Kerk betaalde al meer dan 4,5 miljoen euro schadevergoedingen aan slachtoffers van seksueel misbruik

In een update van zijn rapporteringen over het aantal meldingen van kerkmisbruik, komt Keirse uit op 1.054 dossiers, waarvan er 628 werden gemeld aan het Centrum voor Arbitrage en 426 aan de opvangpunten die de Rooms-Katholieke Kerk in ons land heeft opgericht na het uitbreken van de misbruikschandalen.

Het grootste deel van de misbruikzaken, 74 procent, situeert zich in Vlaanderen, en 26 procent in Franstalig België. “Dat komt wellicht doordat er in Vlaanderen meer priesters actief waren in de jongerenwerking”, aldus Keirse.

In 83 procent van de gevallen waren de slachtoffers ouder dan 40 jaar op het moment van de melding en 35 procent was ouder dan 60 jaar. Op het moment van de feiten was 73 procent tussen de 10 en 18 jaar en 19 procent jonger dan 10 jaar.

Ruim 90 procent van de feiten dateren van meer dan 28 jaar geleden en 56 procent dateren van langer dan 48 jaar geleden. Slechts acht procent dateert van de laatste 26 jaar. “Het Centrum voor Arbitrage en de opvangpunten van de Kerk zijn destijds opgezet voor verjaarde feiten”, legt Keirse uit. “Het betekent dat heel veel slachtoffers hun leed vele jaren met zich mee hebben gedragen zonder enige erkenning te krijgen.”

Uit het rapport blijkt nog dat 43 procent van de feiten zich in scholen hebben voorgedaan en 28 procent in parochies.

Manu Keirse wijst er nog op dat de Interdiocesane Commissie ter preventie van seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag een nieuw protocol voor de opvangpunten heeft opgesteld. Er is ook een nieuwe preventieve gedragscode voor wie werkt in de Kerk.

“Het is de bedoeling dat elke medewerker binnen de Kerk, van priester tot koorzanger of koster, hier kennis van heeft, zodat hij of zij probleemsituaties meldt, wanneer hij of zij er kennis van krijgt. Grensoverschrijdend gedrag is een vorm van machtsmisbruik en dat moet gemeld worden, zodat ertegen kan opgetreden worden”, besluit Keirse.