Vrouwen rijden pak sneller op elektrische fiets dan mannen
Doorgaans rijden ze trager en voorzichtiger, enkel op de elektrische fiets rijden vrouwen ineens een pak sneller dan mannen. Dat blijft niet zonder gevaar.
Vrouwen zijn voorzichtiger, hebben iets minder trapkracht en fietsen daarom iets trager. Een cliché? Nieuwe cijfers tonen aan dat dit bij de doorsnee fietser op een klassieke fiets klopt. Voor het Monitor-project van veiligheidsinstituut Vias en de FOD Mobiliteit hielden ruim 10.000 landgenoten al hun verplaatsingen bij. Daaruit blijkt onder meer dat mannen op een gewone fiets gemiddeld 17 kilometer per uur rijden. Vrouwen doen het met 14 kilometer per uur iets langzamer.
Bij fietsen met trapondersteuning is dat omgekeerd. Mannen rijden dan gemiddeld 18 kilometer per uur, vrouwen liefst 22 kilometer per uur - 8 kilometer sneller dan ze op een traditionele fiets zouden doen. Het lijkt erop dat vrouwen bij hun trapondersteuning vaker de hoogste stand kiezen.
Waarom? De trots van de man zit daar voor iets tussen, zo vermoedt Ingrid Peeters, directeur Okra-Sport, dat al jaren populaire cursussen 'veilig elektrisch fietsen' voor 55-plussers organiseert. "Mannen wachten langer met de aankoop van een elektrische fiets, omdat ze het zo lang mogelijk op eigen kracht willen doen." Dat blijkt uit de studie. Terwijl bij 57 procent van de klassieke fietsen een man op het zadel zit, is dat bij de elektrische 46 procent.
De hogere snelheid is allesbehalve zonder gevaar. Een klassieke fietser maakt 1,33 gevaarlijke situaties per 1.000 minuten mee - bijvoorbeeld bruusk remmen, het evenwicht verliezen of plots een obstakel moeten ontwijken. Bij elektrische fietsers, die 4 kilometer per uur sneller rijden, stijgt dat cijfer naar 1,75 op 1.000. Bij de vrouwen is dat zelfs 2,18.