Belg heeft empathie voor lgbt's
Vier op de vijf landgenoten vinden dat lgbt's hun leven moeten kunnen leiden zoals ze dat zelf willen. Dat blijkt uit een bevraging door çavaria. De mate van empathie voor slachtoffers van lgbt-geweld blijkt wel af te hangen van de situatie.
Hoe staan Belgen tegenover lesbiennes, homomannen, bi's en transgenders (lgbt)? Op die vraag zocht çavaria, de koepel van lgbt-verenigingen, een antwoord. Woordvoerder Jeroen Borghs spreekt nu over een positieve evolutie. Tegelijkertijd had hij het wel over een duidelijke hiërarchie: hetero's kunnen in ons land op de meeste sympathie rekenen, daarna volgen lesbiennes en homomannen en dan pas bi's en transgenders.
De bevraging van çavaria vond plaats in het kader van het Europese project Call it hate. Dat zoekt naar manieren om de aangiftebereidheid voor lgbt-foob geweld te verhogen. "Veel slachtoffers gaan niet naar de politie en een van de redenen daarvoor is dat ze denken dat wat hen overkomt niet erg genoeg is of dat hun omgeving of de politie denken dat ze overdrijven", zegt Borghs. "Negatieve reacties uit de omgeving of van hulpverleners hebben een nefast effect op slachtoffers. Ze worden als het ware een tweede keer slachtoffer."
Het merendeel van de Belgen beseft dat haatmisdrijven een grotere impact hebben op slachtoffers dan andere misdrijven. "De plaats waar een misdrijf zich afspeelt beïnvloedt de houding van de Belg wel. Zo is er minder empathie voor lgbt's die het slachtoffer worden van geweld als ze deelnemen aan de pride, als ze dronken op café zitten, of transgenders die als sekswerker aan de slag zijn. Dat neigt een beetje naar het 'je hebt het zelf gezocht'-argument en dat is verontrustend.”
Lees ook
Geselecteerd door de redactie
