© Salim Seghers

COLUMN: Er komen andere tijden

Salim Seghers schrijft een column over het leven zoals het is in Peer.

Salim Seghers

Bij het begin van dit nieuwe jaar zat ik wat te neuzen in een kast met foto's en oude platen. Geen optreden vandaag. Bij het zien van al die 45-toerenplaatjes kwamen spontaan herinneringen naar boven. Zag ik er vroeger zo uit? Een beetje ondeugend, steeds die glimlach, maar vooral die blik om door te gaan, om vol te houden en mijn droom te verwezenlijken: zanger worden. Als je 'leeuw' bent, geeft je niet zo vlug op bij pech of slecht nieuws. Kijk maar naar Tura, Sommers, Fabry, Kaëll en zoveel anderen.

Bij de jaarlijkse feesten van de mijnwerkers, voetbal of dorpskermis zat ik uren op voorhand in de tent bij het podium om die muzikanten te zien opstellen en micro's te horen uittesten. Toen ik veertien was mocht ik bij juffrouw Lenders, tegenover het college van Peer, mijn eerste gitaar- en notenlessen volgen. Wat een heerlijk moment. Op de vespa van mijn pa reden wij samen naar Bree om mijn allereerste gitaar te kopen. Ik heb ze nog. Je ziet ze op de foto. Pa betaalde mijn muzieklessen. Stilaan kon ik eenvoudige liedjes mee neuriën en begeleiden. Bij Juffrouw Lenders is het plots gebeurd. De zanger van haar amateursorkestje was ziek en ik moest hem vervangen en twee liedjes solo zingen. Ondanks alle stress en zenuwen lukte het mij. Fier als een pauw vertelde ik het thuis. "Je studies gaan voor", zei pa. "Eerst en vooral een diploma halen, zodat er brood op de plank komt, daarna is er tijd voor je hobby's." Zolang wachten!

Mijn broer Leon stichtte een orkestje: hijzelf was drummer, accordeonist Jef en ik zanger-gitarist. Dat was in 1964. Alle liedjesteksten afschrijven, de gitaarakkoorden opzoeken en de repetities alzo voorbereiden, daar was ik drie avonden per week zoet mee. Ons eerste optreden ging meteen fout. Wijlen 'Staaf van de strop', reed ons naar de feesttent met zijn camionette. We waren als allereerste daar, zelfs voor de inrichters. We brachten ons materiaal naar het podium. Niet niks: zware luidsprekers, kisten en ijzeren statieven allerhande. Opstellen en uittesten! Hola: daar stopte een ander orkest. "Wij moeten hier spelen. Jullie zijn verkeerd." Inderdaad: zij hadden gelijk. Terug inladen, wegwezen en enkele kilometers verder onze muziek ten gehore brengen. Een leuk begin is anders!

Via een Belgische militair, die in Duitsland gekazerneerd was, mochten wij muziek maken in de kazerne. Ik moest wel enkele Duitse liedjes instuderen van hem. Thuis goed gerepeteerd en ik zong ze die avond op dat bal. Een aanwezige militair vroeg of ik verstond wat ik zong. "Eigenlijk niet", was mijn antwoord. "Dat dacht ik al", lachte hij. "Je Duits lijkt op Chinees."

Dat eerste plaatje, zelf geschreven, zelf bekostigd en zelf gaan ronddragen in alle omliggende cafés. Vijftien kroegen bezoeken op één avond was mijn record. Onwetend ging ik zelfs in Helchteren een bar binnen met mijn 45-toerenplaatje. Een man aan de toog zat naast een mooie dame met vuurrode lipjes en een kort rokje. Hij kocht er twee. Zelfs het wisselgeld mocht ik houden, zodat ik vlug weer buiten stond. Ik begreep er niets van. Brave man!

We zijn nu 55 jaar verder. Er zijn weer terug plaatjes te koop. Wie zong ook weer: "Want er komen andere tijden"?

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer