© EPA-EFE

Remco Evenepoel kijkt vooruit na negende plaats en jongerentrui: “Elke rit op YouTube herbekeken op zoek naar werkpunten”

De negende plaats in de eindstand, de trofee van beste jongere, zes groene truien en 28 UCI-punten. Het zit woensdag allemaal in de valies van Remco Evenepoel (19) wanneer hij aankomt in België. Nog belangrijker: de ervaring. “We hebben gewonnen, verloren, waaiers getrokken en ik heb gewerkt voor de ploeg. Ik heb elke mogelijk koerssituatie meegemaakt, behalve een valpartij. Zeg nu nog eens dat ik niet kan sturen.”

Bram Vandecapelle,Bram Vandecapelle

Zo. Het drukst gevolgde en geanalyseerde profdebuut ooit zit er op. Sinds Remco Evenepoel in Argentinië voet aan land zette, dook zijn naam in deze krant op in negentien verschillende artikels. We ronden graag af met een rond getal en starten nummer twintig bij de wetenschap. Een procedé waarin de tiener van Deceuninck-Quick Step zich overigens zal kunnen vinden, want het eerste wat hij na elke rit doet, is de gegevens en records op zijn Bryton-fietscomputer checken. De zeven ritten in San Juan leverden uiteindelijk twee persoonlijke records op. “Mijn langste afstand ooit: in die rit van 193 km was er ook nog eens neutralisatie van 10 km, waardoor ik voor het eerst meer dan 200 km heb gereden. Een mijlpaal. En op de tweede dag heb ik mijn hoogste wattage gedurende twee minuten gehaald. Op die korte klim trapte ik toen voortdurend boven de 600 watt.”

© rr

Is niet gesneuveld: zijn hoogste of gemiddelde hartslag. “Ik voel mij ook niet moe”, zegt hij. “Mijn benen voelen nog fris. Nog drie etappes extra? Het zou lukken. Ik heb aan Brama (ploegleider Davide Bramati, nvdr.) gezegd dat er gerust nog één aankomst bergop extra had mogen inzitten.” Hij vertelt het met een kwinkslag, maar effectief: uitgezonderd zijn nog steeds kreeftrode, verbrande armen merk je nauwelijks aan Evenepoel dat hij net zijn eerste rittenkoers bij de profs in de benen heeft. We geloven hem ook. Echt. Want zijn persoonlijke analyses na elke rit zijn ook steeds glashelder en met een flinke portie zelfkritiek. We zouden zo graag eens geen lovende woorden gebruiken, maar ook op dat vlak is Remco Evenepoel een bovengemiddelde renner.

Perspectief

Terwijl rondom hem en in Vlaanderen een kleine Remco-mania ontstond, focuste de neoprof tijdens zijn profdebuut vooral op de schoonheidsfoutjes: te lang opgewarmd voor de tijdrit, te snel begonnen aan de tijdrit, te ver gepositioneerd op de Alto Colorado… “Elke avond heb ik elke rit nog eens herbekeken op YouTube. Daar leer je wel uit. Toen ik niet mee sprong met Anacona op de Alto Colorado, dat fragment heb ik zeker drie keer teruggespoeld. Ik had daar kunnen mee glippen, maar dat had Julian (ploegmaat Alaphilippe, nvdr.) als leider ook kunnen doen. Achteraf moet je gewoon toegeven dat Anacona op volle snelheid demarreerde en er op dat moment eigenlijk niemand mee kon.”

Door de move van Movistar en Anacona kon Evenepoel maar zeer nipt zijn toptienplaats en leidersplaats in het jongerenklassement redden. Het maakt dat hij finaal zes groene truien, een trofee en 28 UCI-punten mee naar België neemt. “Mooi. Mijn regenboogtruien van bij de juniores vind ik nog iets waardevoller, maar die jongerentrui wordt ingekaderd. Mijn supportersclubs ontvangen ook een exemplaar en de eindtrofee van beste jongere krijgt zeker een plaatsje in de living.”

De resultaten en herinneringen zijn dus mooi, maar moeten in een perspectief worden geplaatst. Het deelnemersveld was buiten zes WorldTour-ploegen zeer mager, en het is máár een rittenkoers van het niveau 2.2. Zo haalde een Braziliaanse paralympiër probleemloos de eindmeet bij de eerste honderd renners. Ook Evenepoel vindt de behaalde podiumresultaten van triviaal belang. “Het mooiste moment van de week was toen ik mij helemaal leeg had gereden op de Alto Colorado. Het was de eerste keer dat ik mijn benen niet meer voelde en na de finish even moest gaan zitten om te bekomen. Daar heb ik mijn grenzen echt verlegd. Qua gevoel en leerstof de beste dag van allemaal.”

Evenepoel kwam vooral naar de ­Ronde van San Juan om te leren en waant zich daarin geslaagd.

“We hebben als ploeg gewonnen, verloren en waaiers getrokken. Ik heb moeten werken bergop en hectische momenten in het peloton overleefd. Op een valpartij na heb ik elke mogelijke koerssituatie meegemaakt. Vooraf waren er mensen die twijfelden aan mijn stuurmanskunst. Wel, ik heb zelfs massasprints aangetrokken. Om dat te kunnen, moet je toch met de fiets kunnen rijden. Ik hoop dat er aan mijn stuurvaardigheid niet meer wordt getwijfeld. En dan nog. Het belangrijkste is dat ik en de ploeg weten dat ik het wel kan.”

Cinema en pannenkoek

In één van de negentien artikels over Evenepoel in de Ronde van San Juan kon u lezen dat zijn trainer Koen Pelgrim pas in de Ronde van de Verenigde Arabische Emiraten een resultaat verwachtte, meer bepaald de top twintig bovenop de Jebel Hafeet. Tegen zijn natuur in weigert de steeds ambitieuze Evenepoel dat doel aan te scherpen. “Het niveau van de klimmers is daar wel nog een beetje hoger. Top twintig daar zou echt mooi zijn. Trouwens, je hebt dat ook niet in de hand. Voor hetzelfde geld moet ik daar in die bergrit net als de Alto Colorado werk opknappen voor een ploegmaat. Als ik door mijn oortjes hoor: Remco, nu op kop rijden, dan is die top twintig niet meer belangrijk.”

De allerbelangrijkste doelstelling van zijn trainer, was dat Evenepoel tussen zijn wedstrijden moest leren rusten. “Dat ga ik ook doen. Drie à vier dagen tijd maken voor mijn familie en mijn vriendin: naar de cinema gaan of een pannenkoek gaan eten. Fietsen zal toch niet kunnen, want het zal met de slee te doen zijn. Leuk, dan zal ik niet meer verbranden.”