Direct naar artikelinhoud
Column

Welke kleur of vlag er op de volgende regering ook zal kleven, er is één certitude: het zal een besparingsregering zijn

Welke kleur of vlag er op de volgende regering ook zal kleven, er is één certitude: het zal een besparingsregering zijn
Beeld Bob Van Mol

De politieke actualiteit volgens UGent-politicoloog en De Morgen-columnist Carl Devos.

In de Wetstraat heerst vertwijfeling. Op veel thema’s die vandaag bovendrijven is de handelingsbekwaamheid kleiner dan de symboolpolitiek. Dat is niet geruststellend.

De politiek heeft geen antwoord dat het klimaatprotest geruststelt. Wie op straat komt, vraagt een snelle, radicale ommekeer. Wie thuis blijft, weigert daar veel moeite voor te doen. Traditionele partijen, CD&V in het bijzonder, weten zich er geen blijf mee. N-VA en Groen wel, maar dat levert daarom nog geen overtuigend plan op. Groen, met forse rugwind op het veld, heeft het meest bij dit thema te winnen, maar kan ook niet de bevrijdende uitweg aanwijzen.

Het migratie- en identiteitsdebat sluimert in de luwte, met een kleine vonk staat het zo weer vooraan. Maar al snel botsten ook daar voorstellen tegen het haalbare. Dit is het domein van N-VA, maar de visa-affaire van Theo Francken, en via Melikan Kucam een link naar de ordinaire misdaad, duwt een forse kiezel in haar schoen.

De Vlaamse regering investeert in zorg, maar slechts 12 minuten om een bewoner van een rust- en verzorgingstehuis te wekken, wassen en voor het ontbijt te zetten is beschamend

Klimaat en identiteit – dus ook veiligheid – zijn thema’s op 26 mei, maar het is vooralsnog onduidelijk hoe prominent beide over 97 dagen zijn. Voor alvast één thema is die duidelijkheid er wel: de koopkracht.

Ook hier struikelt de Wetstraat over haar eigen veters. Eerst verkondigt Michel I trots, onder applaus van de werkgevers, dat haar verstrenging van de loonwet van 1996 de toekomstige en historische loonhandicap kan afbouwen, een nationale staking verder kan daarvan afgeweken worden. Zo secuur is telwerk nu eenmaal niet in een land waarin de regering na elke begrotingsberekening door topambtenaren met gegom miljarden mag wissen. Met wat maaltijdcheques en ander geknutsel valt er wat te marchanderen. Daarin zijn de vakbonden ook sterker dan in het mee uitdenken en ondersteunen van grote hervormingen.

Welles-nietes

Gelet op de bedrijfswinsten is de schamele 0,8 procent loonopslag inderdaad niet indrukwekkend. Het aandeel van de werknemers in de welvaartsgroei daalt, maar dat geldt straks allicht niet voor hun aandeel in de afbouw van de dreigende budgettaire catastrofe. De koopkracht wordt een topthema, omdat het veel sociaal-economische, herverdelings- en begrotingskwesties bevattelijk samenvat. Na de hervorming van de vennootschapsbelasting staat na de verkiezingen die van de personenbelasting op de agenda. Dan barst het debat over faire bijdragen en sterke schouders helemaal los.

De deliberatie over het sociaal-economische rapport van Michel I is in een welles-nietes gevallen. Debatfiches zijn duidelijk niet geschreven om een gesprek te voeren. Tegenover de groei van het beschikbare inkomen of de werkgelegenheid staat die van de working poor, zieken, burn-outs of rijen aan voedselbanken. De Vlaamse regering investeert in zorg, maar slechts 12 minuten om een bewoner van een rust- en verzorgingstehuis te wekken, te wassen en voor het ontbijt te zetten is beschamend. Voor elk gedacht een getal, dat allang niet meer kan objectiveren.

Het sociaal-economische parcours van Michel I is verdienstelijk, maar miste veel kansen, en haar terugverdieneffecten zijn een illusie. Het stop-and-go begrotingsbeleid laat een zware kater na. We staan weer op het vertrekpunt, zo’n 12 miljard te gaan, ongeveer evenveel als waar Michel in oktober 2014 aan begon.

Het ‘stop-and-go’ begrotingsbeleid laat een zware kater na. We staan weer op het vertrekpunt, zo’n 12 miljard te gaan, ongeveer evenveel als waar Michel in oktober 2014 aan begon

Maar na 26 mei verliest de volgende regering enkele voordelen: rentemeevallers, cruciaal in Michel I, smelten. De economische groei zakt, dus ook de jobcreatie. Dat duwt, samen met hogere uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg en dalende belastinginkomsten, de begroting dieper. Terwijl er voor klimaat, productiviteit en infrastructuur dringend investeringen nodig zijn. Welke kleur of vlag er op de volgende regering ook zal kleven, vandaag heerst één certitude: het zal een besparingsregering zijn. Die kreeg van de Nationale Bank in haar jaarverslag veel huiswerk mee. Volgens de Bank steeg het structurele tekort in 2018 nog met 0,2 procent en groeiden de primaire uitgaven, al voelt het voor velen aan alsof er niets anders dan bespaard wordt. Door haar boetetruc in de vennootschapsbelasting heeft Michel I haar ontvangsten kunstmatig opgedreven.

Verdeeldheid oplossen

De volgende regering zal het begrotingstraject ook écht moeten uitvoeren. Meteen na de start van Michel I liet CD&V verstaan dat ze dat niet van plan was, lanceerde ze haar rechtvaardigheidsagenda en een mislukte queeste naar een vermogens(winst)belasting. Als de Zweden weer aantreden, zullen ze elkaar niet enkel diep in de identitaire ogen moeten kijken, ook de sociaal-economische – denk aan de loonvorming, flexibele arbeidsmarkt en werkloosheidsuitkering – en vooral budgettaire verdeeldheid moet in de formatie opgelost worden.

Of zelfs de ‘logische coalitie’, vandaag nog altijd de minst onwaarschijnlijke coalitie, draait na 26 mei op een ontgoocheling uit. Alweer.