richtlijnen over het in beeld brengen van vrouwen en mensen met een kleurtje. Wanneer we een item maken in het Het journaal, wordt erover gewaakt dat er ook vrouwelijke CEO’s aan het woord gelaten worden, dat migranten ook geïnterviewd worden over het weer en niet alleen wanneer er problemen zijn. Dat werkt, dat weet iedereen. Waarom doen we dat niet voor vijftigplussers? Doorbreek de stereotypen en op termijn zal het evident worden dat ze actief deelnemen aan de maatschappij.” (AVDB)

Gert Peersman: “De jongeren hebben veel meer recht om boos te zijn”

Gert Peersman (45) is professor economie aan de UGent. Hij ziet dat 50-plussers het juist makkelijker hebben gehad dan de jongeren van vandaag. “Ik kan mij voorstellen dat vijftigplussers in de media en in de entertainmentsector minder aan bod komen, maar dat geldt zeker niet voor het socio-economisch beleid. Op dat vlak moeten ze niet klagen.”

“De babyboomers hebben in de jaren zeventig zeer goedkoop een huis kunnen kopen en het spaargeld van de volgende generaties afgeroomd. Zij hebben het meest geprofiteerd van de enorme overheidsuitgaven, waardoor ze zelf ook makkelijk geld opzij hebben kunnen zetten. Daarenboven kunnen zij vroeg op pensioen. Een pensioen dat de volgende generaties zullen financieren, want wat de vijftigers van nu aan pensioen krijgen, is veel meer dan wat ze tijdens hun loopbaan hebben afgedragen.

“Of zij niet uit de arbeidsmarkt worden geduwd? Eigenlijk geldt hier een cirkelredenering: door hun anciënniteit zijn deze mensen duur waardoor ze onaantrekkelijk kunnen zijn voor werkgevers. Maar wat vaak vergeten wordt, is dat net deze generatie dat systeem van anciënniteit heeft uitgedacht.

“Bovendien verlaten veel werknemers de arbeidsmarkt omdat het zo aantrekkelijk en makkelijk is om op vervroegd of brugpensioen te gaan. In Zweden verlies je 8 procent per jaar dat je vroeger met pensioen gaat. In België wordt er zelfs niet gedacht aan dat soort maatregelen.”

“Je kunt de regering ook absoluut niet verwijten dat ze te weinig aandacht heeft besteed aan deze generatie. De taxshift, het mantra van ‘jobs, jobs, jobs’ van premier Michel (MR), de maatregelen om mensen langer aan het werk te houden, daar profiteren zij het meest van. Door het verhogen van de pensioenleeftijd uit te stellen heeft de overheid ervoor gekozen om de mensen te bevoordelen die nog tien à twaalf jaar moeten werken. De volgende generaties daarentegen zullen langer moeten werken om die kosten voor het vroeger op pensioen gaan van de huidige vijftigers te betalen. Die transfers tussen de generaties blijven vreselijk onderbelicht.

‘Vijftigers moeten niet klagen. Het zijn de jongeren die langer moeten werken en minder pensioen krijgen’
Gert Peersman

“Elk jaar heb ik het in mijn lessen over de gevolgen van de vergrijzing en het Zilverfonds. Als ik mijn studenten vertel dat dit fonds leeg is, worden ze kwaad. Gelijk hebben ze.

“Als er iemand recht heeft om te klagen over het beleid, zijn het de jongeren. Zij worden te weinig gehoord. De politici nemen beslissingen die hun toekomst in een definitieve plooi zullen leggen: zij moeten langer blijven werken, zij zullen minder pensioen krijgen, zij hebben het lastiger om een huis te kopen. Per jaar geven we nu ruim 45 miljard uit aan de pensioenen. In 2040 zal dat oplopen, zonder nog de inflatie mee te tellen, tot 75 miljard.

“Concreet betekent dit dat we eigenlijk al beslist hebben dat de economie over de komende 40 jaar met 40 procent zal moeten groeien om alleen al de hogere uitgaven voor pensioenen te kunnen bekostigen. Maar willen de jongeren wel mee in die ratrace van continue groei? Willen deze klimaatspijbelaars net niet consuminderen? De beleidsmakers lachen deze jongeren te veel weg, terwijl we net meer met hen in debat moeten treden. Eigenlijk zijn de jongeren veel te meegaand.” (TP)