Direct naar artikelinhoud
Wellesnietes

Moet je als ouder nu wel of niet het smartphone­gebruik van je kinderen controleren?

Debat. WELLESNIETES
Beeld Stefaan Temmerman

Een voor- en een tegenstander gaan in duel over een hot issue. Deze week: moet je als ouder het smartphone­gebruik van je kinderen controleren? Roel Naessens en Elke Boudry kruisen de degens.

Roel Naessens: ‘Door die app weten we altijd waar onze zoon is’

Roel Naessens verzorgt als industry leader bij Google België de strategische relaties tussen de internetgigant en zijn partners. Hij houdt strikt toezicht op de smartphone die zijn twaalfjarige zoon sinds begin dit schooljaar op zak heeft.

“Smartphones hebben een gigantische impact op het leven van onze kinderen’, vindt Roel Naessens van Google België. ‘Maar op school leren ze amper hoe ze op een gezonde manier met digitale media moeten omgaan.’ De controle-software die hij op de gsm van zijn zoon installeerde, ziet hij als een vorm van begeleiding.

“Onze oudste zoon is twaalf en zit in het eerste middelbaar. Dat betekent dat hij met de bus naar school moet en dan is een smartphone een handig hulpmiddel. Al is het maar om de uren van de bus te checken of ons een seintje te geven wanneer hij wat later is. Maar we wilden hem dat toestel niet zomaar in zijn handen stoppen. Je moet maar eens rondkijken en je ziet meteen hoe groot de impact van de smartphone op ons leven is. Die telefoons zijn er altijd en overal. Op het werk, thuis, in het restaurant en zelfs achter het stuur. Dat is trouwens de reden waarom we onze kinderen niet naar school laten fietsen.”

“We vonden het belangrijk om onze zoon daarbij te begeleiden. Van bij het begin hebben we duidelijke afspraken gemaakt. Die smartphone mocht, op voorwaarde dat hij het vooral als een functioneel toestel gebruikte en dat wij er volledige toegang toe kregen. Mijn vrouw en ik hebben alle wachtwoorden en codes gekozen en ik heb er de family link-app – uiteraard van Google – op geïnstalleerd. Daardoor kunnen we te allen tijde zien waar hij zich bevindt. We hebben inzage in zijn internetactiviteit, in de berichten die hij stuurt en krijgt en de telefoons die hij doet. En wij bepalen welke apps er al of niet op zijn telefoon geïnstalleerd kunnen worden. De familiefilter zorgt er dan weer voor dat sites en apps die gewelddadige of expliciete inhoud bevatten een no go zijn.

“En tussen acht uur ’s avonds en zeven uur ’s morgens wordt zijn toestel automatisch geblokkeerd.”

Veel krachttermen

“Of dat niet een beetje ver gaat? Ik vind van niet. Kinderen van die leeftijd hebben behoefte aan die ondersteuning. Anders dreigt dat smartphonegebruik snel uit de hand te lopen.

“Mijn vrouw en ik vinden het net heel belangrijk dat onze kinderen zich ook kunnen losmaken van dat scherm om zich onder te dompelen in het echte leven, waar ze echte activiteiten doen met vrienden van vlees en bloed. Daarom ook hebben we bijvoorbeeld de Instagram-app na een paar weken van zijn telefoon verwijderd. We zagen dat daar veel te veel tijd in kroop.

“Onze zoon maakt trouwens, een beetje tegen de verwachtingen in, geen enkel probleem van die controle-apps. Hij doet er zelfs af en toe zijn voordeel mee. Omdat we altijd kunnen zien waar hij – of zijn telefoon – zich precies bevindt, zullen we bijvoorbeeld al sneller geneigd zijn om hem met zijn vrienden de stad in te laten trekken.

“Echt ingrijpen hebben we nog niet moeten doen. Al hebben we hem wel al eens op het taalgebruik in zijn WhatsApp-berichten gewezen. Daar doken nogal veel krachttermen in op. En net als veel van zijn leeftijdsgenoten beseft hij nog niet dat alles wat je digitaal deelt altijd later nog wel eens opnieuw kan opduiken.”

“Natuurlijk weet ik wel dat ons systeem niet waterdicht is. Hij hoeft maar een telefoon van een van zijn vrienden te gebruiken om dingen te doen of op sites te komen die eigenlijk niet mogen.

“En toch ben ik er van overtuigd dat onze controle zijn nut heeft. Al is het maar omdat dit toezicht ervoor zorgt dat we samen met hem die digitale mogelijkheden verkennen en we geregeld een gezonde discussie hebben over wat wel en niet mag en kan.”

Elke Boudry: ‘Telefoon checken kan band met kind schaden’

Elke Boudry werkt bij Mediawijs, het Vlaams kenniscentrum voor ‘mediawijsheid’. Zij is ervan overtuigd dat ouders de smartphones van hun kroost beter links laten liggen.

Uit Nederlands onderzoek blijkt dat 70 procent van de ouders regelmatig de smartphones van hun kinderen checkt om te zien wat ze online zoal uitspoken. Elke Boudry vindt dat geen goede zaak. “Wat je kunt zien en controleren is toch maar het topje van de ijsberg.”

“Natuurlijk is het superverleidelijk om af en toe eens in de smartphone van je kind te neuzen”, zegt Boudry. “Snel door de browsegeschiedenis scrollen, eventjes Facebook checken. Gewoon om te zien of daar geen foute dingen gebeuren. Je hoort tegenwoordig zoveel verhalen over cyberpesten, sexting, noem maar op. Maar wanneer die smartphone nog eens op de keukentafel blijft liggen, zou ik ouders toch aanraden die daar gewoon te laten liggen. Al was het maar uit respect voor de rechten van het kind. Net als volwassenen hebben kinderen recht op privacy. Als je in hun smartphone gaat zoeken, wordt dat geschonden.

‘En wat als je in die telefoon zaken vindt die niet oké zijn? Een Facebook-bericht dat niet door de beugel kan, een dubieuze foto of een paar pornosites in de browsegeschiedenis?’

“En wat als je in die telefoon zaken vindt die niet oké zijn? Een Facebook-bericht dat niet door de beugel kan, een dubieuze foto of een paar pornosites in de browsegeschiedenis? Wat doe je daar dan als ouder mee? Je kind erop aanspreken is toegeven dat je in zijn of haar telefoon neust. Dat kan blijvende schade toebrengen aan de vertrouwensband tussen ouders en kinderen. Terwijl die band juist heel sterk moet zijn, als je wilt dat je kind het aan jou komt vertellen wanneer het online misloopt.”

Nooit waterdicht

“Dat is meteen ook de reden waarom ik ouders vraag om ook naar de positieve kanten van het hele onlinegebeuren te kijken. Kinderen leggen online bijvoorbeeld sociale contacten. Of kunnen er hun creativiteit kwijt. Nu hebben kinderen vaak het gevoel dat hun ouders die digitale media maar niets vinden. Er wordt gediscussieerd over schermtijd, het gaat dikwijls over de gevaren ervan. Als er dan online daadwerkelijk iets gebeurt dat niet door de beugel kan, zullen kinderen dat vaak verzwijgen uit angst dat mama en papa het hele digitale kind met het badwater zullen weggooien en er plots helemaal niets meer mag.

“Wie denkt dat hij een goed zicht heeft op het online leven van zijn kind door af en toe eens door zijn of haar smartphone te scrollen moet ik trouwens teleurstellen. Wat je kunt zien en controleren is slechts het topje van de ijsberg. Wie zich daardoor laat geruststellen, houdt vooral zichzelf voor de gek. Je kind kunt zich perfect aan de regels houden op Facebook of Instagram, maar tegelijk wel tijdens het spelen van Fortnite of op Snapchat met wildvreemden zitten chatten. Je mag controleren wat je wilt, honderd procent waterdicht wordt het nooit. Natuurlijk kun je op social media ‘vriend’ of ‘volger’ worden van je kind. Daar is niets mis mee, zolang jullie dat allebei een goed idee vinden. Maar ook dat is geen garantie. De tijd dat alles open en bloot op het grote prikbord van Facebook werd geplakt is voorbij. Tegenwoordig wordt veel meer in kleine, gesloten groepjes of één-op-één gecommuniceerd.

 “Ik mag controle dan wel geen goed idee vinden, je kinderen zomaar loslaten op het wereldwijde web is dat ook niet. Ouders hebben wel degelijk een rol te spelen in de mediaopvoeding van hun kinderen. Probeer die digitale media samen met je kinderen te beleven. Ga er eens naast zitten wanneer ze naar hun favoriete vlogger kijken. En als je vragen hebt over bepaalde Whatsapp-conversaties, vraag dan of je even mee mag volgen. Op die manier toon je interesse en kom je tot een open gesprek over wat wel en niet oké is.”