Eén van de opvallendste maatregelen uit de jongste begrotingsbesprekingen is de verhoging van de allerhoogste pensioenen. Zo’n 10.000 gepensioneerde ambtenaren mogen zich daardoor aan 30 euro extra per maand verwachten, heeft SP.A berekend. Ook wie een groot aanvullend bedrijfspensioen krijgt via een groepsverzekering profiteert mee. Koploper daarvan is een 65-jarige met een groepsverzekering van 3,5 miljoen euro: hij mag zich aan 17.500 euro extra verwachten.

De verhoging gebeurt door de zogenoemde solidariteitsbijdrage te verlagen. Die bijdrage was een soort van crisisbelasting die in 1993 door toenmalig premier Jean-Luc Dehaene (CD&V) ingevoerd werd op de middelhoge en de allerhoogste pensioenen, om zo de gaten in de sociale zekerheid te dichten. Toen de crisis van toen al lang voorbij was, bleef die bijdrage bestaan, tot ze in 2008 voor de middelste pensioenen werd afgeschaft. Voor de hoogste wil minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine de bijdrage volgend jaar met een kwart laten zakken, om ze op termijn helemaal af te schaffen.

“Het is toch niet eerlijk dat mensen die pensioenbijdragen betalen op hun harde werk, eens ze dat pensioen opstrijken daar nog eens op moeten betalen”, stelt Bacquelaines woordvoerder Koen Peumans. “We hebben al veel voor de laagste pensioenen gedaan, we mogen ook wel iets voor de hoogste doen.”

Laagste pensioenen

Maar SP.A-kamerlid Karin Temmerman vindt dit compleet oneerlijk. “Het is niet dat ik dat die mensen dat niet gun, maar er zijn andere mensen die dat geld veel beter kunnen gebruiken, zoals de laagste en de middelste pensioenen. Die krijgen die belastingverlaging niet. De werknemers met de laagste lonen genieten niet van zo’n aanvullend pensioen, of krijgen een veel lager bedrag.”

Bovendien wordt volgens Temmerman op de laagste pensioenen – net als op andere uitkeringen – bespaard: de regering snoeit namelijk in de welvaartsenveloppe die moet dienen om die uitkeringen mee te laten stijgen met de welvaart.