VTM mag vanavond Cold Case dan toch uitzenden

Sally Van Hecke © Cold Case

Het VTM-programma ‘Cold Case’ mag vanavond dan toch worden uitgezonden, zo heeft de Brusselse kortgedingrechter donderdagmiddag beslist. Dat meldt programmamaker Eric Goens op Twitter.

wle, pvm

De advocaten van het Antwerpse parket en van de programmamakers hadden donderdagvoormiddag hun argumenten in allerijl nog uiteengezet. Het programma van productiehuis Het Nieuwshuis gaat over de onopgeloste moord op Sally Van Hecke in Antwerpen in 1996. Het Antwerpse parket wilde de uitzending echter verhinderen.

Volgens de makers hebben ze in het dossier een doorbraak bereikt en zouden ze de naam van de ‘vermoedelijke dader’ bekendmaken. Een naam van die verdachte werd nog niet gegeven, maar het zou gaan om de veroordeelde seriemoordenaar Claudy Pierret. Het Antwerpse parket vreest dat de uitzending het onderzoek naar de moord echter in gevaar kan brengen.

‘Volop bezig’

‘Het eerste onderzoek naar de moord leverde geen dader op, maar nadat onderzoeksjournalist Kurt Wertelaers in 2017 naar het parket was gestapt met de resultaten van zijn eigen onderzoek, werd het onderzoek heropend en werd een nieuwe onderzoeksrechter aangesteld’, zei de advocaat van het Antwerpse parket.

‘Dat onderzoek is volop bezig, er zijn huiszoekingen uitgevoerd, er is DNA-onderzoek gebeurd. Sinds begin 2017 was er geen contact meer met de journalist, tot het persbericht van VTM waarin de uitzending werd aangekondigd.’

‘Onwaarheden’

Het parket probeerde nadien naar eigen zeggen te overleggen met de programmamakers en kreeg de eerste uitzending te zien. Daaruit blijkt dat er een aantal ernstige problemen zijn met het programma, meende de advocaat van het parket: ‘Het programma is tendentieus, er zitten onwaarheden en onjuistheden in. Bovendien dreigt het onderzoek gecontamineerd te worden. Het gevaar bestaat dat een aantal bewijselementen verloren gaan of later niet meer kunnen gebruikt worden om de dader te vervolgen. Dat is nochtans wel duidelijk de bedoeling van de onderzoekers, maar daarvoor moeten ze wel de dader eerst kunnen confronteren met die bewijselementen. Als dit programma wordt uitgezonden, kunnen we niet verzekeren dat de dader gevonden en vervolgd wordt.’

Volgens het parket wordt niet alleen het vermoeden van onschuld geschonden, maar begaan de makers ook inbreuken op de deontologische code van de journalisten.

Kritisch verslag

Dat alles werd door de programmamakers ten stelligste ontkend. ‘Van inbreuken op de deontologie is geen sprake, en journalisten zijn sowieso niet gehouden aan het vermoeden van onschuld’ zei meester Verbist, de advocaat van VTM. ‘Journalisten hebben bovendien het recht om kritisch verslag uit te brengen over lopende strafonderzoeken, en daarover eigen hypotheses te opperen.’

Het geheim van het onderzoek is volgens de advocaat op hen niet van toepassing en zij zijn ook niet verantwoordelijk voor de correctheid van de bewijsgaring. ‘Verschillende Belgische rechtbanken hebben ook al geoordeeld dat een preventief uitzendverbod in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Bovendien, als achteraf blijkt dat de programmamakers zich vergist hebben, zijn enkel zij daarvoor verantwoordelijk. Op een eventuele aansprakelijkheidsvordering achteraf zijn ze ook voorbereid.’