Direct naar artikelinhoud
Ultimas 2019

Peter Verhelst: “Politici lijken er alles aan te doen om de vluchtelingenopvang niet te laten slagen”

Auteur Peter Verhelst en Mehdi Kassou, bezieler van BXLRefugees.Beeld Stefaan Temmerman

De een is al twintig jaar een van Vlaanderens meest gerenommeerde auteurs, de ander leidt een burgerplatform dat vluchtelingen helpt. Wat Peter Verhelst en Mehdi Kassou bindt, is hun ongenoegen over de gang van zaken in België. En hun inspanningen om daar zelf iets aan te doen.

“Ik kan begrijpen dat de mensen bang zijn, voor migranten en voor dingen die ze niet kennen”, vertelt Mehdi Kassou. “Ik kan begrijpen dat mensen eerst aan hun eigen economische belangen denken. Maar wat ik niet kan begrijpen, is dat mensen het normaal vinden dat er kinderen sterven. Dan moet er iets gebeuren.”

Kassou is bezieler van het Burgerplatform voor Steun aan de Vluchtelingen, aka BXLRefugees, dat hij dik drie jaar geleden oprichtte, in volle migratiecrisis. “Als ik zeg dat er iets moet gebeuren, heb ik het niet over een Franse Revolutie waarbij er mensen onthoofd worden, maar over gewone mensen, die laten horen dat ze dit niet kunnen accepteren, niet wíllen accepteren.”

Naast hem knikt auteur Peter Verhelst, die bekroond wordt voor zijn roman Voor het vergeten. Zijn kennis van het Frans is, naar eigen zeggen, “embryonaal”, maar de twee verstaan elkaar perfect.

‘Ik kan begrijpen dat mensen eerst aan hun eigen economische belangen denken. Maar niet dat mensen het normaal vinden dat er kinderen sterven’
Mehdi Kassou (BXLRefugees)

Op het eerste gezicht is er nochtans weinig dat Verhelst en Kassou bindt, behalve dat ze dit jaar beiden een Ultima winnen. Maar schijn bedriegt. Drie jaar geleden publiceerde Peter Verhelst in De Morgen ook ‘Er was eens het water’, een gedicht dat hij schreef na de tragische verdrinkingsdood van kleuter Aylan. Het lichaam van de kleine bootvluchteling spoelde aan op de Turkse kust. “Op zo’n moment ben ik geen dichter meer. Na het zien van die foto kon ik niet slapen. Ik heb natuurlijk ook kinderen. Als je dan ziet wat er gebeurt in de wereld, dan moet je daar iets mee doen. Als mens.”

Dat deed ook Kassou, toen hij in de zomer van 2015 door het Maximiliaanpark liep. BXLRefugees is “heel spontaan” ontstaan, legt hij uit. “Met mensen die zich bekommerden om de vluchtelingen: we gaven hen kleding, voeding, juridisch advies, taalcursussen... De vluchtelingenkwestie had me nooit geweldig aangesproken, maar dat bezoek aan het Maximiliaanpark opende mijn ogen: het toonde een parallelle wereld, een parallel België, waar we mensen zomaar buiten laten slapen. Wij besloten om de hulp zo goed mogelijk te coördineren. Zo is het platform ontstaan.”

Aanvankelijk kon BXLRefugees steunen op een honderdtal families die bij hen thuis sympathisanten opvingen. Maar in de aanloop naar de Mars tegen Marrakech, toen er werd gevreesd dat migranten het mikpunt van geweld zouden worden, werden 700 migranten van onderdak voorzien. “In twintig minuten tijd hebben we iedereen die nog in het park lag bij iemand kunnen onderbrengen.”

‘Politici lijken er alles aan te doen om de vluchtelingenopvang niet te laten slagen. Ik ben ervan overtuigd dat dat de politieke strategie is’
Peter Verhelst

Met de hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan het platform ook 350 openbare slaapplaatsen aanbieden, die elke dag van de week open zijn om migranten te ontvangen en te begeleiden. Kassou zei zijn baan op om zich voltijds met het platform bezig te houden. “Zeven dagen op zeven werken, non-stop. Al drie jaar lang. Dat is de keuze die ik heb gemaakt.”

Heft in eigen handen

De essentie van BXLRefugees is dat ze het heft in eigen handen nemen. En dat is ook wat Verhelst doet. “Ik heb een zeer geëngageerde vrouw”, lacht de auteur. “We hebben vluchtelingen geholpen in Shelter, het opvangcentrum in Sijsele. Maar ik krijg de indruk dat politici er alles aan doen om die opvang niet te laten slagen. Ik ben ervan overtuigd dat dat de politieke strategie is. Terwijl er veel mensen zijn die wél iets willen doen, die de situatie wél willen oplossen.

“Er zijn ook twee Iraanse vluchtelingen die wij nu en dan thuis opvangen. Maar zelfs op dat persoonlijke niveau is het heel moeilijk om het integratieverhaal te laten slagen. Het is zo ingewikkeld. Nederlands leren alleen al is zo moeilijk. Verschillende regels zijn opgesteld om het mensen zo moeilijk mogelijk te maken.”

‘Ik ken een Syrische neurochirurg die hier enkel verpleegster kan worden, zelfs al zijn er neurochirurgen tekort. Dat is toch te gek voor woorden?’
Mehdi Kassou

Kassou: “Les règles sont là pour qu’ils perdent. Ik ken een Syrische neurochirurg die hier enkel verpleegster kan worden. Dat is toch te gek voor woorden? Zij is iemand die perfect Engels spreekt, die levens heeft gered. En zelfs al zijn er neurochirurgen tekort, toch kan zij hier niet als chirurg werken. Ze doen er alles aan om het leven van nieuwkomers zo zwaar mogelijk te maken.”

Verhelst: “Je komt hier niet aan als vluchteling, maar als potentieel gevaar: dat is de indruk die bestaat. Onthutsend vind ik dat. Als mens kun je niet anders dan daarop reageren.”

Hij richt zicht tot Kassou: “Dat is misschien ook een beetje de spirit van wat jullie doen: als de overheid niets doet, moeten de burgers zelf maar in actie schieten.”

Heft in eigen handen
Beeld Stefaan Temmerman

Kassou: “De Vlaamse leuze, eigenlijk: wat we zelf doen, doen we beter. (lacht) De eerste paragraaf van ons statuut benadrukt dat: zodra de overheid haar verantwoordelijkheid neemt, keren wij terug naar ons gewone, burgerlijke leven.”

Keert Verhelst dan ook terug naar zijn schrijverschap? “Op engagement zul je mij niet betrappen”, stelde hij fors aan het begin van zijn carrière, in een interview met De Groene Amsterdammer. Het was een leuze waarop hij vandaag voorzichtig terugkomt. “Toen ik dat zei, zat ik met de erfenis van de jaren 70, waarin vrij weinig goede, geëngageerde literatuur werd geschreven – Louis Paul Boon uitgezonderd dan. Het is ook een moeilijke oefening, want voor je het weet schrijf je een politiek pamflet.

“Maar in deze tijden kun je niet anders. De situatie wordt te urgent. Ik zie veel mensen die geen stem hebben, mensen die men in Amerika the deplorables noemt. Mensen die bang en gefrustreerd zijn, en die daarom stemmen voor partijen die met propaganda op die angst inspelen. Ik ben nu aan het nadenken hoe ik daarover kan schrijven.”

‘Veel mensen hebben geen stem. Ze zijn bang en gefrustreerd, en stemmen daarom voor partijen die met propaganda op die angst inspelen’
Peter Verhelst

Optimistisch potentieel

Kassou ziet het alvast graag komen. “Een gedicht, een verhaal, een foto, dat zijn de beste middelen om de problematiek niet meer te vergeten. Zeker in deze tijd. Het beeld van Aylan heeft vele mensen gechoqueerd, maar in de eerste plaats blijft zoiets today’s story. Het verhaal daaráchter is belangrijk om in de aandacht te houden. We vergeten alles zo snel: ons brein lijkt wel geformatteerd om zo snel mogelijk informatie op te nemen, en na 48 uur weer te wissen. Maar verhalen, boeken, gedichten, die laten een spoor na bij de mensen.”

Heel optimistisch lijkt dat spoor niet. Wie een uurtje met Verhelst en Kassou praat, wordt niet vrolijk. Het gaat over de “bloedbaden” die voortvloeien uit populisme. Over de propaganda die de bevolking angst aanjaagt. Over het conflictmodel waarvoor onze politici lijken te kiezen. Over de Middellandse Zee, “de graftombe van Europa”. En over het gebrek aan naastenliefde. “Ik ben opgevoed met het idee dat je de zwakkeren helpt”, verzucht Verhelst. “Maar vandaag wordt het de zwakken kwalijk genomen dat ze zwak zijn. Omdat ze óns minder sterk maken. Dat getuigt van een ongelooflijk cynisme.”

‘Ik ben een pessimist op de korte termijn, maar een optimist op de lange termijn. Na verloop van tijd zal het weer beter gaan met de wereld’
Mehdi Kassou

Of ze ergens ook nog hoop koesteren, willen we weten. “Ik ben een pessimist op de korte termijn”, geeft Kassou toe, “maar een optimist op de lange termijn. Na verloop van tijd zal het weer beter gaan met de wereld. Misschien wordt mijn beeld vertroebeld door de solidariteit die ik zie bij de mensen die men ons meewerken, maar ik denk dat vriendelijkheid besmettelijk is.”

Verhelst heeft het over “een optimistisch poten­tieel”. “Er zijn veel mensen van goede wil”, ziet de schrijver, “maar het wordt wel dringend tijd dat dat potentieel geactiveerd wordt.” Hij zwijgt even. “Het is de eerste keer dat ik echt bang ben. Het wordt echt gevaarlijk. Maar net daarom zijn we veroordeeld tot optimisme. Anders loopt het verkeerd af.”